
god op hurken
hoe vuil je handen schitteren je ogen je lippen nat gedoopt in gradenrijke wapens hoe breekt je gezicht niet meer lijkt het of je heler wordt van sterren vreugde en een maan om naar te kijken geluk zo lijkt hakt niet langer als een wurgbal door je lijf dat plooit en breekt precies zoals ik het nooit zag
hoe scherp je knieën en je tong nu je vingers vaker zwijgen tot het zelden spreken het wringen slaan en kloppen het zaagblad dat weerszijds je longen schraagt mager lever nier
lichaamswerkwoorden
tijd houdt je handen open aan de rivier gave de randen
weet je dat goud bijna hetzelfde zingt als aluminium er is een Bachconcert in zand ...... ik luister van ver aan je warme kleur persik mijn oor tot er een afdruk komt
wind doet de bomen praten van ginds tot hier en terug ...... hoor je me
weet de gods-namen die ik je geef omdat jij me je god noemde tegen haar ...... ontkennen was bekennen niet ...... ik tel ze verder dan mijn vingers en de liefste tot nu de voeder met de vele borsten ...... honger Shaddaï ...... kom dan toch
je mateloze openheid is wreed je zwijgen een dubbele deur
ik zoek je merk je teken ...... rest die streek onder mijn huid
de barst begon te groeien en werd een kweekschaal ...... tuinman tussen nacht en scha die eeuwig werkt in mij
het licht viel door de kier ...... blind en oorloos bracht je me jij machtige Slang ...... oordloos werd ik woordloos worden woorden oordoos woorddoos woorddood
god op hurken (eenvoudigweg je naam)
hoe langer hoe verlangen
in god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten