woensdag 20 februari 2008

foto door het raam XI - triptiek

Deel I: Verlangen

Vloeiend is het leven niet, hoewel de tijd zonder moeite loopt. Organisch als een composthoop die groeit en expandeert en waarin wormen woelen, gangen graven enzovoort. Wormen ja, ook hier, ze vreten aan mijn brein en in mijn ingewanden zijn gaten gebeten. Verlangen heet de dikste worm, hij is onstilbaar. Hij eet zelfs gaten in de leegte zodat die nog groter wordt. Ik kan dat monster niet stillen. Het is een blijvend tekort. En hoe ik het ook bekijk… een oplossing is er niet.

Zijn handen blijven ver. Zijn ogen zijn blind en zijn lippen dicht. Hoort hij me dan niet? Slechts nachtelijk duldt hij me, het blad op het tuinpad, mijn gebrandvlekte huid, de lucht waar hij rookt. En verder stilte waar hij in draait, een kunst maakt hij ervan. De harde ballen uit stiltesneeuw zijn raak, keer op keer dag na dag. Ik ben warm in de ochtend, het bed pas verlaten. Ik kleum de dag in, piek in boosheid, frustratie, vermoeidheid en verdriet. En af en toe is er een druppel die hij op me plenst. Ik weet het nooit: warm, lauw, ijskoud, zacht of zuur of bijtend. Quatsch: ik weet het wel, altijd ‘zuiver’. Ik vraag me af of ik het Reëel zou mogen noemen, zoals hij me bejegent. Ik omarm zijn woorden, verwarm me aan hun inhoud en eet en drink. Ze pleisteren de gaten in mijn lijf voor even, kunnen hem zelf niet vervangen. Pars pro toto. Ik wil toto uiteraard.

Er zit een worm in mijn lijf die verlangen heet. Hij is sterker dan begeerte, want nooit voldaan en altijd aanwezig. Ik ken het mechanisme niet van die pijn, die ellende. Ze moet toch ergens toe leiden? Is alleen sterven de ultieme vervulling ervan? Jouissance? Hoelang moet ik blijven geloven in de Ander, via de Ander die alles weet? Hij lacht me niet uit. Hij is er. Altijd is hij er. Alleen, hij is niet dicht bij mij.

Deel II: Hongertje?

Twijfel niet! Ik zal het zijn
als straks het tuinpad glinstert.
Onrein trok de slak een spoor
Myriaden sterren en het licht
van de maan weerspiegelt
temidden mijn buik de krater van mijn
navel. Er ligt water in. Drink!
Maar waag het niet te bijten, want
ik snel je kop en kook hem.
Mmmm, een plekje op de schouw.
Je zal er altijd zijn. Helaas
niet meer praten. Neen,
liever nog het verlangen
weer je stem te horen
de schittering van je ogen
en de vlucht van je handen.
ik vang je met graagte en, och,
bevrijd je vervolgens van je…
vogelkooi!

Deel III: Het Reële

Mijn lichaam is mijn instrument. Het medium dat me in contact brengt met het enige dat telt. Op dat moment verlies ik het. Alleen wat overblijft is nog van belang, de ervaring van het werkelijke, tijdloos, grenzenloos. Ik ben perplex.
Hier zijn geen woorden voor!

1 opmerking:

sodade zei

21-02-2008, 12:27:12
machines désirantes

Hier herken ik inderdaad de 'waanzin' van Artaud in. En ook de 'machines désirantes' van Deleuze en Guattari (L'Anti-Oedipe).
http://hoochiekoochie.skynetblogs.be
martin


21-02-2008, 06:39:08
Ben hier veel te lang niet geweest, begin te lezen en kan niet meer stoppen, dit keer geef ik je een link.
Groetjes !
http://parelmoer.skynetblogs.be
Parelmoer