Posts tonen met het label verlangen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verlangen. Alle posts tonen

zaterdag 29 december 2012

gehaktbal met krieken






hoofdstuk 7 - 12
hoofdstuk 12, §12, p. 25 & 27
kersen en stenen
ik schrijf geen krant - even you don't understand, toch volg ik jouw instructies
Moires

dinsdag 11 december 2012

mapeaulogie

quis eas aut laudabilis aut expetendas arbitraretur? ut enim medicorum scientiam non ipsius artis, sed bonae valetudinis causa probamus, et gubernatoris ars, quia bene navigandi rationem habet, utilitate, non arte laudatur, sic sapientia, quae ars vivendi putanda est, non expeteretur, si nihil efficeret; nunc expetitur, quod est tamquam artifex conquirendae et comparandae voluptatis --Quam autem ego
Neem me marcelena
Een wezen op mijn lijf, het trage duwen schuift me naar de rand en over, het bewustzijn met zijn knoken rond mijn schouders lacht. Zo gaat het wel, het wacht. Tot ik val. Het weet dat ik niet weet en me de kater droom die de puinhoop van het bed verkent en niet de droom die me verkracht. En dromend stel ik vast dat ik geniet. Het overzicht dat me geboden wordt om tegelijk drie Zijns te zijn. Zijns te zijn. Zijn te zijn. Bardelona. Niewaar kamer.aad?
Ik wil niet dat je me vertaalt
- bijdriegelijk -
Shaddai, de overtallige borst, de voortgezette tepelrij, de daktent op je lijf - 
verlaat me niet
ik raak je jou niet aan, niet jouw jij,
het bereik dat haal ik niet, het rijk dat
nu - naakt -
drievuldigheid ijkt, middelpuntvliedend handgeslingerd
poolijs, gepeaulijst in je mosselmond, je muil, je malle mal,
mijn molensteen,
jou tempeldienstig contemplerend, vol vervéélende jaarnachtigheid
nochtans -
(wacht!), van tijd achterlatend wat voor tijd zich verslijt,
(ik mijn) hij zijn verse verzen smijt (pervers perdriegelijk),
zich afwindt als een klos,
dradelijk stroomt
taptap slangs
je zilverkoele huid
ver-zilver-geldt
al wat jij bent - (jij) doodt -
ten gronde nieuwtuig niets dan een nieuw niets
En ik, ik nood een grote schoot, zo klein kan je niet worden als van een amoniet de werveling, zinnen waarvan je je bedient om als een Zeus de wereld te beslapen, de schepping van méér dan europa op de kleinste plek, langs die waar mijn naakte zool en palm de aarde raken. Vreemde bloemen bloeien sinds de tuinman kwam.
Spreek zacht de woorden ik en willen bij het bladeren, ook heel en veel, spreek ze illegaal zacht. Ze staan te obstinaat in.geschreven.
Je naam is die van het verloren tekort, het geheelde geheel, de ene, hermafrodiet ben jij, ontspoord in levens-
de kwetsenboom
Door het venster stijgt een ballon



hoofdstuk alfa
hoofdstuk 12, § 12, p.9 - inqbus

dinsdag 12 oktober 2010

352


windstil
middenin blijft een venster open
hopen
boeken op het e-kozijn

hoeveel antidoot nog steeds
als verdoolde vogel
op hoge poot
aan komt lopen

en vliegen
boze, wilde, blije
en machteloze woorden
door elkaar 
bijeen
gehouden door...

hoe (on)doorkruisbaar
een woestijn
ik veeg het zand af van mijn dijen
adem diep
- daar is de zon -
en kijk

hoofdstuk 7
hoofdstuk 10, pag. 12

maandag 24 mei 2010

in between...


Leg nu lakens in het huis, doe het licht uit, sluit de deur. De uitgewoonde woorden storen.

Ik zal niet vergeten. Niet niet. Niet hoe je letters schudde op een huid en hoe een nieuwe taal mijn doopvont werd, noch hoe je me hebt zingetogen...

Bekeek je de maan de voorbije nacht? Als een stug haar hing ze, een kromme naald, en ik verbeeldde me dat je ze (ook) zag, een trek nam aan je sigaar en naar haar wees terwijl ik dacht (en stilletjes zei): zie je wel, ik kijk!

Kijk, die boom - sprak je, en hoe niets meer restte: dat wat we zeggen en verlangen niet samenvalt en alles slèchts symbolisch is - je lippen braken de spiegel van koffie, de stilte, het licht in je ogen
(Álles?)

Ik zag dat de wereld zich splitste in strijd achter de damp die uit het kopje sloeg en door-zichtig werd: geboden op panelen, wat mensen zingen of gillen in bed, en de ondichtbare kloof die plots zo blijkt dat het spreken stopt. Daar werd tegen een scherm van rook de slag om integriteit geprojecteerd.

- O -

Intermezzo?

Je gooide een steen.

Intermezzo!

- O -

Leg nu lakens in het huis, doe het licht uit, sluit de deur. De uitgewoonde woorden storen. Als maden vreten ze, als splinterbommen delen ze... het meest universele.

Weet je wat ik las vandaag? Het deed me aan je denken. Cognitivisten beweren dat het menselijk bewustzijn maar zeven bytes (ik probeer...) per seconden kan verwerken terwijl zintuiglijk miljoenen impulsen binnenstromen. Het bewustzijn reduceert dus en maakt hegeliaans abstracter. En dan de vraag: waarom?
Moet ik terug naar Bergson nu? Waar zintuigen als filter functioneren...
Of waarheen?
Dat het maar best is dat niet alles bewust wordt beleefd?

De bloeddruk is laag. Onderbewustzijn en hartslag ook.

Ik danste met de stier vannacht, was dans en stier gelijk, je danste me, ik was de stier en jij, een dans alsof het schrijven was of schilderen in zand, het bloed was dik, je ogen zwart

Vanwaar ik kom?
Ja.

Er is geen ander dier dan jij dat me mijn gang laat gaan,
dan jij, als ik wat uit je ooghoek pik, die waarmee je al uren...

Zwijgen
Ik weet niet waar je bent - waar ben je nu - was je wakker - ik ben ziek

Weet je nog, toen, toen ik een kind aanreed.
Ik mailde je, in paniek.
Agnus dei, verder niets.
En ik leerde. Agnus dei

Ik moet het leren. Niets leren.
En zwijgen.

Spréék niet van de liefde

Je gooide in geweld een steen

Het verlangen blijft

En stoppen met huilen, misschien

Leg nu lakens in het huis, doe het licht uit, sluit de deur. De uitgewoonde woorden storen. Hangt nog aan de muur de oude spreuk over een verre vriend en de goede buur.


maandag 30 november 2009

/


ook de goede faam ontbloot haar borsten nu
windstiller het lijden
de getijden van zwijgen en tijgen
ogenloos wie hier passeert
met slechts een geur van kijken

en jij die dwaalt als ik
adem die nog nauwelijks leeft
de zielenblik

geen geschal
embryonaal
wachten
buiten de bekkens
klankloos
slechts
het zingen van wind
het oog van de storm
dat kijkt
en kijkt
en kijkt

donderdag 22 oktober 2009

castratie?


... castratie als in via het symbolische register van de taal het lichaam te draineren van jouissance, klinkt bijna alsof je er het sap uithaalt en een droge homp overhoudt. bah!
jouissance, het onhoudbare, spanning, lust die meer in pijn dan in plezier zou liggen. duur. en dat doorgedreven elke keer opnieuw zoeken. enzomeer.

... is dus het binnenbrengen van taal de afleider van jouissance; castratie, en het symbool van dit proces, deze overgang is de fallus...

hoe zit het dan nu met jouissance? (of) die met een grote J?

... het is fris nu, 15° C binnen. Het is dus geen begoocheling meer dat ik het koud heb. Ja, dubbel fleece. Canetti heeft een uurtje op mijn schoot gelegen maar die is weer op wandel hier. Nu heb ik de vingerloze handschoenen aangetrokken om te kunnen werken en mijn handen warm te houden.
Ha, en gisteren kocht ik een waterkoker. De vorige was al ruim een half jaar kapot. Het was te duur om een nieuwe te kopen in verhouding tot de alternatieven die ik had. Maar nu waren ze in aanbieding, net geen € 13. Dat gaat nu vlot, 's avonds water warmen voor de kruiken in bed. Er is ook een kersenpitding, maar daar houd ik niet van. Koelt ook véél sneller af.

Kijk, ik werk met kleine cijfertjes: 15 - 13 enz.
En nu lees ik nog steeds over het ÉÉN, het Éne. Nòg kleiner, maar veel belangrijker dan die andere.

Le trait unaire, het creatieve gebaar.
Jij!

donderdag 1 oktober 2009

chained?


Oh, ik ben afgedwaald. Bellmer dus, maar ook Lacan... Die vreemde poppen van B. die verkeerd in elkaar steken, ik moest er aan denken bij Lacans spiegelgedoe. Dat iemand eigenlijk gebroken, misvormd, morcelé enz. is, maar door de spiegel of identificatie (met iemand die als spiegel fungeert) (ge)'heel' wordt. De vervreemding daarin en het zo gevormde ego: een illusie. Maar op die illusie en op hoeveel andere nog, draait de wereld.

Bellmer dus. En Sherman en zoveel meer.
Jij? Hoe zit de link tussen jouw schilderwerk en jezelf/ Lacan/ enz?
(...)

Misschien ben ik niet afgedwaald. Ik schreef: ik ga kapot. Ik bedoelde hoe ellendig ik me voel.
Maar kapot... dan als een tegengestelde beweging aan het 'hele' ego-beeld, de illusie - als ik kapot ga en niet het beeld in de spiegel zie?
En wat als het toch een beeld in de spiegel blijkt en dat ook dàt beeld er ààn is. Dan is meesterschap niet voor binnenkort.
Ik vraag me soms af of je (...).
Of (...).
(...) of ik je mag zien.


Je me couchai sur un divan
et me mis à raconter ma vie
ce que je croyais être ma vie
Ma vie, qu'est-ce que j'en connaissais ?
Et ta vie, toi, qu'est-ce que tu en connais ?
Et lui, là, est-ce qu'il la connaît,
Sa vie ?
(…)
Enfin me voilà donc couché
Sur un divan près de Passy
Je raconte tout ce qu'il me plaît :
Je suis dans le psychanalysis
(…)

Il faut (…) tout dire, et le plus difficile,
Si je n'hésite pas narrer des écarts sexuels et infertiles,
Ce m'est un embarras
De parler sans détours de mort et de supplices
Et d'écartèlements
De bagnes, de prisons où de vaches sévices

Rendent quasi-dément


Mais ces liens à leur tour tomberont dénoués

Les symptômes s'expliquent

Comme le crime en fin d'un roman policier
-mais ce n'est pas un crime !
Car si privé d'amour, enfant, tu voulus tuer

Ce fut toi la victime.


Uit: Chêne et chien , Raymond Queneau


Zelf-moord dan zo een beetje?
los - geslagen hond


hoofdstuk 7 & 8

hoofdstuk 9, § 9, pag. 27 - 30; §10, pag. 1
En god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

dinsdag 29 september 2009

Schwärmerei ?

zuid! zuid!



Todas as Cartas de Amor são Ridículas

Todas as cartas de amor são

Ridículas.

Não seriam cartas de amor se não fossem

Ridículas.


Também escrevi em meu tempo cartas de amor,

Como as outras,

Ridículas.


As cartas de amor, se há amor,

Têm de ser

Ridículas.


Mas, afinal,

Só as criaturas que nunca escreveram

Cartas de amor

É que são

Ridículas.


Quem me dera no tempo em que escrevia

Sem dar por isso

Cartas de amor

Ridículas.


A verdade é que hoje

As minhas memórias

Dessas cartas de amor

É que são

Ridículas.


(Todas as palavras esdrúxulas,

Como os sentimentos esdrúxulos,

São naturalmente

Ridículas.)


Álvaro de Campos

maandag 21 september 2009

op hurken


god op hurken
hoe vuil je handen schitteren je ogen je lippen nat gedoopt in gradenrijke wapens hoe breekt je gezicht niet meer lijkt het of je heler wordt van sterren vreugde en een maan om naar te kijken geluk zo lijkt hakt niet langer als een wurgbal door je lijf dat plooit en breekt precies zoals ik het nooit zag
hoe scherp je knieën en je tong nu je vingers vaker zwijgen tot het zelden spreken het wringen slaan en kloppen het zaagblad dat weerszijds je longen schraagt mager lever nier
lichaamswerkwoorden
tijd houdt je handen open aan de rivier gave de randen
weet je dat goud bijna hetzelfde zingt als aluminium er is een Bachconcert in zand ...... ik luister van ver aan je warme kleur persik mijn oor tot er een afdruk komt
wind doet de bomen praten van ginds tot hier en terug ...... hoor je me
weet de gods-namen die ik je geef omdat jij me je god noemde tegen haar ...... ontkennen was bekennen niet ...... ik tel ze verder dan mijn vingers en de liefste tot nu de voeder met de vele borsten ...... honger Shaddaï ...... kom dan toch
je mateloze openheid is wreed je zwijgen een dubbele deur
ik zoek je merk je teken ...... rest die streek onder mijn huid
de barst begon te groeien en werd een kweekschaal ...... tuinman tussen nacht en scha die eeuwig werkt in mij
het licht viel door de kier ...... blind en oorloos bracht je me jij machtige Slang ...... oordloos werd ik woordloos worden woorden oordoos woorddoos woorddood
god op hurken (eenvoudigweg je naam)
hoe langer hoe verlangen

zondag 20 september 2009

...

tuesla tuesla tuesla

maandag 14 september 2009

vrijdag 4 september 2009

tu es là quand...?


Ik lees en niet. De rivier is wijd maar nergens diep. Het lukt me niet om te vinden nu. Le Trans - verre... vlot niet. Dan denk ik weer: de spiegel... daar zal te vinden zijn. Maar tu n'es pas là, (Je Naam). Ik vind je niet.
Het zwijgen... je zwijgen, ellendig toch. Nergens merk ik je.

Canetti neemt mijn lijf voor de Périgord als hij wat eeuwig lijkt met zijn kop diep in het stof rond mijn plooien wroet. Ondertussen kneedt hij en mijn huid is doorprikt: mijn buik, het dunne vel op de borsten, mijn dijen. Hij doet het met zijn ogen dicht als een heel klein katje, en spint - neen, knort haast als een varken. Hij is al redelijk groot nu, meer dan 4 maanden. En af en toe kijkt hij naar me met de meest intense blik om me dan gelukzalig verder te martelen.
Truffels vindt hij niet.
Of... ?

Ik wou dat jij het was.

Ik viel in slaap en vroeg: zou je ooit iets liefs voor me doen? Maar dat deed je. Het liefste deed je toen je hier was.
Het ene kan iedereen (op dinsdagavond, weet je wel), het andere haast niemand. Jij.

Kom terug?
@ (Je Naam) - Ein Wink... bitte?

Oh, en mijn lijf ís de Périgord

donderdag 3 september 2009

-/+

Diotima, die zuivere en universele schoonheid waar ze het over heeft...
Ik zit hier de hele tijd aan waspoeder te denken.
En aan nonnen, koortjes en de stralenkrans. Geurig hoor. Ik hoop dat ze allemaal gespiest worden.
Enfin, het zal wel.

Ik zei dat ik de magie niet kwijt wil en niet alles wil weten. Toch blijf ik verder zoeken.
Ik zoek je (Je Naam).

Eros is het kind van Penia en Poros, Ar-moe (what's in a name) en Overvloed.
Liefde is het kind van tekort en teveel. Van... manque en plus de jouir?
Aaargh... Is dat zo? is het zo te bezien?
Dit is voor jou om mee te spelen en ik worstel me een ongeluk hiermee.

Kijk! ik breng je de poot van een izard, een pyreneeëngeit.
[...] getting izard meat as a present is a significant gauge of friendship and esteem, all the more so if you are offered the gigot (the leg), as it is the best cut.
Ze (Nicole Peyrafitte) heeft hem te roosteren gehangen boven een open vuur. Het lezen van hoe ze kookt en over voedsel schrijft doet me aan jou denken, la bonne fourchette, je goede keuken. Ik wou... dat ik bij jou aan tafel mocht. Opnieuw.

(Je Naam), wil je met me praten?
5 woorden? Een foto van jou? 4? 26? Een gedicht? 1? Liefs...
Een klap met de zwarte vlecht... of met je ogen.
Ga je nu wéér zwijgen? Weeral?

Teveel tekort.

vrijdag 28 augustus 2009

staren II


ἀστέρας εἰσαθρεῖς ἀστὴρ ἐμός· εἴθε γενοίμην
οὐρανός, ὡς πολλοῖς ὄμμασιν εἰς σὲ βλέπω.

Plato

Je kijkt naar de sterren, oh St(i)er.
Ik wou dat ik de nachtelijke hemel was
dan keek ik naar je
met 1000 ogen.

(zeer) vrij vertaald


staren


De zon warmt de bomen op. Ze lossen hun geur. Vooral de den bloedt en binnenshuis de chambranten. Hars drupt door de verf.
Ik denk terug aan de gombomen, hun aroma op een schaarse vleug wind of zwaar bij het passeren.
Brandend hout, verschroeide velden, vlammen aan weerszijden van de weg, de hitte van vuur. Doorrijden dus, stoppen absoluut verboden.
Het had een vreugdeloos circusgehalte, dat hier slechts in andere domeinen te vinden is.

De dag koelt af, het bed ligt open. Het zijn dromen die de lakens beschilderen. Ik zie je handen, je ogen.
Nacht en halve maan - sterren als muggen steken de hemel open: de Grote Beer - trouw - Perseus en Cassiopeia in het zuiden... Jij verbergt je elders.
Centimeters zijn oneindig, kilometers klein.

Zo stap ik blootvoets door je tuin, zoals ik deed voordien, geblakerd en vuil door barre tijden.
Ik wil je zien, je bekijken. Ik spreid me op het pad, hang me op in tijd en wacht.


ἀστέρας εἰσαθρεῖς ἀστὴρ ἐμός· εἴθε γενοίμην
οὐρανός, ὡς πολλοῖς ὄμμασιν εἰς σὲ βλέπω.

Plato

Je kijkt naar de sterren, oh St(i)er.
Ik wou dat ik de nachtelijke hemel was
dan keek ik naar je
met 1000 ogen.

(zeer) vrij vertaald



in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

dinsdag 25 augustus 2009

's' gibt


Dat het ontploft! Wat doet dat daar?
Herlezen. Gevloekt. Hard. Schuin en pittig.
Oh ja, het lukt me om door jou, de wereld en wat andere prominente - euhm - dingen elke dag geraakt te zijn.

Weet je hoe dat voelt? Dat verse? Die bal in je maag, die vogel in je keel (think deep), die steek in het geslacht, die onverwacht binnendringt? Die klap, als je (ik) in mijn ( met mijn) rug (naar jou) sta(at) en geruisloos, maar des te voelbaarder slaat het toe.
Het is tot nu toe nooit oud, dat gevoel, nooit uitgesleten.
Vers als Koffie, zo voelt dat hier.

Heidegger zegt ergens iets als: "Taal is een gevaarlijk bezit, want ze geeft niet toe wanneer ze iets essentieels zegt en wanneer iets dat niet essentieel is."
Maar... taal is niet het enige eigenwijze dier.

Ik kan er van tegen het plafond gaan en tegelijk - ademen en ontspannen - is het... heerlijk.
Ik zie jou graag.

Vertalen is één, maar hoe te interpreteren?
Oh... het is gemakkelijk om naar de baas-knecht verhouding te gaan. Plautus' Pseudolus desnoods (161-165) en chop-chop en zo.
Of anders: als jij zegt 'spring' vraag ik dan: hoe hoog?
En dan de kok, die sauteert. Zie hem gaan zie hem gaan, vergeven is het voltooide van vergiftigen. En het heeft allemaal met donum te maken. Zet er een mi tussen en lees aan mij, de m'être? Jij.

Shitshitshit.

Ben ik onroerend goed: een steen die niet begrijpt wat je schrijft? Een vrouw die jouw achterhuis wil zijn - tuinhuis, boomhut, schelp of schoot..., sadeaans geïmmobiliseerd?
Ik blijf springen. Ik blijf die hond, die je hand wil voelen. Ik blijf gewoon dat beest.
Begrijpen doe ik niet maar liever dood dan ooit te moeten zeggen dat het niet de moeite waard is. Jij en alles wat je me bracht/ brengt.
Trommelaar, toon je dan toch!

De tekening/ schilderij die ik voor je wou maken schiet niet op. Ze ligt onneembaar in me. Het lukt niet. Nog niet.

Heidegger, de Ister, dat soort dingen. Was aber jener thuet der Strom, weiss Niemand.
Ik lees en er gebeurt een selectie in wat doordringt, waar iets van hangen blijft. Nu over de rivier en hoe zich die verhoudt tot tijd. Het verhaal van Ereignis en het terugtrekken van het woord, het es gibt om aan de horizon het zijn een presence te geven; het Schicken en dat het woord niet naar zijnden verwijst maar naar de taal zelf. En ik zoek een verband met Lacan, het Woord en het Reële. Het gelijktijdig voortgaan van de rivier in wat zal zijn en wat was, retroactiviteit.

Je woont aan een rivier, een 'gave', le don, es gibt. Water dat komt en gaat en op een plek er gewoon is. En dat dan niet metafysisch bezien. Niet als symbool of metafoor of zo.
Hoe ik het wéét dat je bent. Het weten van je er-zijn heeft niks met een beeld te maken.
Op elke bladzijde kijk ik naar jou en iets dat aan jou relateert kijkt terug. Soms weet ik niet eens wat.

Lezen, altijd meer lezen, herkennen, kennen, opzoeken en bouwen dan maar. Eerst het fundament. Tijd en ruimte en zijn enzo.
Het lukt. Het zal jaren duren. Dat ook.
Je bent ver en toch...
Het troost me niet, de tijd en het zijn en wat ik lees.
Nog niet.


hoofdstuk 9, § 8, pag. 18-21
in reeks god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

woensdag 19 augustus 2009

banaliteiten?


Ik herken het nu wel bij mezelf, het lummelen nadat een tekst, een boek gelezen werd. De dagen-buffer tussen dingen. Je gaf me stof tot nadenken dus stil staat het hier niet, maar er wordt evenmin gelézen.
De auto is ondertussen goedgekeurd en op een week tijd ben ik de helft van mijn maandinkomen eraan kwijt. Nu ja, dat zijn eerder zeldzame gebeurtenissen. Ik had Erlaüterungen meegenomen om het vetgehalte aldaar te doorbreken. Pfff.
En ach, viel dat dan weer eens mee.

De kater geeft me wat kopbrekens. Hij is vreselijk handig in het drie-dimensioneel exploreren en ik vind hem nu dus op plaatsen waar hij niet hoort. Tja, als ik er ben krijgt ie een snerp, een veeg, een tik... maar als ik het niet zie... rrrravage.... Heeft al tot interieurverschuivingen geleid. Ik denk dat ik een container laat komen. Alles weg. Behalve de boeken. Lijkt me handig wel :)
Ondertussen dwaalt je gezicht onzichtbaar, je handen aanwezig onzichtbaar.
Je werkt hard. Je was al zo scherp. Nu? Ik wil je voelen in dit leven.

Je raakt me, blijft me raken, terwijl ik in jouw rand sta? Oh, marginaal? of zo? Of was dat het ex-centrische van indertijd? Hm.

Ik weet niet wat jij bedoelt met wat je schrijft. Hoe mooi het ook geformuleerd is en hoe die stamp onder de kont als afsluiter ook lekker klinkt - ik weet niet wat je bedoelt. Ik ga het me ook niet te fel aantrekken.

Pfff, ik loop over een pad met gloeiende kolen met de intentie verbrand te worden. Zal ik dan al te zeer uit het lood gaan om iets dat ik niet begrijp? (Toch!)

Ik zie jou graag (Je naam), dàt is zo een pad, dat is gloeiend, dat is om me te verbranden. Jij!
Ik ga het/ je niet uit de weg.
Een gigantische golf van 'ik zie jou graag' als de beweging van een walvisstaart die naduikt in de oceaan.
Zo hevig in me (Je naam). Ik mis. Zeer.

Ho man, weer 34° C daar bij jullie. Hoe gaat dat? Werken bij die temperaturen?
Ik had van jullie gedroomd.
(inhoud)
Ontredderd na die droom - kapot.
Met nog je ogen die achterbleven
(The Cheshire cat)

Heidegger zegt: Aber ein Wink dahin ist hier nötig... en hij suggereert dat er een hint van het denken moet zijn die ons toeleidt - toegang geeft tot een gedicht waarbij de beelden en entiteiten waarnaar verwezen wordt (zijn dat dan zijnden) worden vermeden, zodat dergelijke toegang de interpretatie naar een (de) pure bron brengt en de poëtische taal opent als een plaats van Ereignis.
Doet me aan Lacan denken, ik vraag me af in hoeverre je dit kan zien - die hint, die Wink - als een equivalent van de lapsus, een woordspeling, een plots iets dat licht werpt op al wat er rond staat.
Soms is het ook zo als ik iets van jou lees, door één andere insteek, ongewild, een andere manier van lezen die zich aan me voordoet, wordt de rest duidelijk.

Jaja, ik weet wel dat Lacan iets met Heidegger had, maar kan ik het daar (óók) zoeken?
Hm, dat zal dan voor later zijn, als ik dan weer terug ga uitzoeken hoe die verbanden zitten.

Ondertussen... mis ik je.
Je schrijft wel, maar de afstand blijft. Ik wil je vastpakken. Me pijn doen aan je. Dichtbij.

Canetti? Oh, die stelt het goed.
We spelen (pfff, spelen?) de Pink Panther, de scènes waar die gekke Japanner zich altijd verstopt en dan bij verrassing op Clouseau springt. We wisselen al eens van rol.
Verder is hij een kei in het bedienen van de spatiebalk. Doelstelling 'koffie zetten' is nog niet gehaald. Heidegger lezen valt hem redelijk mee, tot hij in slaap valt. Žižek beluisteren doet hem ook slapen. Jouw foto eveneens.
Hij helpt met emmers water vullen. Vooral het water dat stijgt lijkt te fascineren. Kijken hoe diep een poot gaat voor hij nat wordt. Verrast zijn door de weerspiegeling. En dan drinken. Ik moet hem nu regelmatig uit de lavabo plukken. Had hij gelegenheid hij zou op een kathedraal springen. Uitgeraasd tenslotte valt hij in slaap hij hier bij mij, half op het toetstenbord of zo.
's Ochtends miauwt hij geluidloos en dan steekt hij zijn kop in mijn hand en vervolgens zijn neus tegen mijn gezicht. Dan is het alweer speeltijd.
Hij maakt me aan het lachen. Dat is goed.
Dag (je naam). (Je naam) die ik mis. Verdomme, dat kan geen kater goedmaken. Nooit.
Kater is zo dubbel.

Taal [...]

De mensen baden en voeden vandaag de dag hun honden,

Ze stapelen rijkelijk lof

op handel en wandel, de naam en de faam van hun katten.


Mensen kletsen dezer dagen rumoerig

over garen, hout en kolen.

Maar wat maakt het uit

als het karakter van de taal zich verandert,

zelfs al prijst ze baksteen, hout en stenen.


Taslima Nasrin







Heidegger heeft het over Bildwesen en ook over ...Sein Rahme grenzt das Offene des Durchscheinens ein, um es durch die Grenze in eine Freigabe des Scheinens zu versammeln.
En hier komt zowel Žižek als Badiou naar voor als ze het over het Reële hebben dat het kunstwerk maakt. Zoals bij Malevich's Zwarte vierkant bijvoorbeeld. Het is gewoon een associatie bij dat stukje Heidegger.
Pfff... die rondepot...

Duidelijk - écht duidelijk ben jij ook niet.
Dat opene dat ik zo verwensen kan... en jouw (voor mij) onrechtstreekse manier - ook al begrijp ik ze vaak niet - ... . Een antwoord haakt pas vast als het er de tijd voor is - of mijn tijd? - als twee toevallige lichamen die op één plek compatibel zijn en tot die plekken raken, doelloos lijken te bewegen, paniekerig soms, bang om het moment te missen, vreugde bij de eindelijke herkenning. Een gedachte die een andere gedachte tegenkomt.

Moe. Weer.
Ik wou dat ik je zag, dat ik je kon zien. Je gezicht.. waar is je gezicht? Lach je? Ik wil je voorkant zien. Ik wil je helemaal zi.n, Trommelaar. Toon je. Nu (en ook in het Vlaams).

Hoe (totaal niet) anders dan verwacht? Pfff, het zijn dürftige Zeiten, je afwezigheid. En toch. Ik weet dat je 'geen tijd hebt, want altijd benomen', met je handen vergroeid aan bouwmateriaal.
En misschien gewoon moe bent neem ik zonder meer aan.
Geen shiatsu dan maar (glimlach).

Een typefout in een stukje toen ik over de Trauerarbeit las en noteerde was: achterlief in plaats van achterliet. Hoe b-anaal nietwaar, droeve Dichter?

[...]
...Of dacht je dat ik niet meer naar je teksten omkeek? Ik weet niet wat ervan te denken. Die banaliteit?
De schoenen passen wel of niet, dat is ongeweten door mij.
Ik blijf ze bekijken maar ik ga verder liever blootsvoets.
Verder dus.

Interessant hoe Heidegger het woord tisin - tisis terugbrengt tot een neutrale inhoud, waar die elders als straf wordt vertaald.
Achten, waarderen - of dat nu positief of negatief is, datgene wat toebehoort geven didonai tisin.
Kom ik toch terug bij je, want het is niet de eerste keer dat het om iets gaat dat van zijn specifiek positief of negatief label ontdaan wordt. Ik ken het van jou. Maar Heidegger gaat nog verder, nog neutraler. Ruoch. Roek- veronderstel ik, van roekeloos. Roek en voeg. Eigenlijk is dat een machtig schoon spel, die woorden.

Oh, ook dit: Heidegger heeft het ook als hij het over het interpreteren van een tekst heeft, over een wiederholende Interpretation. En dat hij daarbij de tekst geweld aan doet, 'een gewelddadigheid in dit proces dat hij beoefent dat kenmerkend is in de denkende dialoog tussen denker en dichter'. Ik vind niet onmiddellijk de Duitse tekst. Maar ik moest (weer) aan je denken. Bof, ik denk eigenlijk voortdurend aan je als ik lees. Soms ben je de dichter, of de denker. of en/ en... De Schilder, beeldhouwer. (Je naam). Vooral (Je naam).
Freude... bij zo'n gewelddadig behandelde tekst. Hm, bij jou nooit voorverteerd, integendeel. Je snijdt en bijt, kneedt en slaat in elke richting.
Een vreemd ding vaak dat overblijft, op het eerste zicht. Een heerlijk ding. En vervolgens dàt er uitslaan wat nodig is om te begrijpen. Tenminste, als ik zie hoe diep en ver ik moet/ kan/ wil gaan zoeken bij duidelijke of verborgen referenties die je geeft. Ik vind het heerlijk. Het maakt dat ik tegen de muren oploop, het doet me vloeken (hm, je wil niet weten wat en hoe/hard) maar man, ik heb daar deugd aan, als dat dan stil aan duidelijk wordt, openplooit.
Soms na eeuwen pas.

Het staat ergens - en het sloeg ook op jou en op wat je soms schrijft: it brings the (poem) nearer by stressing its remoteness - de Erlaüterung is tegelijk een beweging die benadert maar ook weerhoudt. Het is zo dat het niet om be-grijpen gaat, waarbij de taal - de auteur? - tot object gemaakt wordt, maar door de niet-objectiveerbare natuur ervan te behouden verandert het je/ me. Mij.
Ach man, het was Heideggers bedoeling niet, maar zo zie ik jou: je hebt me veranderd. Je bijzondere schrift. Nog elke dag wou ik dat je kwam en terug op me schreef. Met wat je maar wil. Zichtbaar. Zodat ik er even trots op kan zijn als ik was, toen je hier geweest bent. Bij mij.

Hm, Nicole Peyrafitte's blog... spreekt me aan. Misschien minder als ze straks niet meer in Zuid-W-Frankrijk is. Ken je dit gebruik waar ze over schrijft? Heb je het al gezien? gedaan? Ik zie het je doen. Heel eenvoudig, omdat ik denk dat dit je allemaal afgaat. Ik sluit mijn ogen en ik kijk. Dan zie ik (het bij) jou. Je bent te ver van mij, dat wel.

Faire chabro is an ancient custom that is still very much in practice in the Southwest of France. It consists to add about 1/3 of a glass of red wine in your soup plate once you have eaten two thirds of your broth. The proportions are very subjective to your taste, however you need to know that it would be totally unappropriated to poor your full glass of wine into the full content of your soup! Chabro needs, and is best, with a pungent broth. It is divine with the broth of a pot roast, a poule au pot, a strong consommé or a garburo. It is very important to drink it the way it is demonstrated by my older son Joseph and my husband Pierre Joris, that is to sip directly from the plate.

... of je nog wakker bent? Of al slaapt?
Laat je horen, merk me...
Mijn voeten zijn ondertussen 'genezen'. Ik blijf doorgaan voor wat ik van belang vind. Voor dat waar ik naar verlang.
Tja, blootsvoets, over glasscherven als het moet.


Through me forbidden voices,
Voices of the sexes and lusts, voices veil’d and I remove the veil,
Voices indecent by me clarified and transfigur’d.

I do not press my fingers across my mouth,
I keep as delicate around the bowels as around the head and heart,
Copulation is no more rank to me than death is.
I believe in the flesh and the appetites,
Seeing, hearing, feeling, are miracles, and each part and tag of me is a miracle.

Divine am I inside and out, and I make holy whatever I touch or am touch’d from,
The scent of these arm-pits aroma finer than prayer,
This head more than churches, bibles, and all the creeds.

Walt Whitman uit: Song of myself





woensdag 12 augustus 2009

gaan II


Door rook door vuur door... Sekuru...
ge(brand)merkt

De stijve kraag van het bed, bevroren als een reddingsboei de laatste rimpel in het laken en ik sleep een rivier op de doornen van mijn rug, het meren van handen in de bekkenkuil als ik van je droom.

Dromen...

Ik loop brandend door de straten. Het gloeiend sintelen van je magere gebeente kus ik blootsvoets. Niet bedoeld was het me te schroeien als een dwaze mot, maar je brandmerk te dragen, zichtbaar(der) nu voor even.

Top je sigaar af op het pad, want waar jij de aarde openbreekt volg ik je, Vuur, je voorbode, je nasleep. De fakkel die je bent warmt en verteert tegelijk.

Ik zoek niet dan de onmeetbaarheid die ik (niet) van je krijg.

vrijdag 7 augustus 2009

Eve o E-va


Waarom zou Eva niet van het fruit eten?
Had Eva geen hand om daarmee te reiken,

vingers om een vuist mee te maken;
had Eva geen maag waarmee ze honger kon ervaren,

een tong om dorstig te zijn,

een hart om mee lief te hebben?


Maar waarom zou Eva dan niet van het fruit eten?

Waarom zou Eva enkel haar verlangens onderdrukken,
haar gang aanpassen?

Haar dorst bedwingen?

Waarom zou Eva gedwongen zijn

Adam in de Hof van Eden te houden

voor de rest van hun leven?


Omdat Eva van het fruit heeft gegeten

...is er hemel en aarde,
omdat ze heeft gegeten

...zijn er maan, zon, rivieren en zeeën.
Omdat ze heeft gegeten, bomen planten en wijnstokken,

omdat Eva van het fruit heeft gegeten
...is er vreugde, omdat ze heeft gegeten is er vreugde,
vreugde, vreugde -

Eva veranderde de aarde in de hemel omdat ze van het fruit at.


Eva, als je het fruit te pakken krijgt
...laat dan nooit iets je weerhouden ervan te eten.

Taslima Nasrin
- Eve oh Eve

donderdag 6 augustus 2009

on belief

Prozaïsch, in tegenstelling tot een christusgezicht dat miraculeus verschijnt in de doorsnede van pakweg een huisgebakken cake: een blik in de vleestoog van de plaatselijke Delhaize.
Hier zit hij voor niets tussen, uiteraard. Hij manifesteert zich (hm - goddank?) Ander-s.