zaterdag 30 augustus 2008

hym(n)e(n)

Asociaal, autistisch, onbeschoft, autoritair, intimiderend, arrogant, stijfkop, hardhoofd, pitbull,… dit en meer, pfff, ik heb het allemaal al gehoord. Ik zal het niet ver schoppen, en zopas verneem ik eens te meer dat stroop smeren, kruipen, (s)likken en meelopen toverformules zouden zijn. Passen. Inpassen. Kijk, deze tekst is al begrijpbaar. Ik ben aangetast. Besmet. Ik ben ziek. Je suis malade. En hoe!
Er wordt met hout en brillantine gesmeten. Pek en veren passen me beter. Geen kwaad woord over de gooiende handen, maar het fenomeen ligt me niet.

Kijk nu toch, het hamerslingeren, het dwerggooien en het bekogelen van de lege halve siamees, de vrouw die zichzelf verloor en vond achter de taaiheid van dat wat je doorbrak, alles doorstaat ze in haar wezen: de rotte eieren, je zwijgen, het prikken van de pijn. Je aanwezigheid. Altijd. Traag zwem ik en streel het water langs mijn huid, de heerlijkheid, de aanraking van honderdduizend vingers. Ik verlang naar meer. De straal, de impact van je vloeiend penseel, de rode stroken, het zwart gevlochten geweld.
Ik merk je nu niet... een derde-oogervaring, maar jij merktekende mij.
Je bent er altijd.
Hier is het: Vertrouwen. Dat wat je vroeg. Met niet tanende hardnekkigheid.

Ik zing een hymne.
Je maakt me heel/niets.


niet af te werken tekst... alweer.



Geen opmerkingen: