
Het podium is leeg. Onbevreesd treed ik aan. Daar is de tobbe, omgekeerd, mijn piëdestal. Het marktplein loopt vol. “Vandaag te koop aangeboden: Lichaam, tweedehands!” Mijn blik dwaalt over de koppen. Overal de holle ogen, de netheid van de mensen. Deze ochtend vast allemaal gedouchet, daarna uitgekakt in de sleur van de dag. Parfum walmt door elkaar en resulteert in stank van een kotsachtige substantie.
De hogedrukspuit duwde me daarstraks in de verste hoek. Het deed pijn. Ach, pijn…
Ik word uitgekleed en per onderdeel bekeken en op waarde (ontbreken van waarde?) geschat. De aantekeningen op mijn vel branden nog na, de inkt droogt in vermengd met wat bloed.
Ik wacht. De halsband zit strak, mijn handen geboeid op de rug. Het ongemak van deze houding ben ik gewend. De kou is erger - en ook dat, ach ook dat ken ik goed. Mijn huid is naakt en de poriën trekken dicht, maar koopwaar moet je zien.
Achter me zitten de verkopers, knus onder een tent. Het mobiele verwarmingstoestel straalt zorgvuldig tot aan de rand van de overdekking. Ze hebben de handen in elkaar geslagen: De Cirkel, Het Vierkant, De Driehoek – Onder andere. Onder andere. Hun kleur is duidelijk zichtbaar. Als zuilen zitten ze daar. Samenwerking vandaag is min of meer verplicht. De artsen van de verzekering zijn er ook en overal hangen gekleurde ballonnen. Zuilen met ballonnen, ach, als om te benadrukken dat ze onnozel zijn.
Al de bonzen. Het nieuws, de radio, de tv…. De lokale zender, de krant…
Een toeschouwer nadert te dicht en wordt met een gummiknuppel afgeschrikt.
driftig
spoel het landschap
maai de vlakte
Wat wil je meer?
Dat ik kniel?
Dat ik buig?
In echo echo echo.
Misschien, mijnheer,
de buitenkant
Niet vanbinnen.
Niet vanbinnen.
Klootzakken
En binnen in me groeit een mantra: Ik doe wat ik wil ik doe wat ik wil ik doe wat ik wil ik doe wat ik wil ik doe wat ik cwxdsfzeaaazazeil ik doe wat ik wil ik gdsgdfqsat ik wil ik doe wat iaaargg grggraa hAAAAAAAAAA- grrrrrrrrrrrrrrrraaaaatruw hhhrrrrrrrraaaa…..
Het opbod is mislukt. Er werd een grens doorbroken, een gat in de locatie, het afmeren van de tijd, het exploderen van een lichaam in honderdduizend stukken, die weer samenkwamen. Er was een wegvallen van realiteit en al de ogen sloten zich zodat de spiegels zwegen. De wereld bestond niet meer. De taal moest falen… maar alle sluizen gingen open terwijl het wezen groeide van binnenin en overnam en spreidde. Niets was nog van tel.
Zelfs niet de ene klap van de zweep die zei: "Ik sla je zodat je weet dat je bestaat".
Ontwaken was in dezelfde wereld, maar anders. Het verleden herschreven. Bijvoorbeeld. Ja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten