Je wandelt naast me als ik door de straten ga, de zeldzame keren, en je pas is die van mij, zoals ik me aan de jouwe aanpaste. Een kind zegt tegen zijn moeder: kijk hoe ze gaan, de moeder antwoordt dat het fijn is zo, want dan kan je snel overal heen. Heen ja, dat was waar ik ging. En in mijn voetstap de aanwas die als een gelijkvallende maar toch net iets verschoven schaduw..., een spiegel, een geheime ontdubbeling - neen, soms (...) -.
Ik kom je tegen. In de reflectie van - wie was het weer? Vaker nog zonder weerkaatsing. Ik werd bezet gebied, een negatief.
De achteloosheid waarmee je mijn elleboogplooi inpalmt
een zweem van kou bij het
verlaten - wat ik draag
en wat ik niet draag drukt
een moet
als waar het koord van een zwalpende
om de ankerpaal slaat
Dit leven
- ik ploeg mijn benen
nauwelijks naar voren -
is niets waard
méér
Je loopt naast me maar ziet me niet. Het is een vreemde gewaarwording. Kijken. Je weet dat ik kijk. Je ogen ving ik tussen duim en wijsvinger en zette ze als juwelen op mijn borsten, mijn buik. Je vingers leidden hun eigen leven van scheiden, priemen, vatten, grijpen. Een homp in je handen, als het brood dat je biek. Rijzen, vormen, bakken, eten,
ka'kken - ik schik het woord want men zal zich vergissen.
Maar worden - net als brood, soep, groenten en... vlees - mensen niet verwerkt? Zodat ze toeleveren? Het is geen daad van ondankbaarheid een rest te (uit te) scheiden, vreemde golems. Plots voel ik hoe vol ik zit met al wie ik overbodig bewaarde. Te veel, te lang, te rot. Maar jij - leegte - jou wil ik niet kwijt.
daar springt de dood
en slaat
de hamers
onrecht
streeks
........onzichtbaar blijft
(het instrument)
De beelden in mijn hoofd zijn helder, ook al zie ik ze niet. Andere echter lijken me dievelings ontfutseld, ze duiken op waar ze nooit meer verdwijnen. Schijnbaar onschuldig, want hebben we allemaal niet een uitlaatklep nodig.
Cloacaca lala. Ik kan niet eens terugnemen wat iemand anders van me schijt. (Ach, daar verschijnt weer... waarom hebben ze woorden ook zo inwisselbaar gemaakt, zoals vormen van lijden, scheiden... het geeft zo'n soort komisch effect.).
Lang geleden, ach wat heet, tuurde ik naar een zwartwitte vlek boven het water - olifanten speelden er en giraffen waagden acrobatie om te drinken - the Pied Kingfisher. In mijn waken en slapen komt hij terug. De sterrenhemel draagt hem, boeken die ik lees. Je schreef 'het' wat nonchalant, maar zoals hij in je rek staat, nu ook bij mij, maakt hij onderdeel uit van je beeld. Het is een zij. Het is een ander halfrond, net zoals het een andere ik en een andere jij is of kan zijn.
de s
...... p
..........r
............o
.........n
...........g
het reële
aanwezig
Plots lig je daar. Ik droeg je en zag verbaasd dat je er al was. De Doppelgänger van dienst sliep als een Ka-ter in mijn hoofd, als een aaibaar wezen onder tafel. Een onvermijdelijke ontmoeting van Twee. Zachte huiden, vooralsnog. Het huis was leeg, ik werd ongerust. Het huis, het huis... Was
zij...? Zou ik haar vinden? Dood in bed? Ze legde haar boek weg toen ze me de trap op hoorde komen en klom onhandig mee naar beneden. Daar trof ik het vechtende paar, de aanvankelijke broederschap dreigde in moord uit te monden. De Kater liet zich gedwee nemen terwijl zijn dubbel met een gapende wonde op het tapijt achterbleef. Het bloed gutste. Geen liefde maar zorg en de onverschilligheid van luidkeels pratende mensen - plots leek de keuken volgelopen met verwanten - deed me mijn zus bij de keel grijpen terwijl ik mijn broer telkens vragen wou of hij tenminste iets anders wou zeggen, iets wou doen, dan het beest te laten creperen.
Plots lig je daar, zit je daar, sta je daar, als ik het scherm doe leven. Even ontdubbeld als je echte ik. Ik wil je aanraken, roep je bij je naam. Je Naam, telkens weer. Ik besef dat even ontdubbeld niet opgaat als het jou betreft. Niet meer.
Maar in de torsie van het lijf
het wapperend goed en haar
en elke plooi -
ben jij
Dit is het creatief gebaar
Heftig is het woord dat zich deplaceert terwijl in mijn hoofd huisraad tekeer gaat. Tegen jou. Omdat je zwijgend incasseert, absorbeert, verteert. Heftig vooral om de meteoriet die je soms katapulteert, compact gecompresseerd, impact met krater, met schokgolven, met waterkeer... inhoud, vooral dat.
[Het tapijt werd opgeruimd
stof valt harder op een tegel
hoorbaarder is het schuiven van bloed
onderhuids
peper en zout
leven]
in: onafgewerkte tekst - of af te werken tekst?
hoofdstuk 7,
hoofdstuk 8, § 8
hoofdstuk 9, p. 25-26, § 1 - 10
hoofdstuk 10,, ltste pags. § 7, § 8, pag. 13 en vorige en volgende