s k i i r c f h j t n i s e
hoofdstuk 8-11
wat doet dat er toe?
cirkelwas en is wat overbleef onzegbaar, de leemte, als al ontdaan is tot niets, al het verlangen dat dan leeft, het grootste
een wezen
onvangbaar onzichtbaar Reëel
aanwezig op de nullijn van (mijn) zijn
![]() |
foto: NY - 1991 |
De achteloosheid waarmee je mijn elleboogplooi inpalmtJe loopt naast me maar ziet me niet. Het is een vreemde gewaarwording. Kijken. Je weet dat ik kijk. Je ogen ving ik tussen duim en wijsvinger en zette ze als juwelen op mijn borsten, mijn buik. Je vingers leidden hun eigen leven van scheiden, priemen, vatten, grijpen. Een homp in je handen, als het brood dat je biek. Rijzen, vormen, bakken, eten, ka'kken - ik schik het woord want men zal zich vergissen.
een zweem van kou bij het
verlaten - wat ik draag
en wat ik niet draag drukt
een moet
als waar het koord van een zwalpende
om de ankerpaal slaat
Dit leven
- ik ploeg mijn benen
nauwelijks naar voren -
is niets waard
méér
De beelden in mijn hoofd zijn helder, ook al zie ik ze niet. Andere echter lijken me dievelings ontfutseld, ze duiken op waar ze nooit meer verdwijnen. Schijnbaar onschuldig, want hebben we allemaal niet een uitlaatklep nodig. Cloacaca lala. Ik kan niet eens terugnemen wat iemand anders van me schijt. (Ach, daar verschijnt weer... waarom hebben ze woorden ook zo inwisselbaar gemaakt, zoals vormen van lijden, scheiden... het geeft zo'n soort komisch effect.).daar springt de dooden slaatde hamersonrechtstreeks........onzichtbaar blijft(het instrument)
het reëleaanwezig
Maar in de torsie van het lijfHeftig is het woord dat zich deplaceert terwijl in mijn hoofd huisraad tekeer gaat. Tegen jou. Omdat je zwijgend incasseert, absorbeert, verteert. Heftig vooral om de meteoriet die je soms katapulteert, compact gecompresseerd, impact met krater, met schokgolven, met waterkeer... inhoud, vooral dat.
het wapperend goed en haar
en elke plooi -
ben jij
Dit is het creatief gebaar