dinsdag 30 juni 2009

zaterdag 27 juni 2009

l'unique trait de pinceau

En af en toe - Schilder - je me verder

(in de reeks god-dog)
(l'amour en plus)
(afwerking)
en vele andere reeksen

vrijdag 26 juni 2009

?

(Toon: wanhopig, verdrietig, niet-begrijpend en dood-moe)
God-in-frankrijk, praat met mij, Kerel van 'oenoemjegie?'.

Waarom zeg je niets, zodat ik tenminste - met alle onrust in me - niet kapot ga. Zodat ik de overgave die je vroeg, bestemming kan geven. Stem kan geven en een plaats. Ze te bewaren, voor 'komt-nog' en 'mettertijd', verre dagen van 'ooit, maar zeker'.


Waarom ben je zo wreed?

"Aandacht", zei je, "krijg je als teef, ik zou ze maar aannemen", wat ik deed, ongebreideld, en jij gaf, voluit, veel meer dan je aan een hond zou geven. Waarom dan plots niets meer? Ik ben toch geen huisdier dat je dumpt als je verkast?

Laten we het even niet over verstandig-zijn hebben of over normaal en gek en geschift, sublimeren, schaamteloosheid enzovoort.

Je bent de zon die me zocht en toen werd je de noorderzon. Als al de bakens open blijven is er geen vrijheid meer.

Eerste ervaringen zijn doorgaans onelegant, schreef je...
Maar dit was je eerste niet.
Afwerking, alstublieft Mijnheer?

Het huis is de vrouw, de schoot is het huis. Bouwen IS wonen en een grens niet het einde maar het begin.

Hier liet je vensters en deuren openstaan waar je elders weer ging renoveren.
Verval heeft overgenomen bij mij.

Er is geen beschutting meer, sinds je...

En de zon ben je nog steeds.
Hoe verklaar je de breuk tussen gevoel en rede, tussen de daad en het oordeel van het koor?

donderdag 25 juni 2009

De eerste wet van cartoon-thermodynamica





"Will the cat* above the precipice fall down?",
S. Žižek asks

Sekuru,
Er is er ten minste één van wie men met wat moeite kan zeggen dat hij bij te houden is, gewoon omdat hij aan de lopende band praat en publiceert. Ook dit weer is boeiend om lezen.
Ik zou graag hebben willen zien hoe jij dit item zou aanpakken, moest je nog schrijven. Jij herkent ongetwijfeld het onderwerp, de verbanden... denk ik. Je zou vast een tekst geschreven kunnen hebben met een gelaagdheid evenredig aan de zoveel gangen van een feestmaal of zo smakelijk als de waterzooi die je kookte. Toen.
Ik hoop ondertussen dat je hersens niet benomen zijn door stof en cement. Ach, benomen zijn... tsss.
Als je in de buurt bent, spring eens binnen?
Hartelijke groet,
s


*Cat, Duck, Wile E. Coyote...


woensdag 24 juni 2009

afwerking?





Inter-esse heißt: unter und zwischen den Sachen sein, mitten in einer Sache stehen und bei ihr bleiben. Allein für das heutige Interesse gilt nur das Interessante. Das ist solches, was erlaubt, im nächsten Augenblick schon gleichgültig zu sein und durch anderes abgelöst zu werden, was einen dann ebensowenig angeht wie das Vorige. Man meint heute oft, etwas dadurch besonders zu würdigen, daß man es interessant findet. In Wahrheit hat man durch dieses Urteil das Interessante bereits in das Gleichgültige und alsbald Langweilige abgeschoben.

Uit: M. Heidegger - Was heisst Denken?
Vorlesung Wintersemester 1951/52 - Erste Stunde

Denken.
Bouwen wonen denken
Ik blijf me afvragen...

Je schrijft dààr: "Ik had meer aandacht aan die vrouw moeten besteden, achteraf bekeken". (Ik lees tegelijk een (ànder) tekstje van Heidegger... - later meer - ik herken je er in.)
Weet je, je hebt aan mij aandacht besteed. Niemand heeft me zoveel ondergrond gegeven, zoveel nieuws, inhoud. Ook : zoveel blijheid, genot, agape, verwachting, verlangen, pijn, leegte, gemis... . Ultiem. Ik beklaag me niets, niets dat aan jou relateert.
Maar ik wou dat je het op een andere manier had afgewerkt.
Een onaf schilderij...? Je handelsmerk toch niet!
Ik mag jou doodgraag, (je naam). Je bent god en duivel, klootzak. In mijn lijf.
Vannacht weer niet geslapen. Voorbije dagen te veel volk, veel gedoe geweest. Ik ga slapen. Nu.
Hopelijk - het gebeurt wel meer - levert het een droom.

Denken.
Bouwen wonen denken
Ik blijf me afvragen...

Je afwerking ontbreekt.

.

afwerking


dinsdag 23 juni 2009

sla!


Gestapeld hout
als trappen
tegen trappen tegen

klap-roos
onder zout
van de gesmolten maatstaf
- te week -
gelegde slak

de scène is
niet

de bloemen
die ik niet geef

dit is
het zerkhout
niet - al ben ik
verdicht

trouw het gebod:
hout van mij
tu deine
...



Hoe vreemd. Bloemen voor jou. Wéér.
Eén met slagkracht, als sla! en de kleur van vers bloed. Een heftige dame.
Lavendel met de geur tegen rot, mot en oude spot.
Het veldje in de buurt staat in bloei en kleur. Mauve de tint, movere... emotie op het palet van een gevel die brandt in de Zuid-Franse zon en ouderwetse rozen.

(Het hout? Klaus, zo stel ik me voor)

zondag 21 juni 2009

on-weer



Het was nat en heet en koud, ik sjorde huizen vast - huis, de vrouw, de moederschoot - de rochelende bloemen eerst. De luiken vlogen al, ik smeerde vet in de kieren en de uus en vees van de krant van morgen kramden de vloer waar de planken dansten, en ook een paar rebelse emmen.
Bruin en grijze kleuren hier en tinten van een geverfd gordijn waarin de messen blinken van regen en zongetergde wind. Met stampende voeten het roffelen in de bomen als honderd spechten tegelijk.

De pannen op het dak sluiten hun oren en schuilen in elkaars oksels vandaag. Het is tempeest in huis.
Halfdonker zijn de straten van de souk, een vrouw met een plateau past elegant tussen late tafels en deelt babykatten uit, net halfgedroogde muizen met hun ogen dicht. Ze lacht en rond haar ogen rinkelen munten, spiegelende tanden en resten zon en noot. Henna.
De huizen zijn gekleurd in oker en sienna en met geur van het Zuiden: courgettes, droge tomaten, donkere wijn en arbeid van mannen en vrouwen met gespreide benen. Rafels, linten, muziek en olijven, veel.

Daar buiten maar ook binnen, meer en elders dan, loopt de verloren kater, groot en donkergrijs, mager met zijn groene ogen, en vleit tot ik capituleer. Hij weet het goed te brengen. Ik verdrink vingers in zijn vacht, bespeel hem als een sarod, Ali is dood en alles geurt naar kerrie, ik speel muziek en dans op één been, dicht bij je, vallen doe ik niet zo dicht. Al de noten klaar voor verteer, behalve de pistaches, al de schalen met hun schelpgeluid om je lege vel te vullen. Er is te veel dat op zichzelf beweegt.

En eindelijk thuis terug ben ik de moeder, kat en vrouw en jij bent jij, de grijze kater. Je huid blinkt in het licht van vuur en kaarsen, katten geven kopjes aan mijn been. Je keurt ze een voor een en neemt ze: dominant. Ze krijsen. Zoals alleen katten kunnen, waarna ze vergenoegd hun poten likken. Ik maan je: durf je niet te vergrijpen aan de kleine tijger. Wonder toch, je luistert, nu de plaatsen duidelijk zijn. Buiten weert het als de legers van de hel hun koetsen over de nokken jagen, binnen is het beeld nu weg, het volgen blad per blad hield tegen en we kiezen voor een kleur. Donkerdiep en dieperrood boven een blauwe zee.

Dikke sneden brood bloeden even na het versnijden en bieden zich gewillig aan het mes.
'Zacht als boter' siste je, 'zal ik je maken... de hel laat ik je zien, je zal niet weten hoe heet ze is'.
Ik ben druipend brood in je katerpoten, saterpoten. De potten dampen in het huis en je smeert zoet en zout.
Tussen elke twee sneden rust ik schijf per schijf. Ik wacht, oh meester met je groene ogen.
Ik wacht, verteerd ben ik al.

zaterdag 20 juni 2009

geen steen


Las piedras no ofenden ; nada
codician. Tan sólo piden

amor a todos, y piden

amor aun a la Nada.


César Vallejo



donderdag 18 juni 2009

Allemaal kampioen

Niets om aan vast te houden
En toch.... halen we het wel
gotweetwaar, maar we halen het
Eens, ooit, enzovoort
(it sucks big time!!!)
Surrogaat, leegte en commodities
Oh ja, we halen het wel
In weerwil van alles
Daar is de grens. Daar is het einde
We halen het wel
Iedereen haalt de finish - ooit
Allemaal kampioen.

woensdag 17 juni 2009

dorpstafereel


Niets, er is niets. Niet de draad die me schrikt, het staal in mijn rug, de band rond mijn keel. En ik slik. Niets. Er is niets te slikken. De karigheid noch het vuur dat smeult, niet het stof waarin je nu in het zweet van je aanschijn... oh, wacht... we zitten in een verkeerde tekst. Was je niet in het aards paradijs en ik de verstoteling?
Niets, er is niets. Er is en er was....

Ik was mijn vuile kinderen aan de pomp. Ze overleefden weer de dag, mijn gedachten die ontkwamen, omkwamen. Mijn stilgeborenen die zij niet halen wou, mijn beelden die in de couveuse van drie punten wachten, onzegbaar en al versleten.

Mijn zusters springen niet maar lopen onder de roeden en tonen trots daarna de tekens op hun rug, bloedend diep. Ik vraag je: leg je hand in de mijne en erken ze als je onderschrift.

We slachtten een geit. Haar warme snuit blies wat stof in de hitte, het zand van glas.
Hier zijn geen rozen, meneer. Hier was jij en jij was gast, mijn-heer. Elke kier, elke spleet gepoetst ter jouwer ere. Het gras gemaaid, weet je nog. Je was zo streng. Je zei: mooi, ik zie het graag. Opgetogen.

Het is gras is weg en nog steeds. Er is niets. Hier is niets. Het landschap is glad opdat je niet zou struikelen. Behalve over die ene steen, Sekuru, nu je hand gevoelloos is en je voet zo zwaar versleept...

dinsdag 16 juni 2009

ein Hund! (vervolg)


A dog can not lie. Neither can it be sincere.
A dog may be expecting its master to come
.
Why can't he be expecting him to come next wednesday?

Is it because it doesn't have language?

To imagine a language is to imagine a form of life
.
The limits of my language are the limits of my world.

A dog may now expect its master, if it hears and recognizes its master’s footsteps, but it cannot now expect its master to return home next Sunday. It may now think that it is going to be taken for a walk, if it hears its leash being taken off the peg, but it cannot now think that it is going to be taken for a walk next month. It may remember where it left a bone in as much as it can go and dig it up, but not when it left it wherever it left it. For such capacities presuppose possession of a language. (Wittgenstein)

Sekuru, zó zonder taal ben ik.
Hond.
Slechts kijkend naar het gat, het Ding, het gat, het Ding....

Shaddaï, leg je hand op mijn kop. Ik warm je dode voeten.


The gene directly responsible for the onset of Huntington’s chorea has been isolated, and anyone can now be told not only whether they will get Huntington’s, but when. At issue is a transcription mistake: the stuttering repetition of the nucleotide sequence CAG in the middle of a particular gene. The age at which the disease will appear depends implacably on the number of repetitions of CAG: if there are 40, you will get the first symptoms at 59; if 41, at 54; if 50, at 27. Healthy living, keeping fit, the best medicine, none of them can help. We can submit to a test and, if it is positive, find out exactly when we will go mad and die. It’s hard to imagine a clearer confrontation with the meaninglessness of a life-determining contingency. No wonder the majority of people (including the scientist who identified the gene) choose not to know, an ignorance that is not simply negative, since it allows us to fantasise
. (Žižek).

'Komt nog', 'mettertijd', je toverwoorden.
Waar elders je nauwkeurigheid, blijft hier alles open. Altijd alles open.
(en ik vraag: "Wanneer?")

zondag 14 juni 2009

elle veut toucher le ciel (titel onder constructie)


Sekuru, nu de zon in je handen schijnt trek je het staal van stenen kaarten? Schraapt een gebaar je leeg en rest je nu een lemen jas? Het masker dat je draagt: verlaten parelmoer - en schelpen op de muur van je... leven? Oker-koker-joker-choker? Geen sleutel op de deur. We dragen allen een juweel, ook de Meester.

En hier... lavendel vloeit in het landschap van mijn binnenzee en koele hagelparels. De illusie van gesloten ogen, de waarheid van het niets zien. Raast een wolk van stof voorbij, raast het grijze amorfe pulserend als een vorm van leven? Het Reële breekt door barsten van je buik, lichtdoorlatend zijn je ribben. Ik wil je inbreker zijn. Dichter bij.

Sekuru, de rozen bloeien - ik wil dat je het weet - vooral die onmogelijk blijken. Klaprozen dansen hun benen bloot onder de hoeven van een briesende wind, slag voor blad ontkleedt hij hen. Hij moet je kennen... Jullie gelijken.

Hier is niets méér dan de echo van een lederen applaus. Jouw signatuur, Schilder, bloedparels op een naakte huid en het gat dat je achterliet. Men zegt dat een vergeetput dàt akoestisch effect creëert, ik zeg je: het is de kromming van de tijd in het traankanaal.

Dat een vrouw beter het bed zou kennen dan de man die haar vervoegt... masculiene arrogantie! Een vrouw kent leegte die zíjn contouren draagt. Malevich bijvoorbeeld, dat weet je.

Ngalyod glijdt binnen als de zon weer kaatst, mijn blote voet slaapt achter het oor van Nzou. Ben jij de granieten massa van haar lijf, de rots die plots beweegt, het gras doet wijken en een wolk van stof materialiseert?
Er is geen eer in de jacht van de vrouw, ze glimlacht even en streelt de kossem van het liefste dier waarna ze haar schelpen schikt. Haar bekken is de lege pot boven het vuur, pistaches onbewaakt voor de cobra met de gele bril.

Je vingers dralen. Lang, treurend lang en fnuikend voor de creativiteit. Schaduw wordt van hand tot hand gereikt. Deze huid wordt te dun voor mij. Te scherp de ogen.
Je zien doe ik niet, het kookpunt is leegte.

zaterdag 13 juni 2009

papavers

"Vater, wissen Hunde was von Sternen?"
"Nein, Kind, aber ihre Herrn."
"Vater, muß ich sehr viel lernen?"

"Ja, Kind, und ich lehr's dir gern."


B. Brecht
- Vater und Kind


Hamlet


Leiser ward's. Ich trat hinaus zur Szene,
Langsam wie durchs Rahmenholz die Tür,
Such im fernen Nachhall zu verstehen,
Was in meiner Zeit und mir passiert.

Tausendfach in meine Richtung zielen
Operngläser, starr im Dämmerlicht.
Lass an mir den Kelch vorüberziehen,
Vater, wenn es irgend möglich ist.

Recht ist mir dein vorbestimmtes Planen,
Diese Rolle hab ich im Gefühl,
Doch vollzieht sich hier ein andres Drama
Und für diesmal lass mich aus dem Spiel.

Alles läuft an straff gespannten Fäden,
Endzeit stellt sich unumgänglich ein.
Unter Pharisäern stehe ich – allein.
Kein Spaziergang ist das Leben.

(B. Brecht)


On me dit que le temps qui glisse est un salaud,
que de nos tristesses il s'en fait des manteaux'

(C. Bruni)



donderdag 11 juni 2009

nada


Enjoy! Or is it allowed not to?

woensdag 10 juni 2009

filament



update 20-10-09: Link naar Youtube

woensdag 3 juni 2009

geen steen

Als een storm raas je
kort
en je bedaart

Maar kijk:
geen steen die nog hetzelfde ligt.

dinsdag 2 juni 2009

reveille


La tregua: l’Odissea del ritorno


Sognavamo nelle notti feroci
Sogni densi e violenti
Sognati con anima e corpo:
Tornare; mangiare; raccontare.
Finché suonava breve sommesso
Il comando dell’alba:
........'Wstawac'.

E si spezzava in petto il cuore.
Ora abbiamo ritrovato la casa,
Il nostro ventre è sazio,
Abbiamo finito di raccontare.
È tempo. Presto udremo ancora
Il comando straniero:
........'Wstawac'.

Primo Levi


In the brutal nights we used to dream
Dense violent dreams,
Dreamed with soul and body:
To return; to eat; to tell the story.
Until the dawn command
Sounded brief, low
........'Wstawac'

And the heart cracked in the breast.
Now we have found our homes again,
Our bellies are full,
We're through telling the story.
It's time. Soon we'll hear again
The strange command:
........'Wstawac'

Move on, into reality...?
Neen!
Je kent het gedicht. Als je het niet kent, dan weet je het te zoeken. Je vindt waar het om gaat. Het heeft zelfs niets met supposé savoir te maken.

Erwache!
En waar het klinkt: ... doe het niet. De waarheid is daar niet. Niet waar men zegt: "Laat nu toch los" - compromis na compromis.

Het laffe koor dat trekt en sleurt, in schijnvertoning voor elkaar. Neen!
Ze zeggen dat het niet kan. Ik ben overtuigd van het tegendeel.
Dan ben ik maar gek. Dan is het zo. Wie hield niet van normaal?

In een jungle van ethische konijnen, religieuze weerwolven, mystieke sprinkhanen en platjes , hijgen de lemmingen, zwanger van het verhaal van de dag en dorpsputwaterpompend vergaderd bij een nieuwe schelle noot of het publieke massa-dansje dat met een slok groepsgeproduceerde tranen wordt weggeslikt, trotseer ik de vuile blikken van het koor, de manende moersvinger enzovoort, en stort me de dwaasheid in, het enige dat standhoudt in het verkondigen van dat wat er toe doet.

Doe je ogen dicht en kijk, misschien botsen we ergens omtrent Parijs, hoog in de lucht als ontregelde vogels. (Of) Als duiven die elkaar een opdoffer geven. Jij mij. Een duivelse act ver boven het boudoir. Hoe leven als het scherp blijft het scherp blijft wetten,

Ik zeul de tumor mee die geheugen heet - daar zult gij niet snijden. Maar het mes ging door de lach, de eerste en de tweede, en de lippen - gelag.
Gebaren vallen als schillen op de grond. Ik volg de schaduw van de herinnering aan je arm, sterker rechts dan linker. Dierbaar dierbaar dierbaar...

Taal, het land van handenmateriaal, bouwen, slopen. De weg, het pad met gaten dat leven laat, laat bestaan. Je halve verdwijnen nu je geen woord meer spreekt, je zijn in de grootste helft van mij omdat ik je in zinnen belichamen b(e)lijf .
Je bent er al tijd.