Posts tonen met het label tijden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tijden. Alle posts tonen

zondag 12 oktober 2008

plooien van de tijd III


Dat we toch op mossels lijken. En dat ik lach als ik het lees.
Ik leg wat schaduw vooruit. Opzij misschien. Als een rug vol doornen tussen ruimte en tijd… een onmisbare naad die verbindt wat hij scheidt. Hij is voor jou. Net zoals het rutiel, de naalden uit venushaar, het oude water, festoen van jaren in het versteende hout en als de pijn die op het vuur te garen staat. Zo smakelijk als ze schroeiend de binnenkant verrijkt. Zo vervullend als grenzeloosheid, hoger dan het hoogste, lager dan het laagste .... Exces… zou dat dan heten.

Rood, fruitig, iets te jong, goedkoop. Drinkbaar. De dag kijkt terug. Wat ik me herinner materialiseert op een glasbodem, een scherm, een spiegel, een blad papier. Ogen. Handen. Verhalen. Als een oase. Markeren deed je op je eigen wijze, onzichtbaar voor de wereld. Mogelijk herkenbaar voor een medehond? Beklijvender dan de diepste tatoeage.
Ik dank je met een Nuba-huid.

De kat is niet verzopen en denkt in duizend levens: wat vandaag niet geschreven werd, komt morgen of later wegens bijvoorbeeld nu te moe.
Vrouwen gillen met opengescheurde huid.
Trots.
Kairos springt over de buffels.

woensdag 8 oktober 2008

plooien van de tijd II


Aan de rand. Op de rand. Ik weet het nu niet meer, maar het was zo groot. De sporen van zand, de duinen, de verlorenheid die ik gebruik als haven. En jij, die ruggenrijdend vervaagt, verdwijnt. Waar ben je dan, geelgebrilde Ngalyod?

Duinen. Eindeloos. En weet je…: zandlichamen - als kluwens - bewegen. Armen, benen, buiken… glijvormen onder de beitel van de wind. Daar: het blauwe licht als de naakte maan haar stralen spreidt over het glooien van de ochtend, het plooien van de tijd.
Of tijd bestaat? In honderdduizend vlaktes en gedachten, stoeiende nomaden? In myriaden sterren, in de melkweg als een autostrade tussen nu, toen en later?

Ingewikkeld.

Als een Tarqi eenzaam op reis. Het schommelen van de kameel, omdat ik nu éénmaal daar wil zijn. Duizelend tussen bulten van overvloed en schaarste in jouw kom van niets. Het eiland waar ik leef hanteert het halveringsprincipe, behalve in uren. Tijd tikt niet weg, maar wordt voortdurend herschikt, naar inhoud, naar ruimte. Zoveel te passen. En nu? Ik weet het nu niet meer.

Een foto en ik peil: hoe zou het voelen, zacht, koud, ruw,… en wat is niet te zien? Het opaal van je gedachten, de chatoyante meanders van je brein, het krocht van je onbewuste? Mijn gedachten herkneden je gezicht, ontvouwen neus en ogen als een binnenkijk. Het is donker in je hoofd. Of je het licht aan wilt steken? Je zwijgt. Nu al vele manen.

Vreemde talen tussen mijn oren, niet meer begrijpen wat ik denk, niet in staat te ontrafelen waar ik me nog bewust van ben, de wipzaag waarmee je me bewerkt tot haveloze splinters. Ik was nooit een puzzelaar. Beelden. Des images…, jij, allesbehalve sinterklaas, jij gloeiende Hongaar bonswaart me zelfs niet meer. Je gooit fragmenten als pepernoten. Het zijn stukken bot, wervels van je levensrug, afgekloven tot een essentie. Hoe terug een lichaam maken met zo weinig skelet? Hoe een Mensch kunnen worden, een hoofdletter mogen schrijven? Ik begreep het zo dat ik ze moest verdienen.

Jij past je aan, gebruikt mijn naam niet meer, het omzeilen… geen repliek op een gestelde vraag, maar antwoorden in tijd en toepasbaarheid. Daar waar het van pas zal komen. Je zal het weten ten gepaste tijd, zo zei je. Onvoorspelbaar, onvoorstelbaar. Boeiend bovendien.

De koopkracht is gedaald, zo blijkt. De rekken waar ik in kijk puilen. Te veel soms om verwerkt te krijgen. Maar zolang de tijd in mijn portefeuille huist, eet ik lezen, zinnen. De woorden die je schrijft.
.

dinsdag 7 oktober 2008

plooien van de tijd


categorie: onafgewerkte tekst
subcategorie: mogelijkheid

.

maandag 6 oktober 2008

gewist II


De àndere tijd. Bedrieglijk drijfzand, de valkuil van de trechterspin
Horige aan je lippen, Sekuru, die bossen aanlegt, bomen velt en bladeren verstopt. Begrijpe wie begrijpe kan.
Gehandboeid in een vrijwillig geheugen van weelde en voelen, gekniehalsterd door zinnen, herinneringen als gecondenseerd lichaamsvocht in het moor van mijn navel. Ik hoed ganzen aan de kraterrand uit Krijt, de afgrond roept als een sirene. Geëxarticuleerd de gewrichten door het rijten van de wereld en het Reële. Verlangen en dat kleine ding dat steeds verder glijdt.

Uitdoven met in het verlengde (of in het verlengde van) verstommen. Nu weet ik waarvandaan de kou. Verder gaat alles goed met mij. De amputatie is ongepland. Je zal het niet zien, voor jou bestaat het niet. Of wel?
Ze werken niet met tijd.
Neen, pijn zal het niet doen. Ze gebruiken volledige verdoving.
Daarna, alleen als je het toevallig raakt, zolang het niet dicht is, niet genezen. Het risico door jou geraakt te worden...?
Het zal wel gaan. Ik ben een kei in het kweken van eelt. Uiteindelijk.