zondag 26 juli 2009

(aan)geraakt


When my gaze meets yours, I see both your gaze and your eyes, love in fascination, and your eyes are not only seeing but also visible. And since they are visible (things or objects in the world) as much as seeing (at the origin of the world), I could precisely touch them, with my finger, lips, or even eyes, lashes and lids, by approaching you—if I dared come near to you in this way, if I one day dared.

J. Derrida - On Touching

Ultiem.

vrijdag 24 juli 2009

verhoudingen


Wie dood is kan ik begraven. Of verbranden.
De schepen liggen als potvissen tegen het strand, als lege arken, spookhuizen die roepen uit het raam: is there anyone home?
Gedachten robbelen tegen het spant.
Ogen.

Ik overweeg of ik een kunstwerk kan maken met lege verpakking van kattenvoer. Die Charel eet nu al dubbel. Straks blijft hij groeien. Dan worden mijn handen te klein en verhuizen we, naar een bos of zo. Of naar het Zuiden waar we wellicht niet welkom zijn?

Ik krab mee aan de mat en vang namaakmuizen terwijl hij voor het eten zorgt en we zwemmen in de rivier, kattig, fel. We eten er forellen. Bijvoorbeeld. Er staat veel Vlees op het menu.
Op het menu, maar niet op het budget.

Goed maar dat ik niet op de kattenbak hoef. Het zou te omslachtig zijn met die voortdurende bloeddrukval. En de bak te klein voor twee. Dat ook. Pogingen om de Kater zijn ding op de wc te laten doen heb ik nog niet ondernomen. Het kattenzand zuiveren is als zoeken naar schelpjes op het strand. Wat een vreugde.

Canetti heeft gewoontes. Hij bekijkt me. Als ik op de wc zit gaat hij links ernaast zitten met zijn kop omhoog.
Fotograferen, tekenen en schilderen door de ogen van de Kater. Ah, de kater, elke ochtend is hij er. Ik heb hem ingeruild voor wijn. Hij begroet me met een geluidloze miauw en duwt zijn kop in mijn hand. Hij spint in twee registers. We spelen hockey en dat laag-bij-de-vloerse mormel wint. Steevast.
Enzovoort.

Jou zou ik kunnen slaan, hem niet.
Jou zou ik kunnen krabben en bijten, hoewel dat niet in mijn aard ligt. Hem niet.
Jou zou ik kunnen beminnen. Hem niet.
En dat zijn maar een paar verschillen.

De onderburen betreuren een plant op hun terras, omgewaaid door de felle wind vooreergisteren.
De kerkklokken luiden.
Betreuren...

Wie dood is kan ik begraven. Jou niet.
(Gisteren schreef ik je niet. Of toch? Dat ik niet denk dat ik je graag zie. )

donderdag 23 juli 2009

verBlendung


Optreden van Canetti, rond de 50ste seconde.

De kanttekeningen bij een reis naar Marokko, Die Stimmen von Marrakesch, tonen hoe de reiziger Canetti het vreemde land niet alleen nauwkeurig observeert, maar zich in de plaats probeert te stellen van de mensen die hij er ontmoet. Nadat hij in Marrakesch ontelbare blinde bedelaars steeds weer de naam van God heeft horen herhalen, gaat hij bij zijn terugkeer met gesloten ogen en gekruiste benen in een hoek van zijn kamer zitten en probeert hij een half uur lang in het juiste tempo en met de juiste kracht 'Allàh! Allàh! Allàh!' te zeggen. (4) Metamorfose ligt ook ten grondslag aan het drama, en volgens Canetti is zijn hele werk dramatisch van aard. De gedaanteverwisseling gaat zover dat hij de personen niet enkel ontwerpt, maar zijn stukken ook virtuoos voorleest, waarbij hij er niet voor terugschrikt de dertig verschillende rollen van Hochzeit alleen te vertolken.

Uit: Elias Canetti, oorgetuige van de verblinding, Erik de Smedt



Het magische, grote, levendige plein in Marrakesch, zoals het nu is en zoals het vijftig jaar geleden door de schrijver en Nobelprijswinnaar Elias Canetti werd beschreven .

dinsdag 21 juli 2009

Obéissance


Le Maître a sur l'esclave une puissance entière;
A l'Océan ému le Maître dit: «Assez!»
Et l'Océan craintif, abaissant sa crinière
Comme un lion soumis qui rentre en sa tanière,
Rappelle d'un seul cri tous ses flots dispersés.

Le soleil dit aux champs que sa chaleur féconde:
«Que la moisson sur vous étende son tapis!»
Et la moisson bientôt montre sa tête blonde,
Où l'on voit, quand le vent la courbe comme une onde,
Quelques bluets perdus dans un monde d'épis.

L'Aurore en s'éloignant ordonne à la prairie
De parsemer de fleurs l'herbe qu'elle perla;
L'Aurore à son retour trouve l'herbe fleurie.
Et vous, vous m'avez dit de votre voix chérie:
«Faites vite pour moi ce drame.»—Le voilà!

par A. Dumas, (le nom du) père

maandag 20 juli 2009

het jaar


Ik weet dat je van bloemen houdt en van water, van de maan, van turkoois en een soort rood.
Onder andere.
Ik kon van je handen houden.
Je houdt van hem.
Gelukkige verjaardag.

zondag 19 juli 2009

als de hondsroos bloeit


Liefde is een bijproduct...
ik vlij mijn kop over mijn poten en hef de staart naar een afwezige maan.
Staren naar... Oh Koning van de Vliegen, god met borsten die niet spreekt. Ben je leeg? Ben je moe?
'Om hoeren geven we (niet) noch om het paard.'

Zo slaan je Sporen ongenadig diep in dijen. Een burger - verontwaardigd - ki(c)kt en ik, de hond, de teef van dienst, ontbloot gegromd mijn tanden: 'Wee, die naar mijn meester vliegt!' [...] de handen van de onverlaat doen zakken, zo dan ook zijn heet gemoed.
Kruiselings weerom plooi ik mijn onderdanen, kijk af en toe omhoog - met die ene wenkbrauw, dat ene oog - zoals een hond dat doet.

Je hand valt langs je stoel. Moe en stijf van werken. Ik lik ze tot gevoel.
En jij die alles open laat... je... laat me toe.


Graag (willen) zien,

het is te puur, te levend, te dodelijk, hoe dit vanzelf zich schrijft,
opnieuw
opnieuw
opnieuw
...

dejectiel


De kater is zo zen als de pest.
Ondertussen hark ik zijn tuin.
Meermaals per dag.

zaterdag 18 juli 2009

matador



'Más cornadas da el hambre'

Hoe verhakkeld ik hier lig.
Tauromachie... dances met stieren. Op je horens is mijn bed. Wie geeft wie de dood?
Ooit, als je komt - uit de juiste hoek, net voor je binnendringt - verzamel ik je oren.

Stilte.

Ik heb je
-niet - lief.

vrijdag 17 juli 2009

woensdag 15 juli 2009

llano estacado


Onder de brug van overhangende takken fietsen we en vingen vis met blote handen, zakken vol, die we levend bewaarden, grote en kleinere. En later - in het donkere binnenwater - zetten we ze terug, waar het dak beschilderd was en mensen op de boord met hun kinderen speelden.

Ik zat te kijken - na het bad, waar vissen langs mijn benen streken - op de stenen kant. Een kind beklom mijn schouders. Met dunne, levendige armen en handen als een grijpertje vatte ze de mijne en met een ruk - of zij sprong of ik haar gooide - zweefde ze sierlijk, eerst door de lucht, vervolgens, na de salto, het diepe water in.

Het oppervlak brak maar even. Ze bewoog niet meer. Was het van plotsheid en van schrik, van angst of kou of eenzaamheid? Zonder me te verplaatsen vatte ik haar smalle lijf met een graai en droog trok ik haar tegen mij. Als een vod lag ze te sterven.

Het verdriet dat ik voelde is de wanhoop van het nu. De onmacht dag na dag je hand niet meer te vinden. Dat ik zwemmen wou en mocht en na de diepste duik kwam ik niet boven.

Het kind ben ik en de figuur aan de kant en zelfs de man die later het lichaam nam, me alles liet en Niets.
(Vert)rouwen.

gazing

.
.

Staren naar de hoop
natte vleugels
engelogen
bekijken de cycloop
abortus dan maar weer
hoe vaak sedert? en
zou het lukken deze keer?
Hij zwijgt de hondse god
zijn woord:
dat het me ontvallen
moet als een oude vod.


.

dinsdag 14 juli 2009

désir


In the year 676 CE, on the eighth day of the first month of the Chinese calendar, a Buddhist priest named Yinzhong gave a lecture on the Nirvan Sutra at the Faxing Temple in Guangzhou. Suddenly, there rose a gust of wind, and the flag started swaying. One monk suggested: "The agitation of the wind!" Another monk remarked: "No, it's the agitation of the flag." Huineng, a monk of humble origin who later rose to prominence in the Buddhist tradition, interjected: "What is in agitation is neither the wind nor the flag, but the human heart" (Yifa Pagoda Chronicles). This is the quote Wong Kar-wai projected onto a background of rising and falling waves at the beginning of his film Ashes of Time.1 The message is clear: what creates restlessness, what stirs motions and emotions in the universe, is desire.

Sinkwan Cheng
Comparative Philosophies of Tragedy: Buddhism, Lacan, and Ashes of Time
MLN - Volume 123, Number 5, December 2008 (Comparative Literature Issue), pp. 1163-1187

zondag 12 juli 2009

werktitel


Hoe dan? Al lang wordt een oorlog 'el amor' - jij - en dat het zo is dat landschaploze niemandsland waar ik in bouw zonder wonen.. Godverdomme, hoe hard moet ik dan stampen? Hoe hard me in de aarde van je bekken om een antwoord drijven ? Hoe fel mijn handen klappen rond je ribbenkast? Echoloos marimba op je schedel...?
Het holle van gemis? Ellendig en tegelijk het leven zelf dat als een worm in me kruipt (ach - wat schrijf ik... als een beest me penetreert? ) Een mens zou niet..., er komen vreemde dingen uit.
Maar een mens ben ik niet, ik ben (g)een vrouw.

En als mijn armen als een schroef de lucht doorwringen... weet:
het één is niet alleen. De hielen branden, er is vuur,
er is muziek in pijn,
waar stenen malen, handen rijzen, vuisten dalen,
het zingen van een zweep, vingers op de spanning
van een snaar.
Het is (...) geleden en het lukt me nog altijd.

Je kijkt - kijk je dan nog steeds? -
terwijl je slaan me doet kadansen
alsof het adem is in leven,
het dansen dat ik voor je doe een meten.
We vechten om ter langst:
je linker wordt zo moe.
Ik vraag ik vraag ik vraag,
stamp voeten op de steen
en veeg met stof en rok een warrel lucht.

Statenloos,
het vaderlandschap lang verloren,
herboren in wat liefde heet.

- Of ik schoentjes had met hakken, vroeg Mijnheer, en ik zei neen. Mijn leven ís haute perchée, weliswaar op blote voeten. -

Bloed zal je vegen,
een applaus met zes vingers,
het leer over het lijf,
van hand naar dier... huid in huid.

- "Moet ik stoppen?" vroeg je, "Wil je dat ik doorga?" -

Dat het eeuwig dure, de zindering, de pijn,
het mateloos ultieme. De weer-zin
in het klakken van het naakte vel,
het rukken van je lijf, tegen koor en weerstand in.
((Waarom) Heb je opgegeven?)
je onbeleefde ritme.

Zingen
laat alles zingen, je handen, de molen, stenen en boeken, woorden en mij.
Dat je muziekte me penetreert - en vice versa vaneigens.
Ik ben aan het vallen - Houd me vast -
Ik dans me kapot, de grens voorbij.

Je was lief ... Alsof ik het voor het zeggen had.
De rugzak, het opgeborgen arsenaal en als laatste
- na de zorg en het verhaal je handen die me lieten:
de zetting van je oog, de streling van je haar, de koffie na de Koffie -
... vouwde je je weg, plooide uit mijn leven.
Mijn ogen op je rug nam je mee.
Ik blijf en bleef blind ziende en elke dag kan ik dieper kijken.

Er is een vreemd begin
de eerste schildersstreek
- waar een gat gegraven wordt leeft een woekering.
Zo is geen Meester zonder slaaf. Geen pijn zonder vreugde,
noch vertrouwen zonder overgave.
Gemakkelijk is niet.
Genot.

donderdag 9 juli 2009

bouwen wonen denken


Frankrijk, la douce France... Waarom la douce?
Klote ook.
Gedraag je. Dat is een bevel ja. (Niet!)

Het werk hier schiet op. Nog een paar uren en dan kan ik terug gaan lezen. Eindelijk.

Weet je nog, die bouwvakfoto van je? En onvergetelijk dat huis-vrouw gezegde.
Eigenlijk zit in bouwen toch poëzie? Maar ook echt - ik bedoel, al de materialen, het passen, berekenen, bedenken, uitvoeren, componeren, Ornament ist verbrechen... Het zal ook best hard labeur zijn, maar...: het vinden van geschikt gerief voor wat je wil, of dat eigenlijk zelfs het gevondene jou vindt, want je wist niet wat je zocht tot je het tegenkwam en de mogelijkheden ervan zag.... dat soort dingen.

Bij de verbouwsels die ik me van vroeger herinner was er vaak een betonmolen. Die zong. Daar zat ritme in. En als het werkje te klein was, dan werd op de - ook al uit beton gegoten stoep - mortel gemengd. Later bleef dat dan een gladde plek. Soms mochten we een letter erin schrijven, een datum (een Einmal)... of liep de kat erdoor.
Kattenpootjes voor eeuwig en een dag :)

Ik haat het: not done.
Jij bent degene die me zei: als iets niet mag, is het juist interessant om te kijken hoe je dat creatief kan aanpakken. Een verbod? zet aan tot het uitvoeren van het verbodene.

GVD, door dat excel-werk ben ik de draad helemaal kwijt. Ik weet niet meer wat ik aan het lezen was... En ik wil jou lezen. Ik wil dat je terug schrijft. Niet alleen met je ellebogen in het bouwwerk roert - met je...

Je denkt toch niet dat ik denk dat een kater jou kan vervangen?
Het is een lief beest, maar dat is ook al.
Ik wil over de grens... ik wil bij je mogen zijn. Gedachten? Niet alleen in gedachten. Ik wil je voelen. Dat moet kunnen. Je voelen met al je geweld en zijn even geweldige tegenspeler: de hand die slaat en die die streelt.

Dan lees ik: Carlos Saura in de buurt bij jullie? Met een tentoonstelling van zijn foto's... een filmvoorstelling... Flamenco...
Instant Vengo-associatie! Hmmm, het bloed dat stroomt. De anarchie die je benadrukte... Vengo dus.

Op de Heideggervraag... wil je niet antwoorden? Jammer. Natuurlijk zou het me beïnvloeden, maar is dat erg? Alles wat ik doe sedert (...) is ten gevolge van jouw invloed. Ik ben er niet rouwig om. Het is niet allemaal even prettig. Nog maar eens: ik ben er niet rouwig om. Er is meer dan grijpklaar plezier. En ik ben ervan overtuigd dat als je me iets zou aanrijken, het alles behalve grijpklaar is. (Typefouten bestaan niet...). Dat is het nooit geweest. Niets.

Terug maar weer bij de les: het was leuk om even naar dat boek van Copjec te dwalen, de analoge uitspraak met Roi Ubu, 'Imagine woman does not exist... '.
Nu naar tekst en de impact ervan daar zien te grijpen.
Traag? Ja hoor. Maar ik kom er wel. Na dat creatieve gebaar van je, kom ik op plaatsen waar ik voordien zelfs niet van kon dromen.

En dan plots helemaal overlopen. Gewoon: vervuld, opgewonden - een gek gevoel van teveel in mij toen ik net wéér aan je dacht. Overvloed.
Eenvoudig: overvloed en weelde.
En dàt is een goed gevoel, (je naam).


hoofdstuk 7, § 11, pag. 1-11

hoofdstuk 9, § 7, pag. 4-8

dinsdag 7 juli 2009

différence et répétition

Une fois dus.
En wat dan met de tijden?
Niet lineair maar door elkaar:
wat was, wat is en wat zal zijn
- en ergens mettertijd?

Het huis is leeg.
De lakens stil
en daar waar niemand kijkt,
wordt af en toe geschreeuwd.

Waar niemand hoort,
kan daar de stilte breken?

maandag 6 juli 2009

troef


Ochtend en het licht dat door de voorkant binnenklimt. De stilte van het bed verschilt in kleur niet van het gemis. Daar is te groot de ruimte voor het lijf. Markering zoeken in je handen - waar je me raakt houd ik op - zonder geraakt te zijn is de wereld te wijd.
Ik weet niet of ik het je ooit kan uitleggen, of je het ooit begrijpt hoe het niet voelen, niet merken, me doet verzuipen. De uren zijn getekend, de dagen, in hun open-heid. Het achtergelaten baken verkleint. Rest vertrouwen, dus, dat stand houdt in onzekerheid, zuiverder dan de veiligheid van het weten.

Soms vind ik je. Teruggevonden? Ja. Kijk naar mij! Waarom ben je als water? Je loopt weg, verdampt, verdwijnt... Je vorm (her-)ken ik niet en als ik mijn handen komklaar houd... waar ben je toch? Nachtelijk en overdag breek je door - onverwacht. Water in een zakdoek dan. Teruggevonden inderdaad. Waarom zo, verdorie, en niet omgekeerd?
Ik wou dat ik een bedding was aan de voet van je Pyreneeën dan kon je in me vloeien.

Ik vroeg je vorige week:
"Zie je ze van bij jou?" en... dat ze er altijd zijn ook al zie je ze niet.
Net als jij.
En dan was er Heidegger met het 'Hervorbringen'.
En Benjamin, die er de Freitod vond.

“Was ist eigentlich aura? Ein sonderbares Gespinst von Raum und Zeit: einmalige Erscheinung einer Ferne, so nah sie sein mag. An einem Sommermittag ruhend einem Gebirgszug am Horizont oder einem Zweig folgen, der seinen Schatten auf den Betrachter wirft, bis der Augenblick oder die Stunde Teil an ihrer Erscheinung hat – das heisst die Aura dieser Berge, dieses Zweiges atmen.

(kleine Geschichte der Photographie - W. Benjamin)

Vannacht sliep ik weer op het terras.
Het koelde af en de nu bijna volle maan met die vreemde oranje schijn, de sterren, de luchthelderheid, het volgen van een vliegtuiglicht... en de wind die het net nu en dan deed bewegen, compenseerden voor het feit dat ik mijn rug breek op die stretcher. (Is dat niet een (afgezwakte versie van) keuze tussen doodgaan en eerst nog eens genieten? Ik zocht je tekst terug. Ik koos voor het genot boven het leven, (...) de moraal voor paal. Het vervolg is gekend.)

Nu is het wel dat 's ochtends het klokkenluiden vlakbij, keffende honden en rokende onderburen me verzekeren van tijdig ontwaken, zonder goesting om op te staan. Het luie genieten, de geur van het eerste ontbranden van de rookwaar helemaal in me opnemen, één van de lekkerste die ik ken... en jij...
Rook je sigaar dan, liefje, en als de asse sissend sterft in de holte van mijn arm, kijk dan naar het noorden, zoals eertijds, bij de foto's door het raam.

Het alleenzijn is soms jammer dan. (...) iemand in de buurt (zielsverwant en lichaamsmaat) , niet om onmiddellijk tegen te praten - een ochtend is als een sneeuwtapijt... - maar om te weten: "Heerlijk dit moment van oppervlaktespanning", tot die gebroken wordt door een toeval of... een noodzaak... of de kat die ontstuimig aandacht eist. Of dat er ongevraagd een kop Koffie komt. Of je net degene mag zijn die het die ander zomaar kan geven.

Ik kan me een ochtend indenken, een hele specifieke met t-rouvailles en bargoense taal en die grijns - je ogen blonken geweldig, weet je - als je die Andere Koffie serveert.
Goedemorgen, (je naam).


Compilatie van recent geschreven, gelezen, verstuurde, gedachte en / of verwerkte stukken uit:
hoofdstuk 9, § 6, pag. 28 - 30

hoofdstuk 9, § 7, pag. 3-5

on-ophoud-elijk


vrijdag 3 juli 2009

mmmmmmm


Let me take you down, 'cause I'm going to Strawberry Fields...

.

licht!


Dat er daar toch veel festiviteiten zijn... zei ik gisteren.
Bach als afsluiter op de affiche van het Abdijenfestival. Daar kan toch geen Werchter tegen op.
Een dode vijftiger die in een rivier gevonden werd - ik sluit je uit.
Je mag nog niet doodgaan hé :)

Hm, ik amuseer me met die gazet van bij jullie, ook al is het geen papier. Misschien dat de afstand tot de onderwerpen de ergernis eruit haalt die ik wel lees als ik de kranten van hier doorneem.

Hm, zelfs buiten was het eigenlijk te warm om te slapen. Maar goed, het lukte uiteindelijk. Ik herinner me af en toe een bries. Tegen de ochtend sliep ik zelfs goed op die ene droom na, waarbij de rand van het balkon naar beneden bleek gestort.
... verbaasd dat er zo een zwaar onweer zou geweest zijn, dat dit had kunnen gebeuren terwijl ik op een halve meter ervan niets-merkend lag.
Toen ik naar beneden keek meende ik een meteorietinslag te zien.

De buurman, architect, die met zijn éne rijhuis evenveel plaats inneemt als het gebouw met de vijf appartementen waar ik woon, was laaiend. Er zou moeten betaald worden en ik moest een advocaat nemen. All the rubbish.
Mijn advocaat bleek een speurneus. Hij vond in het veld beneden de kop van een bulldog. Zijn AHA! bij de vondst verklaarde alles.

... alles verklaard, behalve waarom ik je mis, je wil zien, je wil horen, zoveel meer...
Alles verklaard behalve dat ik verlang naar gie.

En waarom de associatie met dit?
Gen.1:2?


En
god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?