Posts tonen met het label god-dog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label god-dog. Alle posts tonen

donderdag 23 september 2010

leda et le signe

Leda and the swan

A sudden blow: the great wings beating still
Above the staggering girl, her thighs caressed
By the dark webs, her nape caught in his bill,
He holds her helpless breast upon his breast.

How can those terrified vague fingers push
The feathered glory from her loosening thighs?
And how can body, laid in that white rush,
But feel the strange heart beating where it lies?

A shudder in the loins engenders there
The broken wall, the burning roof and tower
And Agamemnon dead.
                                         Being so caught up,
So mastered by the brute blood of the air
Did she put on his knowledge with his power
Before the indifferent beak could let her drop?



W.B. Yeats (uit: The Tower, 1928)

woensdag 12 mei 2010

beware of ƃop


Kwam een man voorbij
daveren
de kanonnen. Zo na
om -na-
wenteling nog
de echo, onvangbaar
in armoe
van het woord. Ik
kruis mijn armen
over rafels
van het veldkleed dat hij liet. Nauwelijks
verholen het reële.
Ook de ogen
moeten dicht, de mond
genaaid, ontledemaat.
Onthand
en blind en naakt ligt
net naast mij
een blanco vel.
Het is al maanden leeg.
Wat gezegd noch geschreven
wordt veroudert
niet en
is toch eeuwig.

Schallende lach. Stultifera navis. Wel verdraaid.
(Ach, lachers hebben geen brood. Hahahahahahahaha.)



in:
onafgewerkte tekst

hoofdstuk 7, § 11, p 1 & 11
hoofdstuk 9, § 11, pag. 26-27
hoofdstuk 10
En god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

dinsdag 20 april 2010

sfeninx


ik zoek de
omheinde de
stad de schoot de
deur
-post de geur
de handlijn die

dag
je ging voor

goed.

vertaal je
heilige tong
niet

dag brecht
celan en
de anderen

dag
je adem
onverdeeld

uit puinland

donderdag 24 september 2009

egeaux?


de stille wijs of net heel luid van elke klok gelijk, klinkt het sijpelen van wat zurig bijt: een tepel hier daar een lul, wat smegmaat interjunctie; zo lijmen letters en de woorden niet alleen, maar ook gelijk geschoolden; hele zwermen vogels uit de zelfde kooi en kuddes, zij die leerden aapnootmies nu op niveau 'gevorderd' - great minds to be - opgeklede skoda's
speeltijd: klasje uit,
plasje doen nu allemaal saam: sympathiek geschreven venijn
klatergoud dan maar.
ik spuug wat pseudo-spul, pretentie wordt mij afgeleerd en ook het...


médusitation (16 décembre 1967)

La poésie n’est pas poétique, c’est une épouvante.

À l’origine est la Méduse, de son tronc de corps
décapité coule le sang en flots et de ce sang naît

Pégase, le cheval ailé.

Ce n’est pas beau, c’est horrible.

La poésie a comme source le meurtre d’une épouvantable
fille, la poésie a pour origine un crime :
la poésie est un acte sadique, masochiste.

Ce n’est rien de charmant, c’est plutôt abominable.
Horrible.


Tout court, la poésie n’est que le mensonge, la sur-

compensation de quelqu’un de mauvaise foi, d’un menteur.

Et ce n’est pas un crime de compter les syllabes, de se
forcer à faire des rimes ? C’est contre nature.

Évidemment, chevaucher un dada ailé, ce n’est rien de

bien joli, ni de recommandable.

La poésie, la poésie, fleur bleue, attitude romantique ?

Eh non, la vulgaire escroquerie de quelqu’un qui cache

son infériorité derrière des joues gonflées et qu’il

essaie d’installer comme une merveille !!!


Raoul Hausmann, une anthologie poétique, Al Dante/Transbordeurs, 2007, pp 144


Een kind wordt geslagen, en Mijnheer slaat er niet naast.
Zo gaat dat met spiegels? Je ziet jezelf erin en toch merk je dat het niet hetzelfde is.
Vragen. Bijvoorbeeld: heeft het lustprincipe te maken met het spiegelding? Zo ja: wat? En het lustprincipe (het Jenzeits dan maar) en het Sadeaanse register: que? En zo veel meer.
Over het bloggedoe: Hm, je hebt me eens gezegd dat het niet is omdat je het anders beziet, dat je niet eveneens IN de wereld staat. Ik probeer me te handhaven. Ik weet niet waar je naar toe wil. Ik zei eerder: het lijkt elke keer alsof je me als 'de Ander' duwt - kneedt, als een hond die afgericht moet worden. Ik ben misschien niet eens een goede hond. Alles staat elke keer op losse schroeven - Als het om spanning gaat - wél... Het knijpt mijn keel toe.
Hondsmoe


maandag 21 september 2009

op hurken


god op hurken
hoe vuil je handen schitteren je ogen je lippen nat gedoopt in gradenrijke wapens hoe breekt je gezicht niet meer lijkt het of je heler wordt van sterren vreugde en een maan om naar te kijken geluk zo lijkt hakt niet langer als een wurgbal door je lijf dat plooit en breekt precies zoals ik het nooit zag
hoe scherp je knieën en je tong nu je vingers vaker zwijgen tot het zelden spreken het wringen slaan en kloppen het zaagblad dat weerszijds je longen schraagt mager lever nier
lichaamswerkwoorden
tijd houdt je handen open aan de rivier gave de randen
weet je dat goud bijna hetzelfde zingt als aluminium er is een Bachconcert in zand ...... ik luister van ver aan je warme kleur persik mijn oor tot er een afdruk komt
wind doet de bomen praten van ginds tot hier en terug ...... hoor je me
weet de gods-namen die ik je geef omdat jij me je god noemde tegen haar ...... ontkennen was bekennen niet ...... ik tel ze verder dan mijn vingers en de liefste tot nu de voeder met de vele borsten ...... honger Shaddaï ...... kom dan toch
je mateloze openheid is wreed je zwijgen een dubbele deur
ik zoek je merk je teken ...... rest die streek onder mijn huid
de barst begon te groeien en werd een kweekschaal ...... tuinman tussen nacht en scha die eeuwig werkt in mij
het licht viel door de kier ...... blind en oorloos bracht je me jij machtige Slang ...... oordloos werd ik woordloos worden woorden oordoos woorddoos woorddood
god op hurken (eenvoudigweg je naam)
hoe langer hoe verlangen

zaterdag 19 september 2009

Avec moi dieu-le-chien...

Avec moi dieu-le-chien, et sa langue
qui comme un trait perce la croûte

de la double calotte en voûte

de la terre qui le démange.


Et voici le triangle d'eau

qui marche d'un pas de punaise,

mais qui sous la punaise en braise

se retourne en coup de couteau.


Sous les seins de la terre hideuse

Dieu-la chienne s'est retirée,

des seins de terre et d'eau gelée

qui pourrissent sa langue creuse.


Et voici la Vierge-au marteau,

pour broyer les caves de terre,

dont le crâne du chien stellaire

sent monter l'horrible niveau.


Antonin Artaud (1896-1948)


zondag 13 september 2009

vrijdag 4 september 2009

tu es là quand...?


Ik lees en niet. De rivier is wijd maar nergens diep. Het lukt me niet om te vinden nu. Le Trans - verre... vlot niet. Dan denk ik weer: de spiegel... daar zal te vinden zijn. Maar tu n'es pas là, (Je Naam). Ik vind je niet.
Het zwijgen... je zwijgen, ellendig toch. Nergens merk ik je.

Canetti neemt mijn lijf voor de Périgord als hij wat eeuwig lijkt met zijn kop diep in het stof rond mijn plooien wroet. Ondertussen kneedt hij en mijn huid is doorprikt: mijn buik, het dunne vel op de borsten, mijn dijen. Hij doet het met zijn ogen dicht als een heel klein katje, en spint - neen, knort haast als een varken. Hij is al redelijk groot nu, meer dan 4 maanden. En af en toe kijkt hij naar me met de meest intense blik om me dan gelukzalig verder te martelen.
Truffels vindt hij niet.
Of... ?

Ik wou dat jij het was.

Ik viel in slaap en vroeg: zou je ooit iets liefs voor me doen? Maar dat deed je. Het liefste deed je toen je hier was.
Het ene kan iedereen (op dinsdagavond, weet je wel), het andere haast niemand. Jij.

Kom terug?
@ (Je Naam) - Ein Wink... bitte?

Oh, en mijn lijf ís de Périgord

zondag 23 augustus 2009

pas geverfd


Hieronymus Bosch

Bang ben ik, meester, dat uw zieleheil
Niet gunstig voorbereid werd door uw doeken:
Gij kende van de hel alle uithoeken,
Maar ook voor u was ’t paradijs te steil.

God sprak zeer streng: ‘Is híj ’t die wars van ’t kloek en
Eerbaar schildersgilde gaarne in ’t geil-
Ontuchtige bedrijf der hel verwijlt?’
Gij durfde niet te spreken, niet te vloeken.

Maar alle heiligen en cherubijnen
Brachten een boek met gulden tierlantijnen
En krulden daar uw naam en voornaam in.

En God, –die schilders nooit te lang kan krenken,–
Wreef zich zijn voorhoofd, wou zich nog bedenken:
‘’t Is waar, ík schiep de hel, – ’t was in ’t begin...’


Uit: S. Vestdijk, Klimmende legenden (1940).
Verz. Ged. I, 333 + Nag. Ged. 361

vrijdag 21 augustus 2009

(possible effects of) lack on... ?


Als je dan al keek, de boom en al zijn vruchten, de pruimen met de wormsteek naar de vaalt verwees, als je dan de teven scheidde, die met schurft uit de auto keilde, het lekke dier in zijn hardnekkigheid dat steeds je hand bekwijlde, terwijl je het niet zag, de schoften ongestreeld en kaal - ontdaan van aaibaarheid, niet afstotelijk meer, maar slechts banaal... de schorre keel tegen het univocaal gekweel van een kamer vol gezichten, als dan het mankeren...
Klink plots jij! Midden de woestijn als water. Beul van vuur.

in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

zaterdag 15 augustus 2009

a-koord


Het opheffend vermogen van het onderkennen van het absurd normaal zijn als dekmantel voor absurditeit doet me verlangen naar een neus die op straat loopt, mierenijs en een waterval uit het achterste van een olifant. Mensen die ongegeneerd rollen, een kat op een koe, schoppen tegen mijn eigen scheen en een terrorist op visite. Of. Zo.
Of een absurde held. Een totaal onechte.


hoofdstuk 8, § 5, pag. 12
in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

zondag 19 juli 2009

als de hondsroos bloeit


Liefde is een bijproduct...
ik vlij mijn kop over mijn poten en hef de staart naar een afwezige maan.
Staren naar... Oh Koning van de Vliegen, god met borsten die niet spreekt. Ben je leeg? Ben je moe?
'Om hoeren geven we (niet) noch om het paard.'

Zo slaan je Sporen ongenadig diep in dijen. Een burger - verontwaardigd - ki(c)kt en ik, de hond, de teef van dienst, ontbloot gegromd mijn tanden: 'Wee, die naar mijn meester vliegt!' [...] de handen van de onverlaat doen zakken, zo dan ook zijn heet gemoed.
Kruiselings weerom plooi ik mijn onderdanen, kijk af en toe omhoog - met die ene wenkbrauw, dat ene oog - zoals een hond dat doet.

Je hand valt langs je stoel. Moe en stijf van werken. Ik lik ze tot gevoel.
En jij die alles open laat... je... laat me toe.


Graag (willen) zien,

het is te puur, te levend, te dodelijk, hoe dit vanzelf zich schrijft,
opnieuw
opnieuw
opnieuw
...

woensdag 15 juli 2009

llano estacado


Onder de brug van overhangende takken fietsen we en vingen vis met blote handen, zakken vol, die we levend bewaarden, grote en kleinere. En later - in het donkere binnenwater - zetten we ze terug, waar het dak beschilderd was en mensen op de boord met hun kinderen speelden.

Ik zat te kijken - na het bad, waar vissen langs mijn benen streken - op de stenen kant. Een kind beklom mijn schouders. Met dunne, levendige armen en handen als een grijpertje vatte ze de mijne en met een ruk - of zij sprong of ik haar gooide - zweefde ze sierlijk, eerst door de lucht, vervolgens, na de salto, het diepe water in.

Het oppervlak brak maar even. Ze bewoog niet meer. Was het van plotsheid en van schrik, van angst of kou of eenzaamheid? Zonder me te verplaatsen vatte ik haar smalle lijf met een graai en droog trok ik haar tegen mij. Als een vod lag ze te sterven.

Het verdriet dat ik voelde is de wanhoop van het nu. De onmacht dag na dag je hand niet meer te vinden. Dat ik zwemmen wou en mocht en na de diepste duik kwam ik niet boven.

Het kind ben ik en de figuur aan de kant en zelfs de man die later het lichaam nam, me alles liet en Niets.
(Vert)rouwen.

gazing

.
.

Staren naar de hoop
natte vleugels
engelogen
bekijken de cycloop
abortus dan maar weer
hoe vaak sedert? en
zou het lukken deze keer?
Hij zwijgt de hondse god
zijn woord:
dat het me ontvallen
moet als een oude vod.


.

vrijdag 3 juli 2009

mmmmmmm


Let me take you down, 'cause I'm going to Strawberry Fields...

.

vrijdag 26 juni 2009

?

(Toon: wanhopig, verdrietig, niet-begrijpend en dood-moe)
God-in-frankrijk, praat met mij, Kerel van 'oenoemjegie?'.

Waarom zeg je niets, zodat ik tenminste - met alle onrust in me - niet kapot ga. Zodat ik de overgave die je vroeg, bestemming kan geven. Stem kan geven en een plaats. Ze te bewaren, voor 'komt-nog' en 'mettertijd', verre dagen van 'ooit, maar zeker'.


Waarom ben je zo wreed?

"Aandacht", zei je, "krijg je als teef, ik zou ze maar aannemen", wat ik deed, ongebreideld, en jij gaf, voluit, veel meer dan je aan een hond zou geven. Waarom dan plots niets meer? Ik ben toch geen huisdier dat je dumpt als je verkast?

Laten we het even niet over verstandig-zijn hebben of over normaal en gek en geschift, sublimeren, schaamteloosheid enzovoort.

Je bent de zon die me zocht en toen werd je de noorderzon. Als al de bakens open blijven is er geen vrijheid meer.

Eerste ervaringen zijn doorgaans onelegant, schreef je...
Maar dit was je eerste niet.
Afwerking, alstublieft Mijnheer?

Het huis is de vrouw, de schoot is het huis. Bouwen IS wonen en een grens niet het einde maar het begin.

Hier liet je vensters en deuren openstaan waar je elders weer ging renoveren.
Verval heeft overgenomen bij mij.

Er is geen beschutting meer, sinds je...

En de zon ben je nog steeds.
Hoe verklaar je de breuk tussen gevoel en rede, tussen de daad en het oordeel van het koor?

woensdag 24 juni 2009

afwerking?





Inter-esse heißt: unter und zwischen den Sachen sein, mitten in einer Sache stehen und bei ihr bleiben. Allein für das heutige Interesse gilt nur das Interessante. Das ist solches, was erlaubt, im nächsten Augenblick schon gleichgültig zu sein und durch anderes abgelöst zu werden, was einen dann ebensowenig angeht wie das Vorige. Man meint heute oft, etwas dadurch besonders zu würdigen, daß man es interessant findet. In Wahrheit hat man durch dieses Urteil das Interessante bereits in das Gleichgültige und alsbald Langweilige abgeschoben.

Uit: M. Heidegger - Was heisst Denken?
Vorlesung Wintersemester 1951/52 - Erste Stunde

Denken.
Bouwen wonen denken
Ik blijf me afvragen...

Je schrijft dààr: "Ik had meer aandacht aan die vrouw moeten besteden, achteraf bekeken". (Ik lees tegelijk een (ànder) tekstje van Heidegger... - later meer - ik herken je er in.)
Weet je, je hebt aan mij aandacht besteed. Niemand heeft me zoveel ondergrond gegeven, zoveel nieuws, inhoud. Ook : zoveel blijheid, genot, agape, verwachting, verlangen, pijn, leegte, gemis... . Ultiem. Ik beklaag me niets, niets dat aan jou relateert.
Maar ik wou dat je het op een andere manier had afgewerkt.
Een onaf schilderij...? Je handelsmerk toch niet!
Ik mag jou doodgraag, (je naam). Je bent god en duivel, klootzak. In mijn lijf.
Vannacht weer niet geslapen. Voorbije dagen te veel volk, veel gedoe geweest. Ik ga slapen. Nu.
Hopelijk - het gebeurt wel meer - levert het een droom.

Denken.
Bouwen wonen denken
Ik blijf me afvragen...

Je afwerking ontbreekt.

.

afwerking


zaterdag 20 juni 2009

geen steen


Las piedras no ofenden ; nada
codician. Tan sólo piden

amor a todos, y piden

amor aun a la Nada.


César Vallejo



zondag 14 juni 2009

elle veut toucher le ciel (titel onder constructie)


Sekuru, nu de zon in je handen schijnt trek je het staal van stenen kaarten? Schraapt een gebaar je leeg en rest je nu een lemen jas? Het masker dat je draagt: verlaten parelmoer - en schelpen op de muur van je... leven? Oker-koker-joker-choker? Geen sleutel op de deur. We dragen allen een juweel, ook de Meester.

En hier... lavendel vloeit in het landschap van mijn binnenzee en koele hagelparels. De illusie van gesloten ogen, de waarheid van het niets zien. Raast een wolk van stof voorbij, raast het grijze amorfe pulserend als een vorm van leven? Het Reële breekt door barsten van je buik, lichtdoorlatend zijn je ribben. Ik wil je inbreker zijn. Dichter bij.

Sekuru, de rozen bloeien - ik wil dat je het weet - vooral die onmogelijk blijken. Klaprozen dansen hun benen bloot onder de hoeven van een briesende wind, slag voor blad ontkleedt hij hen. Hij moet je kennen... Jullie gelijken.

Hier is niets méér dan de echo van een lederen applaus. Jouw signatuur, Schilder, bloedparels op een naakte huid en het gat dat je achterliet. Men zegt dat een vergeetput dàt akoestisch effect creëert, ik zeg je: het is de kromming van de tijd in het traankanaal.

Dat een vrouw beter het bed zou kennen dan de man die haar vervoegt... masculiene arrogantie! Een vrouw kent leegte die zíjn contouren draagt. Malevich bijvoorbeeld, dat weet je.

Ngalyod glijdt binnen als de zon weer kaatst, mijn blote voet slaapt achter het oor van Nzou. Ben jij de granieten massa van haar lijf, de rots die plots beweegt, het gras doet wijken en een wolk van stof materialiseert?
Er is geen eer in de jacht van de vrouw, ze glimlacht even en streelt de kossem van het liefste dier waarna ze haar schelpen schikt. Haar bekken is de lege pot boven het vuur, pistaches onbewaakt voor de cobra met de gele bril.

Je vingers dralen. Lang, treurend lang en fnuikend voor de creativiteit. Schaduw wordt van hand tot hand gereikt. Deze huid wordt te dun voor mij. Te scherp de ogen.
Je zien doe ik niet, het kookpunt is leegte.