Posts tonen met het label k-s. Alle posts tonen
Posts tonen met het label k-s. Alle posts tonen

donderdag 21 juli 2011

lobsters don't bark



hoofdstuk 7 - 10
hoofdstuk 11, § 7, p. 20
copernicus' vinger

vrijdag 28 augustus 2009

staren


De zon warmt de bomen op. Ze lossen hun geur. Vooral de den bloedt en binnenshuis de chambranten. Hars drupt door de verf.
Ik denk terug aan de gombomen, hun aroma op een schaarse vleug wind of zwaar bij het passeren.
Brandend hout, verschroeide velden, vlammen aan weerszijden van de weg, de hitte van vuur. Doorrijden dus, stoppen absoluut verboden.
Het had een vreugdeloos circusgehalte, dat hier slechts in andere domeinen te vinden is.

De dag koelt af, het bed ligt open. Het zijn dromen die de lakens beschilderen. Ik zie je handen, je ogen.
Nacht en halve maan - sterren als muggen steken de hemel open: de Grote Beer - trouw - Perseus en Cassiopeia in het zuiden... Jij verbergt je elders.
Centimeters zijn oneindig, kilometers klein.

Zo stap ik blootvoets door je tuin, zoals ik deed voordien, geblakerd en vuil door barre tijden.
Ik wil je zien, je bekijken. Ik spreid me op het pad, hang me op in tijd en wacht.


ἀστέρας εἰσαθρεῖς ἀστὴρ ἐμός· εἴθε γενοίμην
οὐρανός, ὡς πολλοῖς ὄμμασιν εἰς σὲ βλέπω.

Plato

Je kijkt naar de sterren, oh St(i)er.
Ik wou dat ik de nachtelijke hemel was
dan keek ik naar je
met 1000 ogen.

(zeer) vrij vertaald



in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

dinsdag 25 augustus 2009

's' gibt


Dat het ontploft! Wat doet dat daar?
Herlezen. Gevloekt. Hard. Schuin en pittig.
Oh ja, het lukt me om door jou, de wereld en wat andere prominente - euhm - dingen elke dag geraakt te zijn.

Weet je hoe dat voelt? Dat verse? Die bal in je maag, die vogel in je keel (think deep), die steek in het geslacht, die onverwacht binnendringt? Die klap, als je (ik) in mijn ( met mijn) rug (naar jou) sta(at) en geruisloos, maar des te voelbaarder slaat het toe.
Het is tot nu toe nooit oud, dat gevoel, nooit uitgesleten.
Vers als Koffie, zo voelt dat hier.

Heidegger zegt ergens iets als: "Taal is een gevaarlijk bezit, want ze geeft niet toe wanneer ze iets essentieels zegt en wanneer iets dat niet essentieel is."
Maar... taal is niet het enige eigenwijze dier.

Ik kan er van tegen het plafond gaan en tegelijk - ademen en ontspannen - is het... heerlijk.
Ik zie jou graag.

Vertalen is één, maar hoe te interpreteren?
Oh... het is gemakkelijk om naar de baas-knecht verhouding te gaan. Plautus' Pseudolus desnoods (161-165) en chop-chop en zo.
Of anders: als jij zegt 'spring' vraag ik dan: hoe hoog?
En dan de kok, die sauteert. Zie hem gaan zie hem gaan, vergeven is het voltooide van vergiftigen. En het heeft allemaal met donum te maken. Zet er een mi tussen en lees aan mij, de m'être? Jij.

Shitshitshit.

Ben ik onroerend goed: een steen die niet begrijpt wat je schrijft? Een vrouw die jouw achterhuis wil zijn - tuinhuis, boomhut, schelp of schoot..., sadeaans geïmmobiliseerd?
Ik blijf springen. Ik blijf die hond, die je hand wil voelen. Ik blijf gewoon dat beest.
Begrijpen doe ik niet maar liever dood dan ooit te moeten zeggen dat het niet de moeite waard is. Jij en alles wat je me bracht/ brengt.
Trommelaar, toon je dan toch!

De tekening/ schilderij die ik voor je wou maken schiet niet op. Ze ligt onneembaar in me. Het lukt niet. Nog niet.

Heidegger, de Ister, dat soort dingen. Was aber jener thuet der Strom, weiss Niemand.
Ik lees en er gebeurt een selectie in wat doordringt, waar iets van hangen blijft. Nu over de rivier en hoe zich die verhoudt tot tijd. Het verhaal van Ereignis en het terugtrekken van het woord, het es gibt om aan de horizon het zijn een presence te geven; het Schicken en dat het woord niet naar zijnden verwijst maar naar de taal zelf. En ik zoek een verband met Lacan, het Woord en het Reële. Het gelijktijdig voortgaan van de rivier in wat zal zijn en wat was, retroactiviteit.

Je woont aan een rivier, een 'gave', le don, es gibt. Water dat komt en gaat en op een plek er gewoon is. En dat dan niet metafysisch bezien. Niet als symbool of metafoor of zo.
Hoe ik het wéét dat je bent. Het weten van je er-zijn heeft niks met een beeld te maken.
Op elke bladzijde kijk ik naar jou en iets dat aan jou relateert kijkt terug. Soms weet ik niet eens wat.

Lezen, altijd meer lezen, herkennen, kennen, opzoeken en bouwen dan maar. Eerst het fundament. Tijd en ruimte en zijn enzo.
Het lukt. Het zal jaren duren. Dat ook.
Je bent ver en toch...
Het troost me niet, de tijd en het zijn en wat ik lees.
Nog niet.


hoofdstuk 9, § 8, pag. 18-21
in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

woensdag 19 augustus 2009

banaliteiten?


Ik herken het nu wel bij mezelf, het lummelen nadat een tekst, een boek gelezen werd. De dagen-buffer tussen dingen. Je gaf me stof tot nadenken dus stil staat het hier niet, maar er wordt evenmin gelézen.
De auto is ondertussen goedgekeurd en op een week tijd ben ik de helft van mijn maandinkomen eraan kwijt. Nu ja, dat zijn eerder zeldzame gebeurtenissen. Ik had Erlaüterungen meegenomen om het vetgehalte aldaar te doorbreken. Pfff.
En ach, viel dat dan weer eens mee.

De kater geeft me wat kopbrekens. Hij is vreselijk handig in het drie-dimensioneel exploreren en ik vind hem nu dus op plaatsen waar hij niet hoort. Tja, als ik er ben krijgt ie een snerp, een veeg, een tik... maar als ik het niet zie... rrrravage.... Heeft al tot interieurverschuivingen geleid. Ik denk dat ik een container laat komen. Alles weg. Behalve de boeken. Lijkt me handig wel :)
Ondertussen dwaalt je gezicht onzichtbaar, je handen aanwezig onzichtbaar.
Je werkt hard. Je was al zo scherp. Nu? Ik wil je voelen in dit leven.

Je raakt me, blijft me raken, terwijl ik in jouw rand sta? Oh, marginaal? of zo? Of was dat het ex-centrische van indertijd? Hm.

Ik weet niet wat jij bedoelt met wat je schrijft. Hoe mooi het ook geformuleerd is en hoe die stamp onder de kont als afsluiter ook lekker klinkt - ik weet niet wat je bedoelt. Ik ga het me ook niet te fel aantrekken.

Pfff, ik loop over een pad met gloeiende kolen met de intentie verbrand te worden. Zal ik dan al te zeer uit het lood gaan om iets dat ik niet begrijp? (Toch!)

Ik zie jou graag (Je naam), dàt is zo een pad, dat is gloeiend, dat is om me te verbranden. Jij!
Ik ga het/ je niet uit de weg.
Een gigantische golf van 'ik zie jou graag' als de beweging van een walvisstaart die naduikt in de oceaan.
Zo hevig in me (Je naam). Ik mis. Zeer.

Ho man, weer 34° C daar bij jullie. Hoe gaat dat? Werken bij die temperaturen?
Ik had van jullie gedroomd.
(inhoud)
Ontredderd na die droom - kapot.
Met nog je ogen die achterbleven
(The Cheshire cat)

Heidegger zegt: Aber ein Wink dahin ist hier nötig... en hij suggereert dat er een hint van het denken moet zijn die ons toeleidt - toegang geeft tot een gedicht waarbij de beelden en entiteiten waarnaar verwezen wordt (zijn dat dan zijnden) worden vermeden, zodat dergelijke toegang de interpretatie naar een (de) pure bron brengt en de poëtische taal opent als een plaats van Ereignis.
Doet me aan Lacan denken, ik vraag me af in hoeverre je dit kan zien - die hint, die Wink - als een equivalent van de lapsus, een woordspeling, een plots iets dat licht werpt op al wat er rond staat.
Soms is het ook zo als ik iets van jou lees, door één andere insteek, ongewild, een andere manier van lezen die zich aan me voordoet, wordt de rest duidelijk.

Jaja, ik weet wel dat Lacan iets met Heidegger had, maar kan ik het daar (óók) zoeken?
Hm, dat zal dan voor later zijn, als ik dan weer terug ga uitzoeken hoe die verbanden zitten.

Ondertussen... mis ik je.
Je schrijft wel, maar de afstand blijft. Ik wil je vastpakken. Me pijn doen aan je. Dichtbij.

Canetti? Oh, die stelt het goed.
We spelen (pfff, spelen?) de Pink Panther, de scènes waar die gekke Japanner zich altijd verstopt en dan bij verrassing op Clouseau springt. We wisselen al eens van rol.
Verder is hij een kei in het bedienen van de spatiebalk. Doelstelling 'koffie zetten' is nog niet gehaald. Heidegger lezen valt hem redelijk mee, tot hij in slaap valt. Žižek beluisteren doet hem ook slapen. Jouw foto eveneens.
Hij helpt met emmers water vullen. Vooral het water dat stijgt lijkt te fascineren. Kijken hoe diep een poot gaat voor hij nat wordt. Verrast zijn door de weerspiegeling. En dan drinken. Ik moet hem nu regelmatig uit de lavabo plukken. Had hij gelegenheid hij zou op een kathedraal springen. Uitgeraasd tenslotte valt hij in slaap hij hier bij mij, half op het toetstenbord of zo.
's Ochtends miauwt hij geluidloos en dan steekt hij zijn kop in mijn hand en vervolgens zijn neus tegen mijn gezicht. Dan is het alweer speeltijd.
Hij maakt me aan het lachen. Dat is goed.
Dag (je naam). (Je naam) die ik mis. Verdomme, dat kan geen kater goedmaken. Nooit.
Kater is zo dubbel.

Taal [...]

De mensen baden en voeden vandaag de dag hun honden,

Ze stapelen rijkelijk lof

op handel en wandel, de naam en de faam van hun katten.


Mensen kletsen dezer dagen rumoerig

over garen, hout en kolen.

Maar wat maakt het uit

als het karakter van de taal zich verandert,

zelfs al prijst ze baksteen, hout en stenen.


Taslima Nasrin







Heidegger heeft het over Bildwesen en ook over ...Sein Rahme grenzt das Offene des Durchscheinens ein, um es durch die Grenze in eine Freigabe des Scheinens zu versammeln.
En hier komt zowel Žižek als Badiou naar voor als ze het over het Reële hebben dat het kunstwerk maakt. Zoals bij Malevich's Zwarte vierkant bijvoorbeeld. Het is gewoon een associatie bij dat stukje Heidegger.
Pfff... die rondepot...

Duidelijk - écht duidelijk ben jij ook niet.
Dat opene dat ik zo verwensen kan... en jouw (voor mij) onrechtstreekse manier - ook al begrijp ik ze vaak niet - ... . Een antwoord haakt pas vast als het er de tijd voor is - of mijn tijd? - als twee toevallige lichamen die op één plek compatibel zijn en tot die plekken raken, doelloos lijken te bewegen, paniekerig soms, bang om het moment te missen, vreugde bij de eindelijke herkenning. Een gedachte die een andere gedachte tegenkomt.

Moe. Weer.
Ik wou dat ik je zag, dat ik je kon zien. Je gezicht.. waar is je gezicht? Lach je? Ik wil je voorkant zien. Ik wil je helemaal zi.n, Trommelaar. Toon je. Nu (en ook in het Vlaams).

Hoe (totaal niet) anders dan verwacht? Pfff, het zijn dürftige Zeiten, je afwezigheid. En toch. Ik weet dat je 'geen tijd hebt, want altijd benomen', met je handen vergroeid aan bouwmateriaal.
En misschien gewoon moe bent neem ik zonder meer aan.
Geen shiatsu dan maar (glimlach).

Een typefout in een stukje toen ik over de Trauerarbeit las en noteerde was: achterlief in plaats van achterliet. Hoe b-anaal nietwaar, droeve Dichter?

[...]
...Of dacht je dat ik niet meer naar je teksten omkeek? Ik weet niet wat ervan te denken. Die banaliteit?
De schoenen passen wel of niet, dat is ongeweten door mij.
Ik blijf ze bekijken maar ik ga verder liever blootsvoets.
Verder dus.

Interessant hoe Heidegger het woord tisin - tisis terugbrengt tot een neutrale inhoud, waar die elders als straf wordt vertaald.
Achten, waarderen - of dat nu positief of negatief is, datgene wat toebehoort geven didonai tisin.
Kom ik toch terug bij je, want het is niet de eerste keer dat het om iets gaat dat van zijn specifiek positief of negatief label ontdaan wordt. Ik ken het van jou. Maar Heidegger gaat nog verder, nog neutraler. Ruoch. Roek- veronderstel ik, van roekeloos. Roek en voeg. Eigenlijk is dat een machtig schoon spel, die woorden.

Oh, ook dit: Heidegger heeft het ook als hij het over het interpreteren van een tekst heeft, over een wiederholende Interpretation. En dat hij daarbij de tekst geweld aan doet, 'een gewelddadigheid in dit proces dat hij beoefent dat kenmerkend is in de denkende dialoog tussen denker en dichter'. Ik vind niet onmiddellijk de Duitse tekst. Maar ik moest (weer) aan je denken. Bof, ik denk eigenlijk voortdurend aan je als ik lees. Soms ben je de dichter, of de denker. of en/ en... De Schilder, beeldhouwer. (Je naam). Vooral (Je naam).
Freude... bij zo'n gewelddadig behandelde tekst. Hm, bij jou nooit voorverteerd, integendeel. Je snijdt en bijt, kneedt en slaat in elke richting.
Een vreemd ding vaak dat overblijft, op het eerste zicht. Een heerlijk ding. En vervolgens dàt er uitslaan wat nodig is om te begrijpen. Tenminste, als ik zie hoe diep en ver ik moet/ kan/ wil gaan zoeken bij duidelijke of verborgen referenties die je geeft. Ik vind het heerlijk. Het maakt dat ik tegen de muren oploop, het doet me vloeken (hm, je wil niet weten wat en hoe/hard) maar man, ik heb daar deugd aan, als dat dan stil aan duidelijk wordt, openplooit.
Soms na eeuwen pas.

Het staat ergens - en het sloeg ook op jou en op wat je soms schrijft: it brings the (poem) nearer by stressing its remoteness - de Erlaüterung is tegelijk een beweging die benadert maar ook weerhoudt. Het is zo dat het niet om be-grijpen gaat, waarbij de taal - de auteur? - tot object gemaakt wordt, maar door de niet-objectiveerbare natuur ervan te behouden verandert het je/ me. Mij.
Ach man, het was Heideggers bedoeling niet, maar zo zie ik jou: je hebt me veranderd. Je bijzondere schrift. Nog elke dag wou ik dat je kwam en terug op me schreef. Met wat je maar wil. Zichtbaar. Zodat ik er even trots op kan zijn als ik was, toen je hier geweest bent. Bij mij.

Hm, Nicole Peyrafitte's blog... spreekt me aan. Misschien minder als ze straks niet meer in Zuid-W-Frankrijk is. Ken je dit gebruik waar ze over schrijft? Heb je het al gezien? gedaan? Ik zie het je doen. Heel eenvoudig, omdat ik denk dat dit je allemaal afgaat. Ik sluit mijn ogen en ik kijk. Dan zie ik (het bij) jou. Je bent te ver van mij, dat wel.

Faire chabro is an ancient custom that is still very much in practice in the Southwest of France. It consists to add about 1/3 of a glass of red wine in your soup plate once you have eaten two thirds of your broth. The proportions are very subjective to your taste, however you need to know that it would be totally unappropriated to poor your full glass of wine into the full content of your soup! Chabro needs, and is best, with a pungent broth. It is divine with the broth of a pot roast, a poule au pot, a strong consommé or a garburo. It is very important to drink it the way it is demonstrated by my older son Joseph and my husband Pierre Joris, that is to sip directly from the plate.

... of je nog wakker bent? Of al slaapt?
Laat je horen, merk me...
Mijn voeten zijn ondertussen 'genezen'. Ik blijf doorgaan voor wat ik van belang vind. Voor dat waar ik naar verlang.
Tja, blootsvoets, over glasscherven als het moet.


Through me forbidden voices,
Voices of the sexes and lusts, voices veil’d and I remove the veil,
Voices indecent by me clarified and transfigur’d.

I do not press my fingers across my mouth,
I keep as delicate around the bowels as around the head and heart,
Copulation is no more rank to me than death is.
I believe in the flesh and the appetites,
Seeing, hearing, feeling, are miracles, and each part and tag of me is a miracle.

Divine am I inside and out, and I make holy whatever I touch or am touch’d from,
The scent of these arm-pits aroma finer than prayer,
This head more than churches, bibles, and all the creeds.

Walt Whitman uit: Song of myself





zaterdag 15 augustus 2009

a-koord


Het opheffend vermogen van het onderkennen van het absurd normaal zijn als dekmantel voor absurditeit doet me verlangen naar een neus die op straat loopt, mierenijs en een waterval uit het achterste van een olifant. Mensen die ongegeneerd rollen, een kat op een koe, schoppen tegen mijn eigen scheen en een terrorist op visite. Of. Zo.
Of een absurde held. Een totaal onechte.


hoofdstuk 8, § 5, pag. 12
in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

woensdag 5 augustus 2009

verhoudingen II


Canetti hangt als een dronkenlap in mijn arm, buik naar boven, kwetsbaar de achterpoten licht gespreid en linksvoor nonchalant over mijn hand als was het een toog. Hij volgt de bewegingen op het scherm maar zijn ogen zakken weg tot een plots iets hem klaarwakker maakt, dol ja. Ik herinner hem fijntjes dat zijn ballen eraf gaan als hij zich niet weet te gedragen op mijn schoot. Als duidelijk is wie heerst begint hij aan een onbeschaamd toilet, waarbij het onderscheid tussen zijn en mijn af en toe verdwijnt.

De kat en de maan... maar toen was ik de kat.
"Espero", zei ik zacht en hard. En "Kom".
Uit de verte vroeg je: "Is dat een bevel?"
Naakt stond mijn gebaar, gehaast het te ontkennen.

Canetti is gevuld van spel, vangt zonnestralen, jaagt de schaduw achterna. Voedsel krijgt hij slechts van míj. Dan volgt de ont-lasting.

Je omringt me met het ongrijpbare van een witte doos.
Er is geen perspectief in zo een groot ontbreken.
Hier leg ik een drol en dat is dan het richtpunt.
Ik herneem een woord dat je me ooit gaf: "Chiée!"

zondag 2 augustus 2009

Diotima

L'honneur de clore ce festival d'été de musique classique revient au quatuor Diotima.... Genoemd naar Fragmente- Stille an Diotima van Luigi Nono

Diotima, trok mijn aandacht: This composition seeks to "externalize as fully as possible that which has been internalized...that is what matters today" (Nono). The music is guided by lines from Holderlin's famous poem (Diotima was Socrates' teacher, and is associated with the concept "Time"), which are present only as unspoken meditations and guideposts written into the score in 52 places.


ochtend en Derrida voor (je naam)

Beetje vreemd nu, Canetti kwam voor het eerst uit zichzelf op mijn schoot gekropen. Ik heb nog niet eens kleren aan. Hij is zacht aan mijn buik en op mijn benen, vast in slaap. Af en toe smakt hij met zijn mond. Dat is grappig.
Koffie, ternauwernood gemaakt. Dat heeft hij me gelaten, éénhandig. Lukte wel.

Ik heb gisteren nog een en ander van Derrida opgezocht. Ik wou de oorspronkelijke tekst hebben van Le toucher, maar vond enkel verwijzingen.


mid-dachtje Heideggeren


De spanning is er nu wel uit. Leidt hier nù tot wat doelloosheid, terwijl ik wel die tekst nog steeds wil vinden. Terwijl ik ondertussen in de werken waarover ik beschik dingen zag die ik grààg wil lezen. Maar goed, maandagen zijn maandagen. Moontime. Tsss, dadaniddahdidadah... op z'n juds dan maar?

"Hoe lang duurt een analyse?" is wat zij vroeg.
Pfff, zolang het nodig is, nietwaar, Mijnheer-ik-laat-alles-open. Weet je, soms zie ik zo helder hoe het is, dat open laten, maar soms - vaak - meestal - haat ik het.
Het is het opene dat vertrouwen vraagt. Waar ik zeker van ben hoef ik geen vertrouwen in te stellen.


pfff - niks Heidegger

Niks dus. Te ellendig en te moe om iets te doen behalve slapen. En vanavond dan maar gekookt. Kip met moambesaus en banaan.
Ik wou dat ik terug mocht, bij jou. En dat je weer waterzooi maakte of iets anders, maakt niet uit wat. Alles behalve rode biet, dat eet ik niet.

Ik zag vandaag dat het bij jullie iets koeler (?) was. Maar morgen terug meer dan 30°.
Schiet het werk op, Heer van Real Estate.
La maison c'est la femme, maar la femme c'est une bitch, sometimes.


Lascaux - Liefst huid op huid

De grotten van Lascaux, óók niet gek ver uit de buurt.
Vind je het raar dat ik zoek? Ik wil tenminste iets voelen van de context ook al is dat ruim, ook al vul ik het zelf in, ook al moet ik raden. ... Flamenco, Toro, la Maison, het Weer...
Ach ik weet het niet. Ik vind, probeer me je hier en daar voor te stellen.
Ik wil je zien. Ik wil met je buiten zijn tot het nacht wordt en dan een vuur stoken en bij de vlammen zitten.

Je bent pas ergens geweest als je er de nacht bent in gegaan met mensen van wie je houdt en voor wie een warm vuur brandt. Eten, drinken, en mensen onder elkaar. Dichter of iets minder dicht. Liefst huid op huid.


Lugaux, bouwen wonen denken, Picasso enzo

(Je naam),
Ik las een artikel over ene Ferrer, kunstschilder, die er in de jaren zestig en vlg. in slaagde om 'mannen' als Dali, Chagall, Buffet, Poliakoff, Zadkine naar zijn stad te krijgen maar vruchteloos bleef in zijn poging om Picasso te overtuigen.
Ik had het eerst verkeerd gelezen, dacht dat Picasso al ooit bij hem was en dat hij hem opnieuw wou uitnodigen. Ik gooide de jaartallen ook nog eens door elkaar - enfin ik dacht niet eens aan jaartallen - en vandaar kwam ik uit bij Bataille en Beatus.

Wat leuk is, na gisteren de grotten van Lascaux is er vandaag de (vergeten) kapel van Lugaux, die ooit per toeval werd teruggevonden en waarvan de muren enz. vol met schilderingen blijken te staan, iets van de dertiende eeuw.
Oh, en jullie zijn néo-landaisen! Om de één of andere reden doet dat woord me lachen. Het is een dansend woord, vind ik. (Het voelt zo.)

Heb je wel tijd, voor andere dingen dan bouwen, werken? Denken.
Oh, wat zou ik graag in je buurt zijn. Ik kan me niet onttrekken aan het idee dat het heerlijk is om je aan de gang te zien. Je branche-omschakeling doet me vermoeden dat je gewoon heel veel, zoniet alles zelf doet en plant. En hoewel ik denk dat je nieuwe predicaat nog heel anders kan geïnterpreteerd kan worden... ik wou dat ik je mocht bezig zien, of iets er van mee kon krijgen. Het moet boeiend zijn om dat te doordenken - dergelijk project en daar al de delen van.

Mijn broer kocht indertijd een oude boerderij van toen ze die dingen neerzetten zonder fundering. Hij was geen bouwvakker maar hij heeft die hele keet gerestaureerd, te beginnen met het steken van fundamenten, en verder alles, alles.
Ik herinner me goed de gesprekken dat hij 'advies' kreeg. Het zal wel overal zo zijn, dat de beste stuurlui het schip vlekkeloos denken te kunnen besturen.
Droogweg.

Spijtig dat toen het huis eindelijk zo goed als af was hij ziek is geworden. Nu ja, hij is in ieder geval dood gegaan in de schoot van la maison. Alsof het er toe doet.


beperkt vocabularium

klote
ik mis je
ik mis je zo veel


de naam van de Buurvrouw, een grap?

Hoe kan het nu, die naam daar? Een vrouw, une actrice waar hij een affaire mee had en die hij zelfs als zijn vrouw voorstelde?
Ik kom zoveel namen tegen in die tekst van. Moet ook regelmatig lachen en twijfel soms aan het waarheidsgehalte van wat hij schrijft, soms net iets te gekleurd is om dan later weer bij te trekken.

Bij het verhaal van Rosa werd ik 'sad' - ik twijfelde tussen verdrietig, bedroefd, en nog iets maar 'sad' lijkt me gepast - omdat er zoveel versies van in omloop zijn. Weet je, het lijkt dan alsof het niet om één maar om vele vrouwen gaat, die elk een 'avontuur' met hem hadden en daar mee wilden afrekenen, terwijl het om één vrouw gaat en veel vertellers met wrok (of niet - die op één of andere manier toch iets willen poneren).
En ik dacht ook aan ... . Iedereen vertelt maar wat.

Je bent overtuigend en ik wou overtuigd worden. Ik ben overtuigd. En in dat woord zit genoeg. Ik wil dat je...
Want je zou terugkomen.


gebouwd, getouwd, alles in je handen

Ik ben vaak meer dan moe, maar ik ben jou niet moe.
Ik wil je zo graag zien. Ik weet ook als ik zeg: "Als ik maar iets van je merk... dan... ", enz. En als ik dan iets zou merken dat ik blij zou zijn, maar onmiddellijk denk: ik wil meer. Ik wil veel meer. Alles willen, zei je.

Vervulling: Gevuld. Getekend, geschilderd, volgeklad, afgebroken, gebouwd, getouwd. Alles in je handen. Zo dicht bij.
Mmmm, ik zie jou graag (je naam).
Zeer.

Shaddaï?


Es reiche aber,
Des dunkeln Lichtes voll,
Mir einer den duftenden Becher,
Damit ich ruhen möge; denn süß
Wär' unter Schatten der Schlummer.
Nicht ist es gut,
Seellos von sterblichen
Gedanken zu sein. Doch gut
Ist ein Gespräch und zu sagen
Des Herzens Meinung, zu hören viel
Von Tagen der Lieb',
Und Taten, welche geschehen.

Hölderlin - Andenken


Adorno - Hegel, three studies

(Je naam),
(Je naam). Hoe dikwijls mag ik hem zeggen, schrijven, denken?
De laatste pagina's van het werk in het verschiet. Tussendoor Taussig over Benjamin en tegelijk een aantal reddingen hier binnenshuis waar Canetti de andere hoofdrol in speelt. Hij groeit als kool en springt erg hoog, is geweldig levenslustig, mooi om te zien. Ik toom hem niet erg in, hij krijgt de ruimte, beperkt tot één kamer, maar wel van hem. Mij krabben en bijten mag niet, de enkele pogingen die hij onderneemt worden vlot afgebroken. En als hij me ziet, nadat ie alleen was is het altijd een geluidloze miauw en vragen om gestreeld te worden.
We lopen elkaar niet in de weg. Af en toe hindert hij bij het lezen of aan de pc.

Erlaüterungen staat dus nu mee open. Ik wissel af. Maar ik wil dat éne vandaag afwerken. Ik vermoed dat ik morgen de twee andere boeken uit zal hebben. En dan zullen de volgende die nog niet zover gelezen zijn naar voor schuiven.

Het lukt wel zo. Ik krijg echt wel een en ander verwerkt. Gelezen.
En het verwerken komt daarna, als ik weer andere dingen lees en koppel. Enzovoort.

Wat me mankeert ben jij. Ik mis je en dat is zo. Het is een stuk dat nergens past en voortdurend wringt en schrijnt. Als het even rust en zich lijkt te zetten, dan schijnt de zon en zwelt het en springt het weer alle kanten uit. Of het wordt koud en treurig en het krimpt en zoekt warmte.
Ik mis je.
Ik wou dat ik vaker mocht merken. Dat je met me spreken/ schrijven zou. Dat ik wist hoe het jullie vergaat. Of dingen volgens plan verlopen met het project.
Kom?
Mag ik komen?
Ik zou best mijn handen uit de mouwen willen (en kunnen) steken.


brand mijn vingertoppen weg

Ja ik haat van je. Zo veel. Het doet pijn. Verdomme, het doet pijn. Is dat wat je wou?
En ik mis je. En ik wil je zien. Ik wil dat je... Ik wil me...
Maar heb ik dat niet steeds gedaan, ondanks alle verzet en het vragen om van alles... me overgeleverd aan je pijnlijke willekeur.
Het mentale spel is zwaar. Och, mocht ik het wel 'spel' noemen? ik, het vergeten speelgoed in de hoek van de kast. Donker.

Verdomme.
Man, ik wil je pijn doen, ik wil je bijten en slaan. Ik wil dat je me merkt. Aandacht, verdraaid, die stomme ( --- ) krijgt zelfs aandacht.

Prince van Aquitanië? Ultieme liefde - sprak je van
Uitgestrekt. Gebonden. Geblinddoekt. Geen stem.
Brand mijn vingertoppen weg, mijn beeld.

Ik zie jou graag. Ik zal het blijven zeggen, stemloos. Ik zal het schrijven als een wolk. Die stuur ik naar de Pyreneeën.


gaude mihi


gaude mihi
gaude mihi
gaudeamus igitur
gaude mihi (je naam).


weer - On - Weer

Weer - On - Weer morgen. Bij jullie.
Kan je huis het hebben, een fikse bolwassing, regen, wat hagel, wat wind enz? Bah, misschien wordt het niet zo fel.
Hoe ziet jullie huis er uit, (je naam)? Is het groot? Ik begreep dat er heel wat werk aan was. Wat zou ik graag af en toe iets horen.

Ik mis je, snap dat dan, ik mis je toch
Waarom zit je zo onder mijn huid - en ach, ik wil je niet weg

Der Nordost wehet,
Der liebste unter den Winden
Mir, weil er feurigen Geist
Und gute Fahrt verheißet den Schiffern.
Geh aber nun und grüße
[...]

Hölderlin - Andenken


needles and pins

En heel op het einde kwamen de naalden. Pfff. Waar had jij ze 'verstopt'?
Zal je?



ontmoedigd

Ik las net - probeerde net een tekst te lezen van een 24-jarige. Ik werd er ellendig van.
Zie mij: elk woord dat je me stuurde moest ik opzoeken, elke zin, elke uitspraak. Niets - niets wist ik. En nog steeds, och, wat zou ik toch wéten! Achtergelaten voel ik me. Zelfs geen hond meer; slechts een halve, de rest afgevreten door de beesten.

Waar ben je? Waar ging je dan plots naar toe? Je noemde me object en teef en ik moest gehoorzamen en luisteren.
Je scheurde mijn leven in twee, voor en na en dat is het mooiste dat gebeurde. Maar ik ga kapot.

Dacht je dat ik niet meer zou 'komen'. Ik kom verdomme elke dag, elke keer als het me bekruipt, als ik mijn keel voel barsten van verdrietpijn en als ik ontplof achter mijn ogen. Ik kom tot je zegt dat het niet meer mag.
Ik mis jou, (je naam), en jij denkt niet eens meer aan me. Denk ik. Of?



hij zit op zijn Pyre-"Not done"

Met zoveel uren tussenin
lijkt het niet alsof
zoveel uren tussenin
want binnenin is
niets
anders
anders
niets
ik mis en in
mijn keel steekt
even dwars
nog steeds het pijnbot -

onverteerd


ik huilde plots onderweg en dacht: hij zit op zijn Pyre-"Not done".
Want je zei 'komt-nog' en 'mettertijd' en nooit: "Nee".


hm - electricity?

Kans dat je zonder valt? Of zonder verbinding? Met het voorspelde onweer?
Rafales en grêle enzomeer. Pfff, moeilijk om het van hier precies te lokaliseren, maar als je regio vermeld staat zal het niet ver uit de buurt zijn.
Kan me de situatie bij jullie niet voorstellen. Hopelijk zijn jullie, tja, bestand.

Ik zal me weer herpakken. Vandaag misschien niet veel meer, maar morgen dan toch echt beginnen aan Nr. 4
Tsss.
Moest ik ook nog genieten, Mijnheer (je naam)? Van?
Vertel het me dan. Vertel me dan iets.



prachtig geweld


Prachtige mens die je bent.
Ik vind jou geweld - hoe zou ik kunnen stoppen met je graag te zien alleen omdat je me niet meer (be)ziet.
Ik ben vreselijk kwaad. En ook niet. Het loopt door elkaar.
Ik - aan-denken - denk aan je


teruggevonden? verloren

Wo aber sind die Freunde? Bellarmin
Mit dem Gefährten? Mancher
Trägt Scheue, an die Quelle zu gehn;
Es beginnst nämlich der Reichtum
Im Meere. Sie,
Wie Maler, bringen zusammen
Das Schöne der Erd' und verschmähn
Den geflügelten Krieg nicht, und
Zu wohnen einsam, jahrelang, unter
Dem entlaubten Mast, wo nicht die Nacht durchglänzen
Die Feiertage der Stadt,
Und Saitenspiel und eingeborener Tanz nicht.

Je schreef - bewust of onbewust - 'teruggevonden'. En nu? Is ze weer verloren gelegd? Een verzopen kat op een natte regendag?
Het regent hier al een uur of 5 - 6 aan een stuk.
Soms - pfff, nu ik zo geïnteresseerd ben geraakt in het weer (!) - en vaker dan soms, lijkt het alsof het hier een zwakke versie van bij jullie is: Is het bij jullie snikheet, dan is het hier ook best. Onweer bij jullie, wat gerommel in echo hier, rukwinden en felle regen ginder, nattigheid in deze contreien.
Ik moest misschien maar een carièrreswitch doen. Het heeft iets voorspelbaars.

Enfin, (je naam), ben je er? Ben je daar?
Zeg je nog eens iets?
Hier: ik bekom van wat dromen. Ik schrijf ze je niet meer, zoals ik deed. Het heeft weinig zin.
To blog was fijn. Een hele poos. Toen jij begon te lezen was het nog fijner. Nu ... niet zo meer.

Andenken dan maar?

Wenn gleich ist Nacht und Tag,
Und über langsamen Stegen,
Von goldenen Träumen schwer,
Einwiegende Lüfte ziehen.

Hölderlin - Andenken


hoofdstuk 9, § 7, pag. 27 - 31
hoofdstuk 9, § 8, pag. 1 - 2
En god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

zondag 26 juli 2009

(aan)geraakt


When my gaze meets yours, I see both your gaze and your eyes, love in fascination, and your eyes are not only seeing but also visible. And since they are visible (things or objects in the world) as much as seeing (at the origin of the world), I could precisely touch them, with my finger, lips, or even eyes, lashes and lids, by approaching you—if I dared come near to you in this way, if I one day dared.

J. Derrida - On Touching

Ultiem.

vrijdag 24 juli 2009

verhoudingen


Wie dood is kan ik begraven. Of verbranden.
De schepen liggen als potvissen tegen het strand, als lege arken, spookhuizen die roepen uit het raam: is there anyone home?
Gedachten robbelen tegen het spant.
Ogen.

Ik overweeg of ik een kunstwerk kan maken met lege verpakking van kattenvoer. Die Charel eet nu al dubbel. Straks blijft hij groeien. Dan worden mijn handen te klein en verhuizen we, naar een bos of zo. Of naar het Zuiden waar we wellicht niet welkom zijn?

Ik krab mee aan de mat en vang namaakmuizen terwijl hij voor het eten zorgt en we zwemmen in de rivier, kattig, fel. We eten er forellen. Bijvoorbeeld. Er staat veel Vlees op het menu.
Op het menu, maar niet op het budget.

Goed maar dat ik niet op de kattenbak hoef. Het zou te omslachtig zijn met die voortdurende bloeddrukval. En de bak te klein voor twee. Dat ook. Pogingen om de Kater zijn ding op de wc te laten doen heb ik nog niet ondernomen. Het kattenzand zuiveren is als zoeken naar schelpjes op het strand. Wat een vreugde.

Canetti heeft gewoontes. Hij bekijkt me. Als ik op de wc zit gaat hij links ernaast zitten met zijn kop omhoog.
Fotograferen, tekenen en schilderen door de ogen van de Kater. Ah, de kater, elke ochtend is hij er. Ik heb hem ingeruild voor wijn. Hij begroet me met een geluidloze miauw en duwt zijn kop in mijn hand. Hij spint in twee registers. We spelen hockey en dat laag-bij-de-vloerse mormel wint. Steevast.
Enzovoort.

Jou zou ik kunnen slaan, hem niet.
Jou zou ik kunnen krabben en bijten, hoewel dat niet in mijn aard ligt. Hem niet.
Jou zou ik kunnen beminnen. Hem niet.
En dat zijn maar een paar verschillen.

De onderburen betreuren een plant op hun terras, omgewaaid door de felle wind vooreergisteren.
De kerkklokken luiden.
Betreuren...

Wie dood is kan ik begraven. Jou niet.
(Gisteren schreef ik je niet. Of toch? Dat ik niet denk dat ik je graag zie. )

dinsdag 21 juli 2009

Obéissance


Le Maître a sur l'esclave une puissance entière;
A l'Océan ému le Maître dit: «Assez!»
Et l'Océan craintif, abaissant sa crinière
Comme un lion soumis qui rentre en sa tanière,
Rappelle d'un seul cri tous ses flots dispersés.

Le soleil dit aux champs que sa chaleur féconde:
«Que la moisson sur vous étende son tapis!»
Et la moisson bientôt montre sa tête blonde,
Où l'on voit, quand le vent la courbe comme une onde,
Quelques bluets perdus dans un monde d'épis.

L'Aurore en s'éloignant ordonne à la prairie
De parsemer de fleurs l'herbe qu'elle perla;
L'Aurore à son retour trouve l'herbe fleurie.
Et vous, vous m'avez dit de votre voix chérie:
«Faites vite pour moi ce drame.»—Le voilà!

par A. Dumas, (le nom du) père

zondag 19 juli 2009

als de hondsroos bloeit


Liefde is een bijproduct...
ik vlij mijn kop over mijn poten en hef de staart naar een afwezige maan.
Staren naar... Oh Koning van de Vliegen, god met borsten die niet spreekt. Ben je leeg? Ben je moe?
'Om hoeren geven we (niet) noch om het paard.'

Zo slaan je Sporen ongenadig diep in dijen. Een burger - verontwaardigd - ki(c)kt en ik, de hond, de teef van dienst, ontbloot gegromd mijn tanden: 'Wee, die naar mijn meester vliegt!' [...] de handen van de onverlaat doen zakken, zo dan ook zijn heet gemoed.
Kruiselings weerom plooi ik mijn onderdanen, kijk af en toe omhoog - met die ene wenkbrauw, dat ene oog - zoals een hond dat doet.

Je hand valt langs je stoel. Moe en stijf van werken. Ik lik ze tot gevoel.
En jij die alles open laat... je... laat me toe.


Graag (willen) zien,

het is te puur, te levend, te dodelijk, hoe dit vanzelf zich schrijft,
opnieuw
opnieuw
opnieuw
...

zaterdag 18 juli 2009

matador



'Más cornadas da el hambre'

Hoe verhakkeld ik hier lig.
Tauromachie... dances met stieren. Op je horens is mijn bed. Wie geeft wie de dood?
Ooit, als je komt - uit de juiste hoek, net voor je binnendringt - verzamel ik je oren.

Stilte.

Ik heb je
-niet - lief.

dinsdag 14 juli 2009

désir


In the year 676 CE, on the eighth day of the first month of the Chinese calendar, a Buddhist priest named Yinzhong gave a lecture on the Nirvan Sutra at the Faxing Temple in Guangzhou. Suddenly, there rose a gust of wind, and the flag started swaying. One monk suggested: "The agitation of the wind!" Another monk remarked: "No, it's the agitation of the flag." Huineng, a monk of humble origin who later rose to prominence in the Buddhist tradition, interjected: "What is in agitation is neither the wind nor the flag, but the human heart" (Yifa Pagoda Chronicles). This is the quote Wong Kar-wai projected onto a background of rising and falling waves at the beginning of his film Ashes of Time.1 The message is clear: what creates restlessness, what stirs motions and emotions in the universe, is desire.

Sinkwan Cheng
Comparative Philosophies of Tragedy: Buddhism, Lacan, and Ashes of Time
MLN - Volume 123, Number 5, December 2008 (Comparative Literature Issue), pp. 1163-1187

zondag 12 juli 2009

werktitel


Hoe dan? Al lang wordt een oorlog 'el amor' - jij - en dat het zo is dat landschaploze niemandsland waar ik in bouw zonder wonen.. Godverdomme, hoe hard moet ik dan stampen? Hoe hard me in de aarde van je bekken om een antwoord drijven ? Hoe fel mijn handen klappen rond je ribbenkast? Echoloos marimba op je schedel...?
Het holle van gemis? Ellendig en tegelijk het leven zelf dat als een worm in me kruipt (ach - wat schrijf ik... als een beest me penetreert? ) Een mens zou niet..., er komen vreemde dingen uit.
Maar een mens ben ik niet, ik ben (g)een vrouw.

En als mijn armen als een schroef de lucht doorwringen... weet:
het één is niet alleen. De hielen branden, er is vuur,
er is muziek in pijn,
waar stenen malen, handen rijzen, vuisten dalen,
het zingen van een zweep, vingers op de spanning
van een snaar.
Het is (...) geleden en het lukt me nog altijd.

Je kijkt - kijk je dan nog steeds? -
terwijl je slaan me doet kadansen
alsof het adem is in leven,
het dansen dat ik voor je doe een meten.
We vechten om ter langst:
je linker wordt zo moe.
Ik vraag ik vraag ik vraag,
stamp voeten op de steen
en veeg met stof en rok een warrel lucht.

Statenloos,
het vaderlandschap lang verloren,
herboren in wat liefde heet.

- Of ik schoentjes had met hakken, vroeg Mijnheer, en ik zei neen. Mijn leven ís haute perchée, weliswaar op blote voeten. -

Bloed zal je vegen,
een applaus met zes vingers,
het leer over het lijf,
van hand naar dier... huid in huid.

- "Moet ik stoppen?" vroeg je, "Wil je dat ik doorga?" -

Dat het eeuwig dure, de zindering, de pijn,
het mateloos ultieme. De weer-zin
in het klakken van het naakte vel,
het rukken van je lijf, tegen koor en weerstand in.
((Waarom) Heb je opgegeven?)
je onbeleefde ritme.

Zingen
laat alles zingen, je handen, de molen, stenen en boeken, woorden en mij.
Dat je muziekte me penetreert - en vice versa vaneigens.
Ik ben aan het vallen - Houd me vast -
Ik dans me kapot, de grens voorbij.

Je was lief ... Alsof ik het voor het zeggen had.
De rugzak, het opgeborgen arsenaal en als laatste
- na de zorg en het verhaal je handen die me lieten:
de zetting van je oog, de streling van je haar, de koffie na de Koffie -
... vouwde je je weg, plooide uit mijn leven.
Mijn ogen op je rug nam je mee.
Ik blijf en bleef blind ziende en elke dag kan ik dieper kijken.

Er is een vreemd begin
de eerste schildersstreek
- waar een gat gegraven wordt leeft een woekering.
Zo is geen Meester zonder slaaf. Geen pijn zonder vreugde,
noch vertrouwen zonder overgave.
Gemakkelijk is niet.
Genot.

donderdag 9 juli 2009

bouwen wonen denken


Frankrijk, la douce France... Waarom la douce?
Klote ook.
Gedraag je. Dat is een bevel ja. (Niet!)

Het werk hier schiet op. Nog een paar uren en dan kan ik terug gaan lezen. Eindelijk.

Weet je nog, die bouwvakfoto van je? En onvergetelijk dat huis-vrouw gezegde.
Eigenlijk zit in bouwen toch poëzie? Maar ook echt - ik bedoel, al de materialen, het passen, berekenen, bedenken, uitvoeren, componeren, Ornament ist verbrechen... Het zal ook best hard labeur zijn, maar...: het vinden van geschikt gerief voor wat je wil, of dat eigenlijk zelfs het gevondene jou vindt, want je wist niet wat je zocht tot je het tegenkwam en de mogelijkheden ervan zag.... dat soort dingen.

Bij de verbouwsels die ik me van vroeger herinner was er vaak een betonmolen. Die zong. Daar zat ritme in. En als het werkje te klein was, dan werd op de - ook al uit beton gegoten stoep - mortel gemengd. Later bleef dat dan een gladde plek. Soms mochten we een letter erin schrijven, een datum (een Einmal)... of liep de kat erdoor.
Kattenpootjes voor eeuwig en een dag :)

Ik haat het: not done.
Jij bent degene die me zei: als iets niet mag, is het juist interessant om te kijken hoe je dat creatief kan aanpakken. Een verbod? zet aan tot het uitvoeren van het verbodene.

GVD, door dat excel-werk ben ik de draad helemaal kwijt. Ik weet niet meer wat ik aan het lezen was... En ik wil jou lezen. Ik wil dat je terug schrijft. Niet alleen met je ellebogen in het bouwwerk roert - met je...

Je denkt toch niet dat ik denk dat een kater jou kan vervangen?
Het is een lief beest, maar dat is ook al.
Ik wil over de grens... ik wil bij je mogen zijn. Gedachten? Niet alleen in gedachten. Ik wil je voelen. Dat moet kunnen. Je voelen met al je geweld en zijn even geweldige tegenspeler: de hand die slaat en die die streelt.

Dan lees ik: Carlos Saura in de buurt bij jullie? Met een tentoonstelling van zijn foto's... een filmvoorstelling... Flamenco...
Instant Vengo-associatie! Hmmm, het bloed dat stroomt. De anarchie die je benadrukte... Vengo dus.

Op de Heideggervraag... wil je niet antwoorden? Jammer. Natuurlijk zou het me beïnvloeden, maar is dat erg? Alles wat ik doe sedert (...) is ten gevolge van jouw invloed. Ik ben er niet rouwig om. Het is niet allemaal even prettig. Nog maar eens: ik ben er niet rouwig om. Er is meer dan grijpklaar plezier. En ik ben ervan overtuigd dat als je me iets zou aanrijken, het alles behalve grijpklaar is. (Typefouten bestaan niet...). Dat is het nooit geweest. Niets.

Terug maar weer bij de les: het was leuk om even naar dat boek van Copjec te dwalen, de analoge uitspraak met Roi Ubu, 'Imagine woman does not exist... '.
Nu naar tekst en de impact ervan daar zien te grijpen.
Traag? Ja hoor. Maar ik kom er wel. Na dat creatieve gebaar van je, kom ik op plaatsen waar ik voordien zelfs niet van kon dromen.

En dan plots helemaal overlopen. Gewoon: vervuld, opgewonden - een gek gevoel van teveel in mij toen ik net wéér aan je dacht. Overvloed.
Eenvoudig: overvloed en weelde.
En dàt is een goed gevoel, (je naam).


hoofdstuk 7, § 11, pag. 1-11

hoofdstuk 9, § 7, pag. 4-8

maandag 6 juli 2009

troef


Ochtend en het licht dat door de voorkant binnenklimt. De stilte van het bed verschilt in kleur niet van het gemis. Daar is te groot de ruimte voor het lijf. Markering zoeken in je handen - waar je me raakt houd ik op - zonder geraakt te zijn is de wereld te wijd.
Ik weet niet of ik het je ooit kan uitleggen, of je het ooit begrijpt hoe het niet voelen, niet merken, me doet verzuipen. De uren zijn getekend, de dagen, in hun open-heid. Het achtergelaten baken verkleint. Rest vertrouwen, dus, dat stand houdt in onzekerheid, zuiverder dan de veiligheid van het weten.

Soms vind ik je. Teruggevonden? Ja. Kijk naar mij! Waarom ben je als water? Je loopt weg, verdampt, verdwijnt... Je vorm (her-)ken ik niet en als ik mijn handen komklaar houd... waar ben je toch? Nachtelijk en overdag breek je door - onverwacht. Water in een zakdoek dan. Teruggevonden inderdaad. Waarom zo, verdorie, en niet omgekeerd?
Ik wou dat ik een bedding was aan de voet van je Pyreneeën dan kon je in me vloeien.

Ik vroeg je vorige week:
"Zie je ze van bij jou?" en... dat ze er altijd zijn ook al zie je ze niet.
Net als jij.
En dan was er Heidegger met het 'Hervorbringen'.
En Benjamin, die er de Freitod vond.

“Was ist eigentlich aura? Ein sonderbares Gespinst von Raum und Zeit: einmalige Erscheinung einer Ferne, so nah sie sein mag. An einem Sommermittag ruhend einem Gebirgszug am Horizont oder einem Zweig folgen, der seinen Schatten auf den Betrachter wirft, bis der Augenblick oder die Stunde Teil an ihrer Erscheinung hat – das heisst die Aura dieser Berge, dieses Zweiges atmen.

(kleine Geschichte der Photographie - W. Benjamin)

Vannacht sliep ik weer op het terras.
Het koelde af en de nu bijna volle maan met die vreemde oranje schijn, de sterren, de luchthelderheid, het volgen van een vliegtuiglicht... en de wind die het net nu en dan deed bewegen, compenseerden voor het feit dat ik mijn rug breek op die stretcher. (Is dat niet een (afgezwakte versie van) keuze tussen doodgaan en eerst nog eens genieten? Ik zocht je tekst terug. Ik koos voor het genot boven het leven, (...) de moraal voor paal. Het vervolg is gekend.)

Nu is het wel dat 's ochtends het klokkenluiden vlakbij, keffende honden en rokende onderburen me verzekeren van tijdig ontwaken, zonder goesting om op te staan. Het luie genieten, de geur van het eerste ontbranden van de rookwaar helemaal in me opnemen, één van de lekkerste die ik ken... en jij...
Rook je sigaar dan, liefje, en als de asse sissend sterft in de holte van mijn arm, kijk dan naar het noorden, zoals eertijds, bij de foto's door het raam.

Het alleenzijn is soms jammer dan. (...) iemand in de buurt (zielsverwant en lichaamsmaat) , niet om onmiddellijk tegen te praten - een ochtend is als een sneeuwtapijt... - maar om te weten: "Heerlijk dit moment van oppervlaktespanning", tot die gebroken wordt door een toeval of... een noodzaak... of de kat die ontstuimig aandacht eist. Of dat er ongevraagd een kop Koffie komt. Of je net degene mag zijn die het die ander zomaar kan geven.

Ik kan me een ochtend indenken, een hele specifieke met t-rouvailles en bargoense taal en die grijns - je ogen blonken geweldig, weet je - als je die Andere Koffie serveert.
Goedemorgen, (je naam).


Compilatie van recent geschreven, gelezen, verstuurde, gedachte en / of verwerkte stukken uit:
hoofdstuk 9, § 6, pag. 28 - 30

hoofdstuk 9, § 7, pag. 3-5

vrijdag 3 juli 2009

mmmmmmm


Let me take you down, 'cause I'm going to Strawberry Fields...

.

zaterdag 27 juni 2009

l'unique trait de pinceau

En af en toe - Schilder - je me verder

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
(afwerking)
en vele andere reeksen

vrijdag 26 juni 2009

?

(Toon: wanhopig, verdrietig, niet-begrijpend en dood-moe)
God-in-frankrijk, praat met mij, Kerel van 'oenoemjegie?'.

Waarom zeg je niets, zodat ik tenminste - met alle onrust in me - niet kapot ga. Zodat ik de overgave die je vroeg, bestemming kan geven. Stem kan geven en een plaats. Ze te bewaren, voor 'komt-nog' en 'mettertijd', verre dagen van 'ooit, maar zeker'.


Waarom ben je zo wreed?

"Aandacht", zei je, "krijg je als teef, ik zou ze maar aannemen", wat ik deed, ongebreideld, en jij gaf, voluit, veel meer dan je aan een hond zou geven. Waarom dan plots niets meer? Ik ben toch geen huisdier dat je dumpt als je verkast?

Laten we het even niet over verstandig-zijn hebben of over normaal en gek en geschift, sublimeren, schaamteloosheid enzovoort.

Je bent de zon die me zocht en toen werd je de noorderzon. Als al de bakens open blijven is er geen vrijheid meer.

Eerste ervaringen zijn doorgaans onelegant, schreef je...
Maar dit was je eerste niet.
Afwerking, alstublieft Mijnheer?

Het huis is de vrouw, de schoot is het huis. Bouwen IS wonen en een grens niet het einde maar het begin.

Hier liet je vensters en deuren openstaan waar je elders weer ging renoveren.
Verval heeft overgenomen bij mij.

Er is geen beschutting meer, sinds je...

En de zon ben je nog steeds.
Hoe verklaar je de breuk tussen gevoel en rede, tussen de daad en het oordeel van het koor?