zondag 31 mei 2009

venijn


Het water is koel, het zwembad als een kanaal waar we op grote matten dobberen. Uit liploze monden tussen de compartimenten slobbert het af en aan in een welhaast natuurlijke deining. Ik lig op mijn buik, de armen over de rand in het water, als ik plots een school manta's ontdek. Ik barst van opwinding. Het zijn er zo veel en sommige exemplaren zijn gigantisch, hoewel de meesten eerder van zakformaat blijken. Statig trekken ze onder ons door. De rode mat blijft rustig met het water bewegen.

Ik loop met mijn kar door de winkel en laad in. Bij al de rest leg ik twee blokken tekenpapier formaat A3 en eentje A4. Even later verplettert een andere geplande aankoop het papier. Het is gekreukt en onbruikbaar. Ik besluit het om te wisselen. De locatie is gewijzigd en een ijverige bediende houdt me in de gaten. Ik vergelijk andere soorten papier en exploreer de verschillende korrel. De twee stoelen die ik bij de ingang heb meegenomen doen dienst om de waar op uit te stallen terwijl ik ze keur. De nissen zijn vol vermoede doden. Hun mummies zwijgen en als ik besloten heb wat te doen, sluiten zwijgend de luiken.

Aan de ingangspoort zit zijlings op de grond een bongospeler met een viool. In het midden van het podium staat de violist. Ze hebben de stoelen niet gemist, maar bezetten ze onmiddellijk. We discussiëren over de verloning: muzikanten vinden het normaal dat ze worden betaald, terwijl het koor niets krijgt.
Het optreden op begane grond is aangrijpend intens. Ik heb geen idee welk stuk op scène wordt gezet, maar de zangers-acteurs, zowel de solisten als de koorpartijen, zijn uitmuntend naar stem en performance. De kinderen die in het stuk optreden doen dit meer dan professioneel. Ik geniet van geluid, kleur en spektakel van wat het voorprogramma blijkt te zijn van een gigantische voorstelling die op het platform zal plaatsvinden, waar ik net de nissen achter me zag sluiten. De acteurs daar, kinderen en volwassenen, als elfen verkleed in groen en rood, turen naar beneden over de balustrade, zenuwachtig voor het stuk.

Een van ons, die ondertussen aan wal is gegaan, wordt op het laatste moment door een dwergmanta geprikt. Hij gilt het uit. Terwijl ik nog op de rode mat lig vliegt een ander manta-exemplaartje naar mij en richt zijn stekel. Ik ga hem te lijf, het wordt een gevecht. Met de stekel aan het einde tussen duim en wijsvinger moet ik al mijn kracht te weer stellen om het koningsblauwe beest de baas te blijven. Ik nijp - het duurt eeuwig - tot de punt in gif ontploft.
Het gevaar is geweken, hoewel een paar minieme haartjes op mijn vel liggen te branden.

Waarom wordt het koor niet betaald?

We staan op barre grond en we is ik. Het koor blijft krijsen om zijn loon. Het koor verzamelt, verenigt, is solidair. Luide mannen, oude wijven... Altijd weer een ander koor, uiteindelijk steeds het zelfde.
Ik neem de stekel vast en nijp hun strot tot het gif uiteindelijk spuit. Op mij.

Dan ga ik maar, zo stel ik vast.

Passionnément

Écouter la lecture

pas pas paspaspas pas
pasppas ppas pas paspas
le pas pas le faux pas le pas
paspaspas le pas le mau
le mauve le mauvais pas
paspas pas le pas le papa
le mauvais papa le mauve le pas
paspas passe paspaspasse
passe passe il passe il pas pas
il passe le pas du pas du pape
du pape sur le pape du pas du passe
passepasse passi le sur le
le pas le passi passi passi pissez sur
le pape sur papa sur le sur la sur
la pipe du papa du pape pissez en masse
passe passe passi passepassi la passe
la basse passi passepassi la
passio passiobasson le bas
le pas passion le basson et
et pas le basso do pas
paspas do passe passiopassion do
ne do ne domi ne passi ne dominez pas
ne dominez pas vos passions passives ne
ne domino vos passio vos vos
ssis vos passio ne dodo vos
vos dominos d’or
c’est domdommage do dodor
do pas pas ne domi
pas paspasse passio
vos pas ne do ne do ne dominez pas
vos passes passions vos pas vos
vos pas dévo dévorants ne do
ne dominez pas vos rats
pas vos rats
ne do dévorants ne do ne dominez pas
vos rats vos rations vos rats rations ne ne
ne dominez pas vos passions rations vos
ne dominez pas vos ne vos ne do do
minez minez vos nations ni mais do
minez ne do ne mi pas pas vos rats
vos passionnantes rations de rats de pas
pas passe passio minez pas
minez pas vos passions vos
vos rationnants ragoûts de rats dévo
dévorez-les dévo dédo do domi
dominez pas cet a cet avant-goût
de ragoût de pas de passe de
passi de pasigraphie gra phiphie
graphie phie de phie
phiphie phéna phénakiki
phénakisti coco
phénakisticope phiphie
phopho phiphie photo do do
dominez do photo mimez phiphie
photomicrographiez vos goûts
ces poux chorégraphiques phiphie
de vos dégoûts de vos dégâts pas
pas ça passio passion de ga
coco kistico ga les dégâts pas
le pas pas passiopas passion
passion passioné né né
il est né de la né
de la néga ga de la néga
de la négation passion gra cra
crachez cra crachez sur vos nations cra
de la neige il est il est né
passioné né il est né
à la nage à la rage il
est né à la né à la nécronage cra rage il
il est né de la né de la néga
néga ga cra crachez de la né
de la ga pas néga négation passion
passionné nez pasionném je
je t’ai je t’aime je
je je jet je t’ai jetez
je t’aime passionném t’aime
je t’aime je je jeu passion j’aime
passionné éé ém émer
émerger aimer je je j’aime
émer émerger é é pas
passi passi éééé ém
éme émersion passion
passionné é je
je t’ai je t’aime je t’aime
passe passio ô passio
passio ô ma gr
ma gra cra crachez sur les rations
ma grande ma gra ma té
ma té ma gra
ma grande ma té
ma terrible passion passionnée
je t’ai je terri terrible passio je
je je t’aime
je t’aime je t’ai je
t’aime aime aime je t’aime
passionné é aime je
t’aime passioném
je t’aime
passionnément aimante je
t’aime je t’aime passionnément
je t’ai je t’aime passionné né
je t’aime passionné
je t’aime passionnément je t’aime
je t’aime passio passionnément

Ghérasim Luca

les mots des pauvres gens



Het is niet waar. Tekort laat zich niet vergeten.
Léo Ferré... ik had niet eens van hem gehoord vóór jij... voor jou. Hond. Anarchist. Verdomme. Hoe kan de tijd doen verdwijnen, als elke barst, elk gat het licht laat doorbreken. Of het bloed. Of je hand, die vrijpostigheid.

Hoe zou ik niet weten wat... hoe zou ik vergeten...
les mots des pauvres gens
ne rentre pas trop tard, surtout ne prends pas froid

of:
werk je niet kapot in deze hitte. Heb zorg voor jezelf, je lijf.
Och, doe ook wat je wil.

zaterdag 30 mei 2009

1 Kor. 13, 13

In tegenstelling tot deze klassieke eschatologie van het oordeel, lijkt Paulus de hoop eerder te kenmerken als een eenvoudige imperatief van het doorgaan, als een principe van volharding, van hardnekkigheid.
(...)

Van zijn kant verwijst hoop naar uithoudingsvermogen, volharding en geduld; hij is de subjectiviteit van de voortzetting van het subjectieve proces. In deze visie is geloof een zich openstellen voor het ware, universaliseert liefde de werkzaamheid van het waarheidstraject en formuleert hoop tenslotte een maxime om in dat traject te volharden.
(...)


(Badiou - Paulus)

donderdag 28 mei 2009

noorderwind


Praat ik over je?
- over de grilligheid van bloemen, omber en
je handen waar nu de levende zon in schijnt
of over licht. Er straalt licht in je ogen.

Niet kan ik bij je zijn dan
in de stap van de hond op wier hand je kop zal rusten.
Waar je vlees me raakt adem ik ribdiep.
Schilder van bloed en non-perspectief,

- de open kist, de blik omhoog gericht -
gebalsemde bloei op de snee van je woord,
praat ik over jou dan, Meester die de spiegel breekt?

Jade, nefriet, bloedsteen
lik ik en waar je stierenkop zich in jaspis boort
- de belofte ( zacht als boter) die je me deed -
tel ik de draden, wolf en spin,
jij die niet Behemot bent.

Ngalyod, die als een lint rond
de rode iris ligt, ik roep je uit de diepte
van het nieuwe loof.

Wacht, zei je, tot komt nog en mettertijd...

Ik rust op de piëdestal
van pijn die je me hieuw en
in het midden van de nacht bulder ik
op de wind die mijn stem ten zuiden vaart.

Mahonie, onweer en je teef ben ik.

De sokkel druipt van rood verdriet,
met kleine woorden als dode kinderen.


.

dinsdag 26 mei 2009

datum


onaf-laat-onafverlaat-onverlaat-verlaat-verlaten-on-af-ver-laat
opnieuw
voor (...)

donderdag 21 mei 2009

khemel

Maybe we just need a different chicken.
S. Žižek


woensdag 20 mei 2009

dingetje

Vannacht was je dood en ik maakte de oefening. Binnen zat aan tafel de vierschaar naar kunstjes te kijken. De ruimte was groot en ook de verwachting. Achter een struik met bloemen joelde ik als een geest, maar niemand merkte me. Iedereen zat binnen. Buiten was ik, alleen. Op het bospad kwam plots een hond achter me aangelopen, hij snuffelde aan me en bleef me volgen. Ik draaide me om en aaide hem door zijn zwarte, volle vacht. Het haar op zijn hoofd tussen zijn oren was zacht. Een wildeman stapte uit de bosrand naar me toe. De hond was van hem. Hij zei dat het niet gewoon was die hond zo te kunnen strelen als ik deed.
Hij liet in het midden of het aan mij lag of aan het feit dat het beest naar hem luisterde.


Zo is het dikwijls.

Je weet het niet.


(Tsss, er smaakt afwasproduct door in de courgettesoep - een slecht gespoelde kom - terwijl de buren in stereo al de hele ochtend kloppen en boren. Wie zegt dat vrouwen synchroniseren met hun maandstonden...? - het getimmer gaat na een poos gelijk op. Telkens drie maal, dan een pauze, waarna ik ontstemd de inhoud van mijn opgeschrikte gestel weer schik, even later volledig in de war gestuurd door het gedaver van de perseuse.
Ik besluit het dan maar schuinweg aan te kijken tot het geïntimideerd naar de achtergrond verdwijnt - het hondse perspectief.)
De halstarrigheid waarmee je jezelf indertijd beschreef - de hond, het gat, het Ding... - is nu mijn deel. Hoe groter het obstakel, hoe veelbelovender het... zo schreef je.
Ik lees je op-nieuw, anders nu en ook als toen.

De hond die aan me kwam snuffelen... ach, die hond - dat is uitgemaakte zaak?- dat was jij. Met of zonder vlechten.
En het objet petit a?

Hm, weet je nog - ík weet het nog - dat ik hels ging zoeken wat het betekende? Niets wist ik. Ik kende niets van de terminologie die je gebruikte. En in al mijn naïviteit zei ik: een kleinood. En net zoals l'objet petit a ergens voor stond, deed het kleinood dat ook.
Of het zo was is niet zeker, maar je leek gecharmeerd en nam aan wat ik schreef.
Later, een hele poos later had je het over het agalma dat Alcibiades als een verborgen object bij Socrates vermoedde...
En ik zag jou, als een schatkamer vol...

Ik dwaal ver af. En niet. Ook dat, ook daar ga ik naar terug. Ook dat wordt ànders herlezen. Soms vraag ik me af of dit allemaal wel de bedoeling was - dat ik zou begrijpen wat je zei.
(Vorige week las ik in de krant het verhaal van de oudste vrouw ter wereld. Als trots van haar land, vond de staat het niet langer kunnen dat ze in een armtierige keet woonde en ze werd verhuisd naar een appartement. Daar gleed ze jammerlijk uit op de badkamervloer, afschuwelijk, ze overleed.
Wat gebeurde er nadat je mij verplaatste?
Het zal vast een naam hebben - dit fenomeen - maar jammerlijk was het allerminst!)
Ik dwaal ver af. En niet. Ook dat, ook daar ga ik naar terug. Ook dat wordt ànders herlezen. Soms vraag ik me af of dit allemaal wel de bedoeling was - dat ik zou begrijpen wat je zei.
Dat ik het na maanden en later na jaren pas misschien zou inzien, dat je me voorzag, zoals ik voordien al schreef:
van zaad voor later - al wat je me gaf, dat nog moet rijpen.

Gelukkige verjaardag!


hoofdstuk 7, 8 & 9, § 11, 10 & 5, pag. 22, 20, 20

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
en vele andere reeksen

zondag 17 mei 2009

.


Ik wil je bloemen geven voor in je bos.
Ogentroost en vogelmelk,
de ster.
Herinneringen. Kantlijnen. Toen.
Grenzen en uitsluitsel.
Blauw dat groen is en eigenlijk bruin. Ogentroost - weer je ogen.
Zie je me?
Zie je me?
Ik lees je boek. Je hebt mijn naam geschrapt. Maar in het vlees van het blad - met
potloden-ernst - blijf ik.
Ik blijf
in kruiden
in de langerhut van dit
in je haar.
In de bloemen op mijn naakte vel. Je schilderde secuur.
Steen met de roos die spreekt
ga niet dood in mei.

zin
tuig
me

zaterdag 16 mei 2009

kattig

foto 16-05-09

En dan sta je plots ergens een vreemde poes te aaien.
Het laatste dat onzichtbaar werd was de glimlach...

donderdag 14 mei 2009

l'infinito

Adembenemend.
Ik ga door je teksten en denk aan wandelingen van weleer: de stenen die ik verzamelde en langer nog geleden armen vol bloemen.
Zo is het ànders nog. Zo is het nog steeds. De zinnelijkheid die als hars uit je woorden glijdt, discreet voor wie niet leest.

Het kost me moeite om wat je schrijft te relateren aan waarover je schrijft. Alsof je onder een steen, onder de bast van een eik, of achtergehouden tussen je eigen vingers, een sleutel verbergt. Ik wrik je hand soms open en steek de baard in het slot. Hmm.

Wat is je doel, vraagt men me. Ik weet het pas als het gevonden is. Retroactief wordt het steeds weer duidelijk, zoals toen je me zei: "Als het zover is zal je het je herinneren, breek er nu je hoofd niet over als je het nog niet begrijpt". Zo relativerend.

Leopardi, L'infinito, daar zit ik nu, daar ben ik nu bezig, na de hors-place /exstase daar beland. Alles heeft zin wat je daar schreef. Ik zal wellicht nooit weten of de betekenis die ik er aan-hecht dezelfde is als die van jou, of ik ze benader...? (Grappig hoe het verschil tussen betekenaar en betekenis duidelijker wordt via het werkwoord hechten aan. Grappig ook dat ik je - pfff, niet zo gek lang geleden - nog vroeg: een betekenaar, wat is dat?)
Weergaloos hoe jouw benadering verschilt. Anders dan een gewone bespreking die ouderwets voorverteert.

Er zit nu - op dit moment, en ik kan het niet eens goed plaatsen - naast oneindig, ja oneindig verdriet, genot in wat ik doe. Alleen de zucht, hoger dan de hoogste spanning, toch - blijft. Buitengrenzelijk genot. Ik lijk vandaag iets geduldiger.

Ik wil niet dat je sterft in me.



Deze afgelegen heuvel is mij altijd dierbaar geweest,
Net als deze haag, die de verre einder
Grotendeels aan het zicht onttrekt.
Maar, wanneer ik hier zit en rondblik,
Verwijlt mijn geest in de onbegrensde ruimte
Áchter de horizon,
Waar een stilte heerst, zo onaards, en een rust, zo diep,
Dat het mij haast angstig te moede wordt.
En vergelijk ik de stem van de wind,
Die ik hoor ruisen door het struikgewas om mij heen,
Met die oneindige stilte,
Dan gaan mijn gedachten uit naar het eeuwige,
Naar voorbije tijden en
Naar de werkelijkheid van vandaag
Met de geluiden die daarbij horen.
Zo kan in deze onmetelijkheid mijn denken ten onder gaan:
Ik geniet ervan schipbreuk te lijden op deze zee.

Giacomo Leopardi (1798 - 1837)


(Je naam),
Nooit sta ik verder dan aan het begin.
De reis is altijd nog ver.

(of om het met jouw woorden te proberen:
"Maar dan niet allemaal ineens, want wellicht is daar nog heel wat werk aan.
Ik probeer het dan maar eerst eens met die eerste lading.")


hoofdstuk 7 & 8, § 10, pag. 18

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
en vele andere reeksen

p(ri)ère

Notre paire

Notre paire quiète, ô yeux !

que votre "non" soit sang (t'y fier ?)

que votre araignée rie,
que votre vol honteux soit fête (au fait)

sur la terre (commotion).

Donnez-nous, aux joues réduites,
notre pain quotidien.
Part, donnez-nous, de nos oeufs foncés,
comme nous part donnons

à ceux qui nous ont offensés.

Nounou laissez-nous succomber à la tentation
et d'aile ivrez-nous du mal.


Robert Desnos - Corps et biens, 1930

woensdag 13 mei 2009

woord

Ik heb een hekel aan 'groentjes'.
En bij uitbreiding...

glas...

Het was weer zo ver.
Het is zo ver.
Je bent zo ver.
Zeg dan iets. Hoe is het gesteld bij jullie daar? En het is nog niet voorbij. Ik lees dit net:
"Bulletin d'alerte édité le mercredi 13 mai à 12h27. (Aquitainemétéo)

Bonjour,

après les orages violents de cette nuit, ayant par endroit réduit à néant certaines récoltes dans le libournais, une accalmie toute relative se met en place.
A partir du milieu de l'après midi, de nouveaux orages parfois violents et accompagnés par de fortes chutes de grêle, se développeront très rapidement. Ils toucheront cette fois-ci les secteurs situés plutôt à l'est d'un Axe Angoulême-Castillon-Langon-Mont de Marsan.

Ces orages pourront être très forts à violents, et seront accompagnés par de fortes chutes de grêle.

Les départements de la Dordogne, du Lot et Garonne,les secteurs de la Charente limousine, pourront être les plus exposés.

Grande prudence si vous évoluez dans ces secteurs.

A l'arrière de ces orages, le temps deviendra plus océanique et plus frais."
Godverdomme!
... je t'offrirai des perles de pluie... Que? Pluie de glace...
Zonloos niet waar... (je weet het... tikfouten bestaan niet).

Ik wens dat er geen schade is.
Onrust hier. Onrust. Altijd.

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
en vele andere reeksen

zondag 10 mei 2009

the Real


Blinde ogen als zwarte sterren en ik kijk...
Je vingers - je dunne lijf krom en moe, en zacht weet ik nu - wat je als bouwvakker doet grijpt naar het Reële van het Huis. Je kent het bloed in haar muren, spanning, vering, vocht en lucht, langzaam daagt het wat je zei, haar stenen borsten, glazen ogen en een zolder vol boeken... maar het huis is leeg, het huis is leeg
Ik zal zwijgen. Even. Ik praat al weer te veel.
Waarom breek je niet meer door? Een barst... een receptakel, een muisklik - als een zweepslag het effect? Hoe immuun ben je, dacht je, denk je?
Je bent alles. Je bent vuur en de horizon brandt. In de lucht spiegelt de wereld. De einder is mijn keel waar je de grens verlegt, waarin het beest bevreemdend speelt
Hoe vaak op een dag mis ik? Hoeveel kilometers wacht ik? Hoeveel vingers lang is de vreugde? Bij... 'weeral niet', de te-leurstelling, om jou?
Er woont een beest in mijn keel die niet zwellen kan en pijnlijk klopt. Verdriet of zo, is zijn naam. Soms laat de ketting los en door mijn ogen breekt het.
Omdat ik niet huilen wil, zing ik je naam. Hashem.
Met natte handen.
De Koffie is altijd op.

hoofdstuk 9, § 5, pag. 9

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
en vele andere reeksen

zaterdag 9 mei 2009

Gehaktbalgeluk


............ geluk?

Goed, dan wil ik het wel eens meemaken, het opgeluchte gevoel de volgende dag. Vreemd, hoe je beweert geloofjes graag uit te roeien. Het klinkt als kindermoord, nadat je zelf de wortels zaaide, zelfmoord zelfs misschien. Maar het is oké. Het ge-loof van de wortel - of van de raap - is een tuinmanskunst. En van tuinieren... - nacht en scha - daar weet je alles van.
Vandaag voor de verandering eens bitter: Je smaakt bitter. En toch proef ik je doodgraag.
Gehaktbalgelukkig...
Rara...


............ woedend, kwaad, furieus, woest

Ja.
Of denk je dat dat niet kan? Dat jij alleen... ?
Nu zal ik het bijltje er niet bij neer gooien, hoewel ik soms wel de neiging heb om - net als jij - iets (...) te doen... het ook doe... maar daar heb jij tot nu geen last van.
Je hebt geen last van me, anders zou je het zeggen. Je zwijgt.

Goed. Ik ben geen last dus.
Dat is dan ook gesteld.
Ik schrijf het gedicht op mijn buik.
Zo.
Ik mis je


............ 'ou... gar' - 'pas... mais' , de opschorting van de weg van het vlees

En dan uiteindelijk na een grijzige dag toch nog de zon stralend op het terras.
De kreupelheid zit weer in mijn rug en straalt vooral naar het linkerbeen. Ja. Het linker en hardnekkiger dan gewoonlijk. Ik kan nu niets innemen. Paulus houdt me bezig, jij houdt me bezit. Het 'ou... gar' - 'pas... mais' , de opschorting van de weg van het vlees: sarx duidt op de wet, de dood, de conventionele legaliteit, particulariteiten (in tegenstelling tot het universalisme), ook opschorting van tekens,...
Alleen het derde vertoog, waar de verdeeldheid van het subject aanwezig is, staat waarborg voor de universaliteit.

'Niet... maar'... lijkt dan relatief aan meerdere dingen.
Jouw tekst (Oh, ik lees, herlees, lach, vloek, frons... ) brengt (nog) geen voor mij duidelijke lijn.
(Mooi: ik blijf in verdeeldheid... zo, dat is dan de grondslag voor universalisme?)
(lach)
(gehaktdag)
(dag...)

hoofdstuk 9, § 5, pag. 6-7

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
en vele andere reeksen

vrijdag 8 mei 2009

zondag 3 mei 2009

l'amour en plus? II


Weet je, nazorg, ik kende het woord niet als dusdanig. Wel een hand die als een embryo in die andere lag. Gebarsten hersens en vingers, vuil en grijs van natte stof die ijlvleugelend ontgoocheling maaien, zoals -welja -voorspeld.

Later dan, na het schedelschaatsen - daar! - de afgedragen vod die eeuwig dreigt te vallen maar langs de lastigste vezel van het geheugen, het creatieve gebaar dat onorthodox het lichaam streelde, onverhuld beheerst - ja wat? verlangen? het vermeende weten? zien van het tekort? Genot? achter ogen van mahonie en obsidiaan -
niet één moment lost.
(nog niet)
.

En ik, als naakte babyaap aan je hemd, je rug, je heupen, terwijl je uit het blote hoofd me een verhaaltje leest, een kind dat werd geslagen, het kind dat werd geboren.

Waarna je doodleuk over castratie begint.

l'amour en plus?


Je ne comprends pas qu'on dise la chair de ma chair mon enfant, le prolongement de moi-même mon enfant, ce n'est pas la chair de ma chair mon enfant, c'est la chair issue de ma chair cet enfant, mais pas seulement, c'est la chair issue de la chair d'un autre, enfant d'un autre, mais pas seulement; ce n'est pas la chair de ma chair, c'est un autre cet enfant, il est assez incroyable que je supporte en moi cet enfant, il est assez incroyable que mon corps ait supporté cet autre corps si longtemps, il est assez incroyable que mon corps ait aimé porter cet enfant, que mon corps ait porté cet enfant, que mon corps mon esprit aient aimé cet enfant, que ce soit un étranger déjà aimé cet enfant...

La présentation de l'éditeur : L'accouchée - F. Pazzottu ( postface: Alain Badiou)