zondag 19 juli 2009

als de hondsroos bloeit


Liefde is een bijproduct...
ik vlij mijn kop over mijn poten en hef de staart naar een afwezige maan.
Staren naar... Oh Koning van de Vliegen, god met borsten die niet spreekt. Ben je leeg? Ben je moe?
'Om hoeren geven we (niet) noch om het paard.'

Zo slaan je Sporen ongenadig diep in dijen. Een burger - verontwaardigd - ki(c)kt en ik, de hond, de teef van dienst, ontbloot gegromd mijn tanden: 'Wee, die naar mijn meester vliegt!' [...] de handen van de onverlaat doen zakken, zo dan ook zijn heet gemoed.
Kruiselings weerom plooi ik mijn onderdanen, kijk af en toe omhoog - met die ene wenkbrauw, dat ene oog - zoals een hond dat doet.

Je hand valt langs je stoel. Moe en stijf van werken. Ik lik ze tot gevoel.
En jij die alles open laat... je... laat me toe.


Graag (willen) zien,

het is te puur, te levend, te dodelijk, hoe dit vanzelf zich schrijft,
opnieuw
opnieuw
opnieuw
...

Geen opmerkingen: