Posts tonen met het label kant en sade. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kant en sade. Alle posts tonen

maandag 7 oktober 2013

encore... (bambi enzo)



Het hele-koekjes-eten

Het onge-loof,
de kruin van een boom, ontdaan in de herfst en
zie het hert en zie het kalf, zie het anderhalf.
Zie haar staren, zie hem maren,
zie ze paren in het rot, het zot in de blaren
op de grond. Zie ze, hij vocht,
zij vochtiger, wie het hartst?

En als vocht een vorm van vechten is,
hoe is rot dan een soort van humeur?
Is er humide, fluide, dulide, timide, soliede,
oliede zij hem of hij haar? Verbiede...
Stupide. Spreken over de liefde. Het barbaarse
geweld tussen de achtste en de zesentwintigste.
Letterlijk. We houden van de barbaren.
Klootzak werd een erenaam.
En hoewel van het Hebreeuwse ijle ook,
moest Abel eraan. Geloven.

Eraan geloven. Ja. Zijn blanco is was,
was zijn manco. Was waar niets in ingeschreven staat.
Stond. Slide of time. De stonden, de uren,
de dagen, het dagen van de zon.
De zonde, de zondaar. Kaïn.
Kaïn, daarentegen!
Kaïnjer, ja. De eerste en de elfde.
Hoe gelijk, hoe ongelijk.

Geen broeders meer, het verschil
geslecht met de achtste na de twaalfde te leen
de tiende en de vijfde,,,,,,,,,,,,,,,,
enzorookt, enzoademt, enzodoort.
Een mug crasht in de rode wond, alwaar
de textuur van pijn. Het kunstmatige van twee.
Er is een geval... het gevallen stuk.

Het gezicht verschijnt. Hoe lang-geleden-angel-eden?
En ik lees. De grimas. Ze neemt inhoud en leegte
tegelijk, draagt en verhult, de tijd, de wijzere.
Het sleutelbeen op scherp in de deur van het lijf.
Huid aan huid was zij, een huis.
Ik doe mijn ogen dicht.
I like it, I lick it, illicit. Mokerslag. Genoeg
Bedrukt en kwaad.
Verloren in het rille. De tijd.

Als ik de zon kon stoppen en de maan
ik kon alles zijn, er is maar één iets dat ik wou
mmmmm
de mmorgen, de mmiddag en de mnacht

En receptakel verschijnt en net daarna
Aloekah.
Maar haar linkerborst is geamputeerd
Het ene kind dood, het andere leeft
en dat het niet om zonen gaat
Er zit méér reliëf op een Kaïn dan op
het witte blad, het rookgordijn dat Abel heet
Kaïn is het leed en het leven
Abel het koor, het streven
Gaat het om goed of kwaad?
Of simpeler: brrrààààffff & ssstoûtttt?
stop met polariseren.

Bij een passage van een uithuiszetting door oorlogsveteranen ben ik behoorlijk in elkaar gegaan, woest ook op de schrijfster, dat het zo niet was, niet toen ik daar was en de wacht kreeg aangezegd. De woede zakte wel, maar slapen lukte niet meer die nacht. De machetes, de bijlen en de geweren waren net iets te levendig. En geen officieel document dat de actie ondersteunde. Bruut was het. Wel. Niet elke verdrijving is / was gerechtvaardigd. Geen enkele had zo gewelddadig moeten verlopen als ze deden. Pfff. Hier kan ik niet over praten. Met niemand.

Het is geen kwestie van een kant kiezen. F*ck. Daar gaat het niet om. En toch wordt het gepolariseerd. Blank/zwart, goed/kwaad, brrrrraaaafff /sToûtttt. Grrrrmmbl.

Op een bord ligt een koekje
het is een boudoir
het is ingericht als een .. .........................................................................boudoir natuurlijk
en binnenin wordt .. ...............................................................................filosofie
bedreven.

neem
en eet



hoofdstuk 7 - 13
hfdst. 13, § 9 & 10, p (1)29 - (2)07

*rant*


afb. via google-afbeeldingen

maandag 6 juli 2009

troef


Ochtend en het licht dat door de voorkant binnenklimt. De stilte van het bed verschilt in kleur niet van het gemis. Daar is te groot de ruimte voor het lijf. Markering zoeken in je handen - waar je me raakt houd ik op - zonder geraakt te zijn is de wereld te wijd.
Ik weet niet of ik het je ooit kan uitleggen, of je het ooit begrijpt hoe het niet voelen, niet merken, me doet verzuipen. De uren zijn getekend, de dagen, in hun open-heid. Het achtergelaten baken verkleint. Rest vertrouwen, dus, dat stand houdt in onzekerheid, zuiverder dan de veiligheid van het weten.

Soms vind ik je. Teruggevonden? Ja. Kijk naar mij! Waarom ben je als water? Je loopt weg, verdampt, verdwijnt... Je vorm (her-)ken ik niet en als ik mijn handen komklaar houd... waar ben je toch? Nachtelijk en overdag breek je door - onverwacht. Water in een zakdoek dan. Teruggevonden inderdaad. Waarom zo, verdorie, en niet omgekeerd?
Ik wou dat ik een bedding was aan de voet van je Pyreneeën dan kon je in me vloeien.

Ik vroeg je vorige week:
"Zie je ze van bij jou?" en... dat ze er altijd zijn ook al zie je ze niet.
Net als jij.
En dan was er Heidegger met het 'Hervorbringen'.
En Benjamin, die er de Freitod vond.

“Was ist eigentlich aura? Ein sonderbares Gespinst von Raum und Zeit: einmalige Erscheinung einer Ferne, so nah sie sein mag. An einem Sommermittag ruhend einem Gebirgszug am Horizont oder einem Zweig folgen, der seinen Schatten auf den Betrachter wirft, bis der Augenblick oder die Stunde Teil an ihrer Erscheinung hat – das heisst die Aura dieser Berge, dieses Zweiges atmen.

(kleine Geschichte der Photographie - W. Benjamin)

Vannacht sliep ik weer op het terras.
Het koelde af en de nu bijna volle maan met die vreemde oranje schijn, de sterren, de luchthelderheid, het volgen van een vliegtuiglicht... en de wind die het net nu en dan deed bewegen, compenseerden voor het feit dat ik mijn rug breek op die stretcher. (Is dat niet een (afgezwakte versie van) keuze tussen doodgaan en eerst nog eens genieten? Ik zocht je tekst terug. Ik koos voor het genot boven het leven, (...) de moraal voor paal. Het vervolg is gekend.)

Nu is het wel dat 's ochtends het klokkenluiden vlakbij, keffende honden en rokende onderburen me verzekeren van tijdig ontwaken, zonder goesting om op te staan. Het luie genieten, de geur van het eerste ontbranden van de rookwaar helemaal in me opnemen, één van de lekkerste die ik ken... en jij...
Rook je sigaar dan, liefje, en als de asse sissend sterft in de holte van mijn arm, kijk dan naar het noorden, zoals eertijds, bij de foto's door het raam.

Het alleenzijn is soms jammer dan. (...) iemand in de buurt (zielsverwant en lichaamsmaat) , niet om onmiddellijk tegen te praten - een ochtend is als een sneeuwtapijt... - maar om te weten: "Heerlijk dit moment van oppervlaktespanning", tot die gebroken wordt door een toeval of... een noodzaak... of de kat die ontstuimig aandacht eist. Of dat er ongevraagd een kop Koffie komt. Of je net degene mag zijn die het die ander zomaar kan geven.

Ik kan me een ochtend indenken, een hele specifieke met t-rouvailles en bargoense taal en die grijns - je ogen blonken geweldig, weet je - als je die Andere Koffie serveert.
Goedemorgen, (je naam).


Compilatie van recent geschreven, gelezen, verstuurde, gedachte en / of verwerkte stukken uit:
hoofdstuk 9, § 6, pag. 28 - 30

hoofdstuk 9, § 7, pag. 3-5

donderdag 2 april 2009

...

Jenny Saville - Branded


Je zit daar op een muur of zo, benen gekruist. Ik bekijk je, je weet het niet: heel... je ogen, je mond, je handen, je nek, je scherpe knieën, vleesloos haast. Ik weet je zinnen. Je lijkt onschuldig zo of andersom. Er kruipt iets rond je lippen dat niet voluit gaat, cynisch liggen blijft tussen snor en baard. En ondertussen zie ik je/me denken: Fake to fake. Fuck you, Kerel. (We denken even aan Hegel.)
Ik lees nu wat je schreef toen. Ik vind wat je las die dagen. Je Masker is van glas. “Heb je schrik van me?”, vroeg ik je op de man. Jij zei: “Neen!” “En of ik stoppen moest?” (geen antwoord). Sloeg je op de vlucht als een hond? Je staart tussen de benen, het masker van een contract? Of is dit nog steeds een (s)taal van dat je alles open laat?

Of ik het niet zie dan? Het verschil, de kloof tussen het beeld en het Reële?

Ik lees: een priester heeft zijn auto devoot rond een plataan geplooid ergens bij jou te lande. Fataal helaas, zo beware hem god. De koplampen van het wrak werden 500 m ver gekatapulteerd. Wat is er méér nodig om een kwak bloed te imagineren, zijn onderbroek vuil van zijn laatste ontlasting door de shock, zijn hersens, briljant weliswaar – zo wordt beweerd – openbaar en bloot in zijn gekraakte schedel, zijn ingewanden voor het eerst in ontmoeting met de buitenlucht. RIP Abbé B. M.(W?). Of dacht je dat de geur van zijn gewijd beroep, het parfum van zijn filosofisch ambt dit alles voldoende camoufleert?

De wet. Ik zie de symboliek die je toonde. Vreemd is dat het zien van de achterkant er niet toe doet. (Self-)deception, omdat we nu eenmaal een kip nodig hebben die niet weet. We. Ik. Jij…
Vreemder nog dit te weten, door het masker heen te zien, de kip te slachten, ze in stukken te hakken, kapot te maken, te ontbenen en na het proces te concluderen: is dit de ontgoocheling waar het om ging?
De kip is niet meer, leve de kip.

Ochtend. Wakker worden en het eerste beeld: de kip die niet weet. Het onderscheid wordt vaag: ben ik de kip of jij? Welke kip heb ik onthalst? Zij heeft wel duizend koppen (monster?) .
Ik omhels de levende kip. Opnieuw opnieuw opnieuw.
Ik gun je dit: je zet een hoge borst en kraait.
Ik gun het mezelf.
We denken nu aan Groucho Marx. Ik terwijl ik het schrijf, en jij, mocht je het nog ooit lezen (en al de rest, ach… neem me niet kwalijk, inkom aan de deur, giften welkom enzovoort, en moei u vooral niet...). En aan het god-dog-beeld.

Hoe het is? Blijven vertrouwen? Geloven in iets dat zo geweldig is en blijft, geloven in de afwezigheid van economie, het en/en, het hele en niet het cijfer twee. Zo zal het blijven, zal ik blijven, je suis…, en tegelijk weten dat het deel uitmaakt van een constructie. Het is pure verwarring, dag na dag. De nachten zijn soms een rustpunt, gegeven de luttele slaap, gegeven dat ik niet te heftig droom, of heftig genoeg om het weer heel nabij te weten. Je hebt me mijn lichaam teruggegeven, mijn oude liefde, mezelf.

“Je kan er zeker van zijn”, zei je, “dat je met dergelijke onorthodoxe ervaring een heel stuk verder staat”.
Ik beken.

Tegelijk doorzie ik het systeem van geloof en vertrouwen misschien beter dan lijkt. Ik moet jou niet aan de uitspraak van Pascal herinneren, ik weet dat alleen jij kan lezen wat ik schrijf. (Ik sluit even de ogen - hoeft dit dan? - en herinner me dat er geen afspraken waren. Overgave en vertrouwen: onvoorwaardelijk. Mijn j’ouis deed jezelf geloven (Hm, spreek (je) me tegen?!). En terwijl je / jij / speelt met de materie begon de arbeid hier.)

Herinner je je dat we het over ideologie hadden: laten geloven… en het geloof van ‘ik geloof niet te geloven’. Zo knielen mensen neer omdat ze het bij anderen zien, vangen ze aan en masse te dansen, roepen ze samen ooh en aah, beginnen ze te schieten wellicht.
De lege meester-betekenaar. Ter gelegenheid van die conversatie hadden we het over een schilderij. Anders dan op dat van jou, waarbij het koor naar beneden kijkt, steekt het volk de neus in de lucht.

(Bericht aan het Koor: Probeer het niet te begrijpen. Och, wat zeg ik toch: je snapt er de ballen van. I spy…. I spy… doe je werk, rapporteer. Kloteretekutpruttrut. Ik steek de hand in de borst en ruk het hart eruit. Mijn verstand zegt andere dingen. Dat ik één kant van het Koor wel waardeer... die is zo slecht nog niet.)

Niet mijn ogen geloof ik dus, niet dat ik je niet meer zie, maar wat je achterliet aan open beeld. Ik doe mijn ogen dicht en kijk: daar ben je weer.

Jij? Ja, ik zie je zitten op een muur. Ik zie wat mijn ogen zagen en niet. Ik zie nog steeds elk gebaar: dat je me je jas aanbood, dat ik een andere nam, buiten gaan zitten in het donker terwijl je je sigaar rookte. Alleen je silhouet kon ik zien door het tegenlicht van binnen en het blinken van je ogen en je tanden toen je lachte. Je gaf me beelden van jezelf (over de rest zwijg ik nu even) en ik absorbeerde. Tot je dwingend verzoek: ja of neen, terwijl je ondertussen als een soeverein tegenover me aan tafel zat. Steeds dezelfde magerte maar met het imposante beeld.
En nu?

“If one limits oneself to what one sees, one simply misses the point.”
Slavoj Žižek

(onafgewerkte tekst)
(in de reeks god-dog)
en vele andere reeksen


Octave Landuyt - Escadrille

.

vrijdag 4 juli 2008

cordero de dios

Dit is geen vijgenblad. Ha!

Het blad niet voor de lippen. Neen.
Neem ik.
Ruim en onbedekt, schroomloos,
schaamteloos en zonder schuld.
Slechts de rente van het wachten stijgt.
En het divide(nd).
et impera.
Je bent de Wet. Shifter. Ander.
Wie men je nog?

Hoeveel trouwe mehari's gekniehalsterd.
De collar onzichtbaar
blinkt.
Das Gute das Ding
Tsss.
zien & graag & niet & zo!