Posts tonen met het label genot. Alle posts tonen
Posts tonen met het label genot. Alle posts tonen

zaterdag 31 juli 2010

277


Dat we niet meer dan ons zelf zijn niet zijn, zelf niet (-s-s) bezitten, lichaam, niet meer dan ons zelf kunnen aanraken, onszelf betasten in aanraking, waar de huid 'hier houd je op' vertelt en uitwisselingen illusies zijn, ook kijken, ook spreken, proeven, horen
zijn

Te miljoen keer deze hand deze vingers deze stem en afstand en denken en gepuzzeld in ogen geloven te weten. Hopen.
Bellmer.

Je praat en ik luister zodat je jezelf kan horen
Ik kus je en voel mijn lippen jouw hand raakt mijn lippen en likt ze we scheiden elkaar hoe langer hoe dieper de lichamen die we zijn
apart
Ik raap onderdelen bij elkaar vreemd zonder één keer de vraag: dit van jou dit van mij? Hoe lief zou het me zijn dat stuk jij (het zou niet passen, er zouden afstotingsverschijnselen komen, het zou zwart worden, rotten, bij mij)
Is dat waarom gedachten zijn? En woorden?
Taal

En verte ogenzwart
bodemloos spiegelglas
overdracht
groen dat bruin moest zijn
grijs, wit met zwart de lichtknop aan of uit test het ontvangstkanaal
open grillig maar open dus

In de holte die de mannelijke cicade gebruikt om geluid te maken worden bij het vrouwtje de eitjes ontwikkeld
Bij valavond luister ik
Je schildert, gezichten druppen uit de verf en wat ze om het lijf hebben
Ik maal me door een leven dat ik niet ken. In de zee stroomt alles tegen, elke wolk, elke vis, elke mens. Ik krijg geen adem, het doek sluit me de neus, kleren schuren, lieden duwen door mij heen, verspreiden me.

Een ijsvogel - zeldzaam ver
En
Daar, mijn darmen op de dorpel van het huis en handen afgehakt, het hoofd rustend op de buik de rug aan rug
in boomschors en
in het bladerdak mijn eigen ogen met het mes
toen was er pijn en in de lijn van het gebeurde gramschap
en vreugde
daar cirkelt als een gier met de remedie aan zijn poten
als een aap met een plateau
koffiestuifcitroenbegoten
de rechterhemisfeer

In de spiegel is niet
herkenning
hoe ken je me
want begrijpen doe ik niet hoe hij en zij en nog een ander
na jaren
toch wel verzekeren ze dit gezicht

Mijn debiele kind mijn kater voor het leven plots
weet je in mijn borst wat
je sinds lang ontbreekt
ik zie je heel worden
het bezette land van links plooit
moeiteloos
naar verloren wanen
van herinnering

Dit is de nacht van wat ik denk de zwarte deur van
ster noch maan

Mijn wonde explodeert want onverwacht
aan de einder einder einder
één

De ijsvogel zingt een psychose



hoofdstuk 7,
hoofdstuk 9, § 10, p. 26, § 11-12
hoofdstuk 10, § 1-7, div. pags
En god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

zondag 2 augustus 2009

Diotima

L'honneur de clore ce festival d'été de musique classique revient au quatuor Diotima.... Genoemd naar Fragmente- Stille an Diotima van Luigi Nono

Diotima, trok mijn aandacht: This composition seeks to "externalize as fully as possible that which has been internalized...that is what matters today" (Nono). The music is guided by lines from Holderlin's famous poem (Diotima was Socrates' teacher, and is associated with the concept "Time"), which are present only as unspoken meditations and guideposts written into the score in 52 places.


ochtend en Derrida voor (je naam)

Beetje vreemd nu, Canetti kwam voor het eerst uit zichzelf op mijn schoot gekropen. Ik heb nog niet eens kleren aan. Hij is zacht aan mijn buik en op mijn benen, vast in slaap. Af en toe smakt hij met zijn mond. Dat is grappig.
Koffie, ternauwernood gemaakt. Dat heeft hij me gelaten, éénhandig. Lukte wel.

Ik heb gisteren nog een en ander van Derrida opgezocht. Ik wou de oorspronkelijke tekst hebben van Le toucher, maar vond enkel verwijzingen.


mid-dachtje Heideggeren


De spanning is er nu wel uit. Leidt hier nù tot wat doelloosheid, terwijl ik wel die tekst nog steeds wil vinden. Terwijl ik ondertussen in de werken waarover ik beschik dingen zag die ik grààg wil lezen. Maar goed, maandagen zijn maandagen. Moontime. Tsss, dadaniddahdidadah... op z'n juds dan maar?

"Hoe lang duurt een analyse?" is wat zij vroeg.
Pfff, zolang het nodig is, nietwaar, Mijnheer-ik-laat-alles-open. Weet je, soms zie ik zo helder hoe het is, dat open laten, maar soms - vaak - meestal - haat ik het.
Het is het opene dat vertrouwen vraagt. Waar ik zeker van ben hoef ik geen vertrouwen in te stellen.


pfff - niks Heidegger

Niks dus. Te ellendig en te moe om iets te doen behalve slapen. En vanavond dan maar gekookt. Kip met moambesaus en banaan.
Ik wou dat ik terug mocht, bij jou. En dat je weer waterzooi maakte of iets anders, maakt niet uit wat. Alles behalve rode biet, dat eet ik niet.

Ik zag vandaag dat het bij jullie iets koeler (?) was. Maar morgen terug meer dan 30°.
Schiet het werk op, Heer van Real Estate.
La maison c'est la femme, maar la femme c'est une bitch, sometimes.


Lascaux - Liefst huid op huid

De grotten van Lascaux, óók niet gek ver uit de buurt.
Vind je het raar dat ik zoek? Ik wil tenminste iets voelen van de context ook al is dat ruim, ook al vul ik het zelf in, ook al moet ik raden. ... Flamenco, Toro, la Maison, het Weer...
Ach ik weet het niet. Ik vind, probeer me je hier en daar voor te stellen.
Ik wil je zien. Ik wil met je buiten zijn tot het nacht wordt en dan een vuur stoken en bij de vlammen zitten.

Je bent pas ergens geweest als je er de nacht bent in gegaan met mensen van wie je houdt en voor wie een warm vuur brandt. Eten, drinken, en mensen onder elkaar. Dichter of iets minder dicht. Liefst huid op huid.


Lugaux, bouwen wonen denken, Picasso enzo

(Je naam),
Ik las een artikel over ene Ferrer, kunstschilder, die er in de jaren zestig en vlg. in slaagde om 'mannen' als Dali, Chagall, Buffet, Poliakoff, Zadkine naar zijn stad te krijgen maar vruchteloos bleef in zijn poging om Picasso te overtuigen.
Ik had het eerst verkeerd gelezen, dacht dat Picasso al ooit bij hem was en dat hij hem opnieuw wou uitnodigen. Ik gooide de jaartallen ook nog eens door elkaar - enfin ik dacht niet eens aan jaartallen - en vandaar kwam ik uit bij Bataille en Beatus.

Wat leuk is, na gisteren de grotten van Lascaux is er vandaag de (vergeten) kapel van Lugaux, die ooit per toeval werd teruggevonden en waarvan de muren enz. vol met schilderingen blijken te staan, iets van de dertiende eeuw.
Oh, en jullie zijn néo-landaisen! Om de één of andere reden doet dat woord me lachen. Het is een dansend woord, vind ik. (Het voelt zo.)

Heb je wel tijd, voor andere dingen dan bouwen, werken? Denken.
Oh, wat zou ik graag in je buurt zijn. Ik kan me niet onttrekken aan het idee dat het heerlijk is om je aan de gang te zien. Je branche-omschakeling doet me vermoeden dat je gewoon heel veel, zoniet alles zelf doet en plant. En hoewel ik denk dat je nieuwe predicaat nog heel anders kan geïnterpreteerd kan worden... ik wou dat ik je mocht bezig zien, of iets er van mee kon krijgen. Het moet boeiend zijn om dat te doordenken - dergelijk project en daar al de delen van.

Mijn broer kocht indertijd een oude boerderij van toen ze die dingen neerzetten zonder fundering. Hij was geen bouwvakker maar hij heeft die hele keet gerestaureerd, te beginnen met het steken van fundamenten, en verder alles, alles.
Ik herinner me goed de gesprekken dat hij 'advies' kreeg. Het zal wel overal zo zijn, dat de beste stuurlui het schip vlekkeloos denken te kunnen besturen.
Droogweg.

Spijtig dat toen het huis eindelijk zo goed als af was hij ziek is geworden. Nu ja, hij is in ieder geval dood gegaan in de schoot van la maison. Alsof het er toe doet.


beperkt vocabularium

klote
ik mis je
ik mis je zo veel


de naam van de Buurvrouw, een grap?

Hoe kan het nu, die naam daar? Een vrouw, une actrice waar hij een affaire mee had en die hij zelfs als zijn vrouw voorstelde?
Ik kom zoveel namen tegen in die tekst van. Moet ook regelmatig lachen en twijfel soms aan het waarheidsgehalte van wat hij schrijft, soms net iets te gekleurd is om dan later weer bij te trekken.

Bij het verhaal van Rosa werd ik 'sad' - ik twijfelde tussen verdrietig, bedroefd, en nog iets maar 'sad' lijkt me gepast - omdat er zoveel versies van in omloop zijn. Weet je, het lijkt dan alsof het niet om één maar om vele vrouwen gaat, die elk een 'avontuur' met hem hadden en daar mee wilden afrekenen, terwijl het om één vrouw gaat en veel vertellers met wrok (of niet - die op één of andere manier toch iets willen poneren).
En ik dacht ook aan ... . Iedereen vertelt maar wat.

Je bent overtuigend en ik wou overtuigd worden. Ik ben overtuigd. En in dat woord zit genoeg. Ik wil dat je...
Want je zou terugkomen.


gebouwd, getouwd, alles in je handen

Ik ben vaak meer dan moe, maar ik ben jou niet moe.
Ik wil je zo graag zien. Ik weet ook als ik zeg: "Als ik maar iets van je merk... dan... ", enz. En als ik dan iets zou merken dat ik blij zou zijn, maar onmiddellijk denk: ik wil meer. Ik wil veel meer. Alles willen, zei je.

Vervulling: Gevuld. Getekend, geschilderd, volgeklad, afgebroken, gebouwd, getouwd. Alles in je handen. Zo dicht bij.
Mmmm, ik zie jou graag (je naam).
Zeer.

Shaddaï?


Es reiche aber,
Des dunkeln Lichtes voll,
Mir einer den duftenden Becher,
Damit ich ruhen möge; denn süß
Wär' unter Schatten der Schlummer.
Nicht ist es gut,
Seellos von sterblichen
Gedanken zu sein. Doch gut
Ist ein Gespräch und zu sagen
Des Herzens Meinung, zu hören viel
Von Tagen der Lieb',
Und Taten, welche geschehen.

Hölderlin - Andenken


Adorno - Hegel, three studies

(Je naam),
(Je naam). Hoe dikwijls mag ik hem zeggen, schrijven, denken?
De laatste pagina's van het werk in het verschiet. Tussendoor Taussig over Benjamin en tegelijk een aantal reddingen hier binnenshuis waar Canetti de andere hoofdrol in speelt. Hij groeit als kool en springt erg hoog, is geweldig levenslustig, mooi om te zien. Ik toom hem niet erg in, hij krijgt de ruimte, beperkt tot één kamer, maar wel van hem. Mij krabben en bijten mag niet, de enkele pogingen die hij onderneemt worden vlot afgebroken. En als hij me ziet, nadat ie alleen was is het altijd een geluidloze miauw en vragen om gestreeld te worden.
We lopen elkaar niet in de weg. Af en toe hindert hij bij het lezen of aan de pc.

Erlaüterungen staat dus nu mee open. Ik wissel af. Maar ik wil dat éne vandaag afwerken. Ik vermoed dat ik morgen de twee andere boeken uit zal hebben. En dan zullen de volgende die nog niet zover gelezen zijn naar voor schuiven.

Het lukt wel zo. Ik krijg echt wel een en ander verwerkt. Gelezen.
En het verwerken komt daarna, als ik weer andere dingen lees en koppel. Enzovoort.

Wat me mankeert ben jij. Ik mis je en dat is zo. Het is een stuk dat nergens past en voortdurend wringt en schrijnt. Als het even rust en zich lijkt te zetten, dan schijnt de zon en zwelt het en springt het weer alle kanten uit. Of het wordt koud en treurig en het krimpt en zoekt warmte.
Ik mis je.
Ik wou dat ik vaker mocht merken. Dat je met me spreken/ schrijven zou. Dat ik wist hoe het jullie vergaat. Of dingen volgens plan verlopen met het project.
Kom?
Mag ik komen?
Ik zou best mijn handen uit de mouwen willen (en kunnen) steken.


brand mijn vingertoppen weg

Ja ik haat van je. Zo veel. Het doet pijn. Verdomme, het doet pijn. Is dat wat je wou?
En ik mis je. En ik wil je zien. Ik wil dat je... Ik wil me...
Maar heb ik dat niet steeds gedaan, ondanks alle verzet en het vragen om van alles... me overgeleverd aan je pijnlijke willekeur.
Het mentale spel is zwaar. Och, mocht ik het wel 'spel' noemen? ik, het vergeten speelgoed in de hoek van de kast. Donker.

Verdomme.
Man, ik wil je pijn doen, ik wil je bijten en slaan. Ik wil dat je me merkt. Aandacht, verdraaid, die stomme ( --- ) krijgt zelfs aandacht.

Prince van Aquitanië? Ultieme liefde - sprak je van
Uitgestrekt. Gebonden. Geblinddoekt. Geen stem.
Brand mijn vingertoppen weg, mijn beeld.

Ik zie jou graag. Ik zal het blijven zeggen, stemloos. Ik zal het schrijven als een wolk. Die stuur ik naar de Pyreneeën.


gaude mihi


gaude mihi
gaude mihi
gaudeamus igitur
gaude mihi (je naam).


weer - On - Weer

Weer - On - Weer morgen. Bij jullie.
Kan je huis het hebben, een fikse bolwassing, regen, wat hagel, wat wind enz? Bah, misschien wordt het niet zo fel.
Hoe ziet jullie huis er uit, (je naam)? Is het groot? Ik begreep dat er heel wat werk aan was. Wat zou ik graag af en toe iets horen.

Ik mis je, snap dat dan, ik mis je toch
Waarom zit je zo onder mijn huid - en ach, ik wil je niet weg

Der Nordost wehet,
Der liebste unter den Winden
Mir, weil er feurigen Geist
Und gute Fahrt verheißet den Schiffern.
Geh aber nun und grüße
[...]

Hölderlin - Andenken


needles and pins

En heel op het einde kwamen de naalden. Pfff. Waar had jij ze 'verstopt'?
Zal je?



ontmoedigd

Ik las net - probeerde net een tekst te lezen van een 24-jarige. Ik werd er ellendig van.
Zie mij: elk woord dat je me stuurde moest ik opzoeken, elke zin, elke uitspraak. Niets - niets wist ik. En nog steeds, och, wat zou ik toch wéten! Achtergelaten voel ik me. Zelfs geen hond meer; slechts een halve, de rest afgevreten door de beesten.

Waar ben je? Waar ging je dan plots naar toe? Je noemde me object en teef en ik moest gehoorzamen en luisteren.
Je scheurde mijn leven in twee, voor en na en dat is het mooiste dat gebeurde. Maar ik ga kapot.

Dacht je dat ik niet meer zou 'komen'. Ik kom verdomme elke dag, elke keer als het me bekruipt, als ik mijn keel voel barsten van verdrietpijn en als ik ontplof achter mijn ogen. Ik kom tot je zegt dat het niet meer mag.
Ik mis jou, (je naam), en jij denkt niet eens meer aan me. Denk ik. Of?



hij zit op zijn Pyre-"Not done"

Met zoveel uren tussenin
lijkt het niet alsof
zoveel uren tussenin
want binnenin is
niets
anders
anders
niets
ik mis en in
mijn keel steekt
even dwars
nog steeds het pijnbot -

onverteerd


ik huilde plots onderweg en dacht: hij zit op zijn Pyre-"Not done".
Want je zei 'komt-nog' en 'mettertijd' en nooit: "Nee".


hm - electricity?

Kans dat je zonder valt? Of zonder verbinding? Met het voorspelde onweer?
Rafales en grêle enzomeer. Pfff, moeilijk om het van hier precies te lokaliseren, maar als je regio vermeld staat zal het niet ver uit de buurt zijn.
Kan me de situatie bij jullie niet voorstellen. Hopelijk zijn jullie, tja, bestand.

Ik zal me weer herpakken. Vandaag misschien niet veel meer, maar morgen dan toch echt beginnen aan Nr. 4
Tsss.
Moest ik ook nog genieten, Mijnheer (je naam)? Van?
Vertel het me dan. Vertel me dan iets.



prachtig geweld


Prachtige mens die je bent.
Ik vind jou geweld - hoe zou ik kunnen stoppen met je graag te zien alleen omdat je me niet meer (be)ziet.
Ik ben vreselijk kwaad. En ook niet. Het loopt door elkaar.
Ik - aan-denken - denk aan je


teruggevonden? verloren

Wo aber sind die Freunde? Bellarmin
Mit dem Gefährten? Mancher
Trägt Scheue, an die Quelle zu gehn;
Es beginnst nämlich der Reichtum
Im Meere. Sie,
Wie Maler, bringen zusammen
Das Schöne der Erd' und verschmähn
Den geflügelten Krieg nicht, und
Zu wohnen einsam, jahrelang, unter
Dem entlaubten Mast, wo nicht die Nacht durchglänzen
Die Feiertage der Stadt,
Und Saitenspiel und eingeborener Tanz nicht.

Je schreef - bewust of onbewust - 'teruggevonden'. En nu? Is ze weer verloren gelegd? Een verzopen kat op een natte regendag?
Het regent hier al een uur of 5 - 6 aan een stuk.
Soms - pfff, nu ik zo geïnteresseerd ben geraakt in het weer (!) - en vaker dan soms, lijkt het alsof het hier een zwakke versie van bij jullie is: Is het bij jullie snikheet, dan is het hier ook best. Onweer bij jullie, wat gerommel in echo hier, rukwinden en felle regen ginder, nattigheid in deze contreien.
Ik moest misschien maar een carièrreswitch doen. Het heeft iets voorspelbaars.

Enfin, (je naam), ben je er? Ben je daar?
Zeg je nog eens iets?
Hier: ik bekom van wat dromen. Ik schrijf ze je niet meer, zoals ik deed. Het heeft weinig zin.
To blog was fijn. Een hele poos. Toen jij begon te lezen was het nog fijner. Nu ... niet zo meer.

Andenken dan maar?

Wenn gleich ist Nacht und Tag,
Und über langsamen Stegen,
Von goldenen Träumen schwer,
Einwiegende Lüfte ziehen.

Hölderlin - Andenken


hoofdstuk 9, § 7, pag. 27 - 31
hoofdstuk 9, § 8, pag. 1 - 2
En god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

donderdag 28 mei 2009

noorderwind


Praat ik over je?
- over de grilligheid van bloemen, omber en
je handen waar nu de levende zon in schijnt
of over licht. Er straalt licht in je ogen.

Niet kan ik bij je zijn dan
in de stap van de hond op wier hand je kop zal rusten.
Waar je vlees me raakt adem ik ribdiep.
Schilder van bloed en non-perspectief,

- de open kist, de blik omhoog gericht -
gebalsemde bloei op de snee van je woord,
praat ik over jou dan, Meester die de spiegel breekt?

Jade, nefriet, bloedsteen
lik ik en waar je stierenkop zich in jaspis boort
- de belofte ( zacht als boter) die je me deed -
tel ik de draden, wolf en spin,
jij die niet Behemot bent.

Ngalyod, die als een lint rond
de rode iris ligt, ik roep je uit de diepte
van het nieuwe loof.

Wacht, zei je, tot komt nog en mettertijd...

Ik rust op de piëdestal
van pijn die je me hieuw en
in het midden van de nacht bulder ik
op de wind die mijn stem ten zuiden vaart.

Mahonie, onweer en je teef ben ik.

De sokkel druipt van rood verdriet,
met kleine woorden als dode kinderen.


.

zondag 5 april 2009

lijf is life


Er ligt een straat van verlangen tussen mijn benen geplaveid.
Hij loopt met geweld over de kasseien.
De open deur trapt hij niet in.
Gericht zoekt Hij wat gesloten is.
Wild van temperament, zorgvuldig toch,
wrikt hij aan grendels van de poort die
het lichaam vormt,
osmotisch receptakel van ongebreideld beleven.
Voelen, denken, leven.
Er is niets dat niet kan:
sterven aan hem
of aan mezelf.

Ik wacht op het Genot dat hij zal geven.
Koffie der Koffies.
Ya habibi taala!
Och liefje, kom me open doen…
Hoelang moet ik nog wachten?

"Geniet van de non lieu en de agape…"
Oh ja!
Tsss!

(in de reeks god-dog)
en vele andere reeksen

zaterdag 7 maart 2009

A outra porta do prazer


A outra porta do prazer,
porta a que se bate suavemente,
seu convite é um prazer ferido a fogo
e, com isso, muito mais prazer.

Amor não é completo se não sabe
coisas que só o amor pode inventar,
Procura o estreito átrio do cubículo
aonde não chega a luz, e chega o ardor
de insofrida, mordente
fome de conhecimento pelo gozo.

(Carlos Drummond de Andrade - O amor natural)

“I believe in clear-cut positions. I think that the most arrogant position is this apparent, multidisciplinary modesty of ‘what I am saying now is not unconditional, it is just a hypothesis,’ and so on. It really is a most arrogant position. I think that the only way to be honest and expose yourself to criticism is to state clearly and dogmatically where you are. You must take the risk and have a position.”

From Conversations with Žižek by Slavoj Žižek and Glyn Daly (Cambridge: Polity Press, 2004
Ned. uitgave: De politiek van het genot, gesprekken met
Žižek

donderdag 26 februari 2009

Genickschuss


orgelend suizen van bloed in aders, hartetrommel, buikgevoel, geslachtelijk klokken
geluiden
en die diepe kreun waarna de wolf te huilen slaat, àl zich richtend op slechts één
de reine bourdon

er wordt nooit een maat bereikt
elk deel speelt buitenbeen
en pauken pletten mij
ik tel de indruk van hun slagen

geurig vlak van glijdend plezier, on-handig als lange veulenbenen
- in zuurstof van mijn ogenwaas deelt vlees
met jodiumtinctuur zijn glans -
waar het om snijden gaat: lijf en remedie pijnlijk knus tegen elkaar

stampede in mijn tempel
nog roer je het gebeente daar
waar angst en verlangen nooit een adres krijgen
slechts de onmetelijkheid van de oceaan verschaft de walvis zijn elegantie
en toch spoelt hij dodelijk onbeholpen aan

Het rijzen en dwalen op anapestische cadans...
de zwaai die je beheerst
je je beheersen laat en
in afwijking je de mooiste streken maalt



Schilder,
onzichtbaar luisterend met mijn darmbeen tegen je oor verblijf ik
Jenseits vastgeboord door je
blik
(die altijd alles open laat)
J'oui

zondag 12 oktober 2008

plooien van de tijd III


Dat we toch op mossels lijken. En dat ik lach als ik het lees.
Ik leg wat schaduw vooruit. Opzij misschien. Als een rug vol doornen tussen ruimte en tijd… een onmisbare naad die verbindt wat hij scheidt. Hij is voor jou. Net zoals het rutiel, de naalden uit venushaar, het oude water, festoen van jaren in het versteende hout en als de pijn die op het vuur te garen staat. Zo smakelijk als ze schroeiend de binnenkant verrijkt. Zo vervullend als grenzeloosheid, hoger dan het hoogste, lager dan het laagste .... Exces… zou dat dan heten.

Rood, fruitig, iets te jong, goedkoop. Drinkbaar. De dag kijkt terug. Wat ik me herinner materialiseert op een glasbodem, een scherm, een spiegel, een blad papier. Ogen. Handen. Verhalen. Als een oase. Markeren deed je op je eigen wijze, onzichtbaar voor de wereld. Mogelijk herkenbaar voor een medehond? Beklijvender dan de diepste tatoeage.
Ik dank je met een Nuba-huid.

De kat is niet verzopen en denkt in duizend levens: wat vandaag niet geschreven werd, komt morgen of later wegens bijvoorbeeld nu te moe.
Vrouwen gillen met opengescheurde huid.
Trots.
Kairos springt over de buffels.

zaterdag 27 september 2008

ik wil Koffie



On today's market, we find a whole series of products deprived of their malignant property: coffee without caffeine, cream without fat, beer without alcohol... And the list goes on: what about virtual sex as sex without sex, the Colin Powell doctrine of warfare with no casualties (on our side, of course) as warfare without warfare, the contemporary redefinition of politics as the art of expert administration as politics without politics, up to today's tolerant liberal multiculturalism as an experience of Other deprived of its Otherness (the idealized Other who dances fascinating dances and has an ecologically sound holistic approach to reality, while features like wife beating remain out of sight…)? Virtual Reality simply generalizes this procedure of offering a product deprived of its substance: it provides reality itself deprived of its substance, of the resisting hard kernel of the Real - in the same way decaffeinated coffee smells and tastes like the real coffee without being the real one, Virtual Reality is experienced as reality without being one.

uit: Slavoj Žižek, HOMO SACER AS THE OBJECT OF THE DISCOURSE OF THE UNIVERSITY


vrijdag 26 september 2008

heel veel Reëel


Het kind: zij en moeder bij het vuur en de stenen. En ik - zo de tijd, zo de blik op wijd - verglijd in al de vrouwen van mijn lijf: het kleine meisje dat je mint, moer met duizend stille kinderen, vrouw en dochter en slavin. En voor elk van hen de trotse huid getekend, betekend door die ene drift, het ene schrift: een kind dat wordt geslagen, een kind dat wordt bemind.

Ceder op mijn vingers, ceder op de stenen... de verbrande afdruk. Het naakte kind dat speelt, voeten in de asse. Niets kan haar (mij) gebeuren.

(?), object, teef, slavin, zij die kneedt, zij die weet, zij die woorden eet, je lichaam leest, je voeten warmt, je zij omarmt, je schouders breekt, je spieren weekt, je haren streelt, je bekken deelt, zich openplooit en overloopt

...in het sublieme.
Exces. Jouissance…

(Stop toch niet,
stop niet meer,
niet deze keer...)
Hoger dan het vele vuur, verder, dieper, lager... elke grens voorbij. Het reële kind.

Hitte, intensiteit… ze was aanwezigheid. En jij, bemerkt in woord en beeld, plaatste wat ik deed: het snijden enerzijds, het stoppen daarentegen, gaf tevens een remedie - als de kraan weer lopen blijft en al mijn handen vol teveel het loze legen vullen blijven, de expansie van een huid die meegaat tot ze breekt - je gaf het blinde weten? Je gaf een struikelsteen.

En kijk, je veegt ze |óp| de wonden, zalf en warm in zilt dat bloed(t) gemengd met woord en zweet - me nu deed reiken, nu deed wijken naar de binnenkant. De uithaal in onmogelijkheid en hoe daar toch een doorbraak lijkt, zich blijkbaar profileert want kijk: ik sluit mijn ogen. Diep stoot de naald door ‘t tijk van realiteit, recht in het reële.

Onder het vuur en in de stenen,
geur van salie en jasmijn, de ceder en het zoete gras en druppels…
en van haar tepels die het kind tot speelgoed zijn
droop de melk terwijl ik keek
en ik mijn
vadermoeder wist,
ver en steeds aanwezig,
hij die leest,
die schrijft
en schreef
de trotse tekens op mijn huid.
Sjaddai.
Sekuru.

Ik voel me zoals zij, het meisje-kind, onvermoeid in de herhaling van steeds hetzelfde spel: het vragen naar de bal, waarom en of je nog wakker bent. En als ze tegen duister in de voederschoot zorgeloos een laatste keer de borsten met de vingers kneedt - een ader op het lauwe vel, getekend als een potloodlijn - tot slot de ogen sluit, dan ruimt mijn bekken op de snee, het trage ritme van een klap, de zweep tussen de benen. Ik dans en pers de wrong uit mijn gebeente. Ik spreid me voor je neer. Duik in het Reële?

Sjaddai.
Sekuru

Rook (met) mij.


woensdag 17 september 2008

partieel object

Denk je dat er een lachbot bestaat?


Aporie.


Elke nacht – het lichaam slaapt – dwaal ik ver van bed en altijd zoeken naar… als een hond die scharrelt in het vuil en in hagen pist en kruipt of kwispelt, als een kind voor aandacht, als een vrouw die niet bestaat, die zich weerspiegeld ziet… omgeven door je ogen. Twaalf paar gesloten.

Kijk dan toch! Moi, je n’existe (…). Kijk naar wat er niet. Zie wat wel.

Ik besta, als ding, en vroeg je toch: wat bedoel je daar nu mee? Het bleek iets goeds te zijn.

Ik eet een bord vol stenen

Een lichaam uit rook - naar de lucht kijken - niet kijken - lucht zijn – kijk! slierten, rook - slingerende rook

Overal Rook, als wortelende lucht, als wortelende rook zichtbaar in de lucht, als wortelende gerookte lucht. (Ruik hoe het houtvuur smeult, de voetzool rent in de gloeiende kolen, de (mijn) kinderhand littekengesloten… je bent … ik wou je grijpen, handverbrand.)

Ik zit op je, de wereld in mijn schoot.

Je slaat me als je een vlieg verjaagt, je inhaleert me. Diep. Diep door het rookkanaal. Cafeïne, nicotine, rook, aanwezige rook, lucht, zelfproducerende lucht, lucht met duizend gezichten, lucht bij jouw lucht in je neus en in je mond, lucht als een laken, lucht op je lijf.
Lucht.


Vandaag adem ik moeilijk.
Ik ben ijl.



.

zaterdag 30 augustus 2008

hym(n)e(n)

Asociaal, autistisch, onbeschoft, autoritair, intimiderend, arrogant, stijfkop, hardhoofd, pitbull,… dit en meer, pfff, ik heb het allemaal al gehoord. Ik zal het niet ver schoppen, en zopas verneem ik eens te meer dat stroop smeren, kruipen, (s)likken en meelopen toverformules zouden zijn. Passen. Inpassen. Kijk, deze tekst is al begrijpbaar. Ik ben aangetast. Besmet. Ik ben ziek. Je suis malade. En hoe!
Er wordt met hout en brillantine gesmeten. Pek en veren passen me beter. Geen kwaad woord over de gooiende handen, maar het fenomeen ligt me niet.

Kijk nu toch, het hamerslingeren, het dwerggooien en het bekogelen van de lege halve siamees, de vrouw die zichzelf verloor en vond achter de taaiheid van dat wat je doorbrak, alles doorstaat ze in haar wezen: de rotte eieren, je zwijgen, het prikken van de pijn. Je aanwezigheid. Altijd. Traag zwem ik en streel het water langs mijn huid, de heerlijkheid, de aanraking van honderdduizend vingers. Ik verlang naar meer. De straal, de impact van je vloeiend penseel, de rode stroken, het zwart gevlochten geweld.
Ik merk je nu niet... een derde-oogervaring, maar jij merktekende mij.
Je bent er altijd.
Hier is het: Vertrouwen. Dat wat je vroeg. Met niet tanende hardnekkigheid.

Ik zing een hymne.
Je maakt me heel/niets.


niet af te werken tekst... alweer.



vrijdag 22 augustus 2008

FRIED GREEN TOMATOES

Op de bodem vind je ongetwijfeld de ogen waarmee ik naar je kijk, van onder naar boven, terwijl het ik verdwijnt en nog de mond scandeert: 'calanda calanda'.

De golfslag van een trommel in de capillaire chaos,
het hart dat altijd kloppen blijft,
nu en nu en nu en weer
ondanks de cadans van je arm.

En later zo veel te meer, dankzij.





.

dinsdag 19 augustus 2008

DAT WAT ONTGLIPT

Een kikker met veren, een slak met een bot, een dier dat rijst en daalt na de daad, beenloos en gegeerd. Glijdend in het kijkend oog, de oorsprong van het leven. Zeg dus niet, gij die de maat met stokken slaat van mijn galei, dat ik zonder ruggengraat over uw scène glij.

Mijn hersens stoven en zie het sudderen door de breuk waar ik met beide handen het gekronkel reguleer. Ik rook de pijp met rode kamperfoeliebast en snuif de ceder uit de steen, een prop salie bitter in de wang.

Le lit t’a nié. Omdat het voor niets staat. De dinsdagavond(pfff)act van kwart voor tien. De duivel spreekt Italiaans en heeft een baard. Ik weet het nu want hij vroeg, uiteindelijk en zonder stem: che vuoi? En ik keek rond: Moi? Praat je tegen mij als slow chat je niet meer interesseert?

Op handen en knieën kruip ik, stort ten slotte neer om niet meer te verroeren. Als een slavin die wacht op de zweep, een kuil in de aarde voor de zwangere buik, roerloos, geluidloos, de toegenaaide lippen. Zwijgen dus. Geen woorden, geen woorden, geen woorden. Stil, de adem stokt in drie punten.

Ik stof mijn borsten af en ontknoop de poriën.



.

donderdag 31 juli 2008

juli 2008

18-07-2008



[ REËEL ] - [ sodade @ 07:26:32 ] - QOLASJKIF

Vader Grijp onrein onrein de handen zondig de ogen... voorwaar ik zeg je: de zonde bestaat niet, je handen dringen in mijn neus, ik snuif partikels van je geur, de scherpte van je wijsvinger die met ogen letters volgt door een ge(i)le rand. Het varken nu vervangt de teef en zingt met roze lijf, wijl het in de modder baadt... we weten al te goed dat achter het ene het andere schuilt, en kijken naar de huid dringt dieper dan het oog vermag dat binnenin wordt teruggekaatst. En stelt de vraag: kijk je nog naar mij? Ik die als de Krakatau, de regen aan de evenaar, de wervelwind, de woestijn, de droogte van het droogste jaar, de wijde zee, de oceaan, die monden openzet en lippen likt en wijde ogen trekt, met grote oren luistert. Mijn neus dringt in je handen, mijn borsten, mijn vel en in de put van mijn navel verzamelt zich het zout, de laatste dagen. Gemis laat zich meten op een weegschaal langs de weg, netto, tarra enzomeer. Vertrouwen houdt balans met Klootzak aan de andere kant. Vader Grijp me straffeloos dan.





19-07-2008



[ THE PERVERT'... ] - [ sodade @ 22:51:41 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst

...s guide to cinema.

Slavoj Žižek

(In subcategorie: Hidden Message)

21-07-2008



[ EERSTE SIGARET ] - [ sodade @ 00:32:12 ] -

Een hommel kan niet meer de lucht in. Te zwaar van stuifmeel. Het lijkt wel eeuwig, dat spel op de muur... als ze met haar middelste paar poten de korrels onder haar buik tot een bol verzamelt. Kogelgewrichten, denk ik, die nijvere ledematen, die elke plek van haar lijf kunnen raken.
Hoe zou het voor mensen zijn... een derde paar? En wat zouden ze ermee doen?

(Zou je minder moe worden van het slagwerk? vraag ik me af, want...'oech, je arme armen'.)
(Bijvoorbeeld)
(bijvoorbeeld)

Fourageren dus.
Aan een rijke tafel schoof ik aan en voor het eerst in een jaar of tien at ik kip, zalm, heilbot, scampi, rosbief... pfff.
Ik was nooit vergeten hoe goed het smaakt.

En ik die nimmer rookte, dacht na het maal: Een sigaret zou nu lekker kunnen zijn.

23-07-2008



[ ONBELAST - ONTGOOCHELEND IS HET ] - [ sodade @ 00:56:09 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst


De geur van solfer uit mijn buik, wuiven naar de rode vrucht op een bedje van wc-papier. Nog verder nu dan toen. Nog vers…
Het mes tussen de benen in het zachte vlees… En in het andere beeld heeft ze het beest gekeeld. Bloedige castratie kruidig gecauteriseerd.
Een roze droom versneden en aan banden gesculpteerd. Ik – naar het schijnt – pseudohallucineer.
Naarmate juli vordert: Geluk te koop aan halve prijs…
Dadaniddahdidada-dada-niddah





24-07-2008



[ VLEES VOOR VLEES ] - [ sodade @ 00:19:48 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst

[…]ij heeft me de baarmoeder niet afgestroopt, ik duw nog steeds tegen de wand van die zak. Met natte lippen graas ik langs de kaalte van je landschap, verheven, en rust - slik de melk van vaders en mannen uit de uier van de gemzenbok. Geweld slaapt in mijn gewanden - Flash back: Vreemd: in je handen kom ik mijn eigen geur weer tegen, terwijl ik naar de jouwe tevergeefs zoek - en het leven van mijn hoofd dat schuurt met millimeternaalden in de naaktheid van je flank, het stroeve verzet van mijn schedel. Of het om woorden zou moeten gaan en gedachten of puur om dit als ik me presenteer. Me ‘overlever aan’.

Ik hang uit te bloeden aan de haak, de kont met één messenstreek gesneden. Ergens brandt een vuur en geurt de middag en de avond, gekruid met rozemarijn. De kok kwijt zich blindelings van zijn taak, justitia gelijk, maar lichtelijk ánders bekeken.

Mijn andere lichaam, ongeschaad, glijdt door vensters en bomen. Geslagen, verkracht, gewurgd, gevild… maar niet kapot te krijgen. Mijn handen strelen de golven, de huid. Man noch vrouw, slechts lichaam.





26-07-2008



[ ZWIJGEN ] - [ sodade @ 03:19:17 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst


De barst in mijn schedel zal nooit meer sluiten. Eeuwig gaapt de scheur tussen het Reële en de boeien die je legt, de toegang die je je hebt verzekerd en waarbij een schurftig beest de wacht houdt, dat weliswaar de maden eet, maar ervoor zorg blijft dragen dat niets heelt… Mijn nagels zoeken er houvast langs de randen van het gebroken bot. De lijnen van mijn vingertoppen gooien lussen… maar je komt niet meer. Alsof het je genoegen was niet meer dan dit te krijgen: een kapotte kop, onbetwiste toegang en mijn pijn.


Voorbij de pijn, oh ja… jenseits… vaneigens.
Het verbaast me telkens weer hoe snel het gaat van hemelhoog naar hellediep en omgekeerd. En dat ik je (niet) haat. En roepen wil. Die schreeuw uit mijn geslacht, mijn bekken als klankkast. Uit die plek, dat hij zwelt en groeit als een kind, als een beest, als een monster in mijn buik.
De eruptie langs mijn lippen. Ik haat je niet, ich liebe nicht… ik wil je gewoon en denk aan de tekst: « J’ai le droit de jouir de ton corps, dirai-je à qui me plaît, et ce droit, je l’exercerai, sans qu’aucune limite m’arrête dans le caprice des exactions que j’aie le goût d’y assouvir ». Vloekend ja, want j’ouis ! Du kannst den du sollst. Ik laat een ‘klootzak’ rollen, je weet hoe ik je eer hiermee.
Wat moet ik nu met de leegte? Met die twee kalveren achter de weerhaak in mijn vel? Met het bordeel, de warmte, de lege maag die wacht op je spijzen, de huid die je verwelkomen wil. Ik schraap mijn hoofd langs teksten en vertaal letter per letter. Eén maal, tien maal, honderd maal per dag dring ik in je leven. Je zegt nooit stop, maar praten doe je evenmin. En dat alles open blijft:


De barst in mijn schedel zal niet genezen. Er gaapt een scheur tussen het Reële en de bakens die je eenzijdig verzet, een toegang waarbij een schurftig beest de wacht houdt, dat weliswaar de maden eet. Het vertrouwen laat het leven.

(De Wet... van het genot van de Andere?)




28-07-2008


[ SMEEKBEDE? ] - [ sodade @ 00:34:15 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst

klik op afb.



28-07-2008



[ GEWELD(IG) ] - [ sodade @ 00:38:33 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst

de regen vannacht
het slaan
stilstand
3 puntjes
bijvoorbeeld
geweld
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld dus

29-07-2008



[ ELLE IPSIS ] - [ sodade @ 14:37:57 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst


[...] Het lichaam was (in) zichzelf, alsof het ontkoppeld was van het denken, alsof daar wel een proces in het denken op zichzelf verder liep, want dat was niet stopgezet, maar dat beiden in de mate die levend mogelijk is los van elkaar waren. Alsof dat dan ook in zover mogelijk een doorbreken van het reële - een overweldigend Reële - in de werkelijkheid was.


Lichaam dus. En dat verdroeg. En ik weet dat als ik me niet zou overgeven aan wat daar gebeurde, ik het niet verdragen kon. [...]


30-07-2008



[ MONOLOOG ] - [ sodade @ 22:43:15 ] - QOLASJKIF onafgewerkte tekst


En waarom ben ik nu..?
Getfer, ja.
En omdat ik denk dat… ?
Getfer ja.
En dat…
En dat…
En dat…
Ik het me niet moet aantrekken.
Zelfs al snap ik er de ballen van.
En als andere mensen het wel begrijpen: fijn voor hen.
En dat je…
En dat je…
En dat je…
Of wat je er mee bedoelt.
Ik ga me nog maar eens kaal scheren
En wat bloed drinken
En kinderlijkjes opgraven.
Een specialiteit van me.
Vooral het eerste.
En het tweede.
En het derde.
Vooruit!

("Oké, nadat je dat kind uit je buik hebt geperst. En die wrong uit je bekken gedanst. En het monster uit je maag. Nadat je zelf weer een skandalon was.
Vooruit nu.
Vooruit").

NuNuNuNuNuNu.
Nu dus.
Vooruit.

(Met dat niet aflatende effect op me dat me doet uitslaan naar alle kanten van het ene op het andere moment. Rustig maar. Je zit je zelf weer wat op te jagen. En dat niemand consequenter kan zijn dan door inconsequent te zijn. Anders volg je de Wet. En die moet je niet. Toch?

Enzovoort. Eindeloos tot ik kan slapen.)





30-07-2008



[ ONDER VUUR ] - [ sodade @ 23:35:54 ] - utterly confused

Het was het mooiste kamp in een gebied van half België. De omgeving buitengewoon. Met een veranda die uitzicht gaf op een stuk savanne, een verblijf met meer luxe dan zelfs op het thuisfront aanwezig.
En de verfijnde keuken...

Zo begon de dag...
Zo vorderde dag dag...
Zo eindigde de dag...

En op die hele dag werd in het wildste gebied van de olifanten slechts dung gespied. De nijlganzen lachten.

Het avondmaal van crumbed mushrooms, crocodile tail met thermidor sauce, sweet potato and so on, werd gebombardeerd door knikkergrote gele kevers die als projectielen de borden binnenvielen.

Een gedenkwaardig verblijf.

Het was de beste plek hier in het rond. Uitzicht op een kastanjeboom en berken. Een rijk vogelbestand en sluipende katachtigen navenant.

Zo begon de dag...
Zo vorderde dag dag...
Zo eindigde de dag...

En op die hele dag werd in die oneindige rust van de olifanten niet eens dung gespied. De duiven lachten.

Het avondmaal van jonge sla en raket met sinaasappelstukjes, gesneden champignon en kerstomaten besprenkeld met fragmenten gebakken ajuin en een smaak van balsamico in het einde van de vork werd gebombardeerd door kevers als een boon die als projectielen de borden binnenvielen.

Een gedenkwaardige dag thuis op het terras.

Gevolgd door het immer weerkerende gekrijs der copulerende katachtigen.
Wat later zit er ééntje te schijten op het platte dak.
Een ware wildernis hier ten huize.

De nacht was koel de maan was... er niet.
Shit, waar is het hemels paradijs?
Lezend en zoekend in boeken en eindelijk begrijpen wat je zeggen wou?
Verlangen, transgressie... Jouissance.
Het veldbed steekt in mijn schouderbladen.
Afijn. Wat wijn verzacht die onnozele pijn.

Rook, waar ben je?

Verdomme dan.




31-07-2008



[ WARM ] - [ sodade @ 12:30:31 ] - herinneringen aan afrika


[...]
De natuur heeft hier iets onherbergzaams, iets onbestemds. Ik weet niet of ik het mooi moet noemen. De vegetatie bestaat vooral uit kleinere boompjes, struiken. Termietenheuvels boorden de kronkelweg af. De baobab is een opvallende verschijning in het landschap. Heuvels strekken zich uit voor en achter ons. Het lijkt uitermate droog.


De lodge is ruim en vooral de veranda op de eerste verdieping is de beste plek van het huis. Daar beginnen de luie dagen. Zitten, lezen, gewoon uitkijken over het meer, zien hoe de nijlpaarden een voor een uit het water komen en als gediplomeerde grasmachines het toch al korte gras millimeteren.
Behalve de nijlpaarden zijn er heel wat vogels waaronder de Afrikaanse visarend, diverse reigersoorten, ooievaars, de geelbekwouw, wevervogels, lilac breasted roller, glossy starling enzovoort.
De dag verglijdt moeiteloos.


Met voldoende water maar ook met een biertje bivakkeren we op de veranda. We ontwaren in het licht van de volle maan tussen de lodge en het water de vage vormen van – eerst denken we dat het olifanten zouden kunnen zijn – wéér - grazende nijlpaarden. Als we ’s ochtends opstaan kabbelt alles rustig verder waar het daarstraks ogenschijnlijk pauzeerde. Het is heerlijk. Niets moet, niets hoeft.
Ik ga buiten zitten in mijn 'slaap'plunje, heb al een kop koffie gemaakt. Zitten en kijken, lezen. Luisteren. Naar vogelgeluiden, naar de diepe lach van de nijlpaarden,... (naar de ademhaling van A. die nog ligt te slapen).
Samen ontbijten in de buitenlucht met uitzicht op het meer en sloten instantkoffie. Geroosterd bruin met dikke boter. Een abrikoos, sinaasconfituur.
Lui en ontspannen. Lekker blijven zitten, genieten en praten tot je eindelijk denkt : ik ga me wat wassen en m’n kleren aantrekken.


We wandelen vervolgens een eind tussen de lodges door tot aan het einde van de weg, tot tegen het meer. Er liggen veel slakkenschelpen. Het is ook wat laveren tussen allerlei ‘droppings and dung’. In het water plonzen de obligate nijlpaarden en boven het oppervlak uit, net onder de oever, steken ogen en snuit van twee kleine krokodillen. Als ik er naar toe ga, glijden ze rimpelloos weg.


Terwijl we vervolgens even gaan toekijken hoe N. géén vis vangt, hoe drie nijlpaarden beurtelings oren en ogen boven water steken om dan weer kopje onder te gaan en de zon in de schouders bijt, verschijnt een olifant. Imposant als altijd – het blijft een machtig zicht, of je het nooit of vaak hebt meegemaakt. En dan arriveert nummer twee, die ook met gestage tred onze richting uitloopt. Ze moeten vlakbij geweest zijn toen we het pad opliepen. Nu versperren ze ons de weg terug. Ze bewegen haast geruisloos.


Als ze goed en wel gepasseerd zijn en mijn vel op een verbrand stuk vlees begint te lijken, kunnen we de terugtocht aanvangen. Even later zien we vanuit de lodge hoe de pachydermen zich vermengen met de kleinere dikhuiden die weer uit het water klauteren.
Het luie balkonleven wordt hervat. De zoom van het fototoestel doet van tijd tot tijd dienst als verrekijker. Op de veranda is het een af en aan geloop van gekko’s. Aanvliegende papierwespen landen bij hun nest en stijgen later weer op.
Avondeten bestaat uit koude pasta van de dag tevoren (veel te veel klaargemaakt), sla met tomaten, appelstukjes, komkommer en kaas. Een eekhoorn is nieuwsgierig en brutaal genoeg om ons maal te delen..
Decadent lijkt het allemaal. Of toch niet net omdat je je zo bewust bent van het uitzonderlijke, het helemaal niet als normaal beschouwt.


N. – na een dag vruchteloos met de hengel in de hand - gaat vroeg slapen en zal de dag daarna nog eens proberen iets te vangen, want hij zegt dat, net toen hij stopte daarstraks, de vissen de kleine baai begonnen binnen te zwemmen.


Wie kan de gedachten van een vis volgen en hopen dat hij de hele nacht zal liggen wachten tot de volgende dag een goedgelovige visser hem uit het water komt plukken?

[...]




.