zaterdag 24 mei 2008

SOLANUM TUBEROSUM III


Schop je tegen …
onbekende bekenden - het onbewuste; het trauma - de onbekende onbekenden.
Ik denk, bedenk, interpreteer, vul in, zoek, raad, weet het niet, vul op, vind het niet, vind je niet, huil, schrijf, roep, huil, schrijf, hak een vinger af, schrijf, hak een hand af, schrijf, steek een oog uit, schrijf, steek een ander oog uit, schrijf, amputeer mijn hoofd, schrijf.
Jou. Telkens weer.
Die aardappelen kiemen reeds, de nacht heeft (me) voldoende schade gebracht. En jij geeft niet thuis, voor het eerst sedert lang zonder reden. Alsof ik er niet meer ben.

Ik zoek je bekenden, de Joegoslaaf met Tourette, de Fransman van de Jood, de meester zelf - na jou - voor jou, met zijn kan en zijn omelet. En de ouden, de donkere Griek, de apostel, hem ook ja en nog vele anderen. Ik word zot van al die gasten, ze nemen woorden, termen, begrippen en gooien ze in een alambiek. Schudden maar voor sodade, ze mag het niet begrijpen. Hij helpt haar niet meer en wij laten haar creperen, we laten haar zweten. Schudden maar sodade! Ga op de tafel staan, kleed je uit sodade, dat we kunnen lachen en dansen terwijl je je buik en billen draait.

Het geeft niet, van de anderen, met hen heb ik niets te maken, maar jij …
Waar ben je dan? Ik zoek je met de lijnen in mijn rug als landkaart en het gevoel dat je achterliet. Als een herinnering die constant dóórbreekt in het nu als het reële in de realiteit. Ik voel je en voel je niet, maar voel je - onzeker zeker wel. Nu weet ik je niet meer en is voelen anders. Ik zoek je bij nacht en wereld, bij sterren en een zakkende maan. Geen geurvlag laat ik achter, de openheid die je me leerde behoeft het territorium niet. Evenmin zal ik beschaamd mijn lippen sluiten. Ik zal blijven. Roepen. Dat ik …

Jij ja.

Wat is er in de hand? Het blok, de Ene wortel, de aardappel, de vrouw? Ach, neen, van al het genoemde is zij het die niet bestaat. Beter is men een hond dan een vrouw, die niet bestaat. Voor honden bestaat asiel.
... Siehst du nicht, dass ich brenne?
Ik werd traag gewurgd door een hand die niet voldoende durfde. Vandaag zet ik het mes op mijn keel en tel de rode kepen. Er is een geheugen dat geen geheugen is van… Sommige gebeurtenissen zijn altijd nu, zoals het hart dat klopt of de slagen die levend blijven, de stok op de rots, de eerste lijn getrokken, het splijten van zijn in ongekend beleven. Of verlangen dat nooit verdwijnt.

Leven begint niet met iets onnozel zachts.

Mijn tenen voetballen met kruimels op de grond. Doelloos. Ik kijk en zie mijn leven in zijn eigen kantlijn staan. Een middelpuntgevoel is me vreemd. En op het (aardappelen)veld sta ik niet. Ik doe niets. Ik sta naar je te kijken terwijl je elders middel- en hoogtepunten graaft tussen uitersten? Of er voorbij?
Ik draai me om en stap de marge af om te voelen hoe het is. De afgrond in. Klote denk ik. Ik val. Beenderen die te bleken liggen. Dit dode gewicht in mijn schoot en kale handen. Deze nacht, dit lege niets…

Klote zen! (of vv)
Vang je me?

(in subcategorie: onafgewerkte tekst).
(archief mei 08)

Geen opmerkingen: