Posts tonen met het label geloven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geloven. Alle posts tonen

donderdag 23 april 2009

hond (Joh. 20:29)


............. Illegalen aan de Kust

Stond vanochtend in de krant, dat de Kust weer overspoeld wordt de laatste tijd. Deed me denken aan de plotse verplaatsingen die je maakte. Je zei: ik moet weg. Het moeten stond er dan zo dwingend bij :)
En dat je dan sloten moest vervangen of zo. Ze al lang niet meer aangaf, de ongenode gasten in je huis/huizen.

Pfff, ik heb vannacht nog een stuk gelezen. Sommige delen gaan erg vlot, bij andere zit ik met een getatoeëerde frons op mijn gezicht. Snap ik er de ballen van. Maar... het trekt. Het trekt me aan. En inderdaad, het no-nonsens gehalte.
Ik herken je erin, de taal, de hoofdfiguur...
Ik zou het boek nu even moeten nemen, maar ik ben nog te lui. Er waren een aantal opvallende zaken waarover ik iets wou vragen.
Later.

Goh, het is een jaar geleden dat je me zei: lees dat.
De bestelperiode die duurde. En af en toe, want ik begon natuurlijk van alles op te zoeken en me dingen af te vragen enzovoort, zei je: wacht nu maar tot je het boek hebt. En er klonk een belofte in je uitspraak: dat je er zou zijn als ik het las, dat ik er met je over zou praten. Of je zou antwoorden weet ik niet. Wellicht niet op de klassieke manier. Je zou me iets toegooien. Van het een zou het ander komen.

Toen ik het boek had... verdween je. Ik wist het nog niet.
Ik lees het. Natuurlijk lees ik het.

De sperwer heeft hier achter zijn ronde al gedaan, hoog krijsend in de kruin van de kastanjeboom. De kaarsen staan rechtop in bloei, de meiboom draagt purper in schakeringen.
Er is een merel die vreselijk zijn best doet.
Gisterenavond rende een rode eekhoorn voor mijn auto weg.

............. schijndood

Ik heb het zwaar.
Het is de moeite waard, elke letter, elke minuut. Maar het snijdt te hard. Er is geen contr(e)act behalve in het zwijgen.

............. de tekst en de hond

Ik zit een tekst te lezen in het Frans en ik snap er de ballen van. Er zijn woorden die ik vertaal, automatisch, maar het geheel zegt me geen geheel. Ik weet niet wat het zeggen wil. Pfff, vertalen ja. Maar betekenen?
En ondertussen droom ik weg, naar toen ik bij je was uitgenodigd. De gesprekken. De ochtend. En hoe ik luisterde naar wat je zei. Ik kijk naar toen, lijk me zelf te observeren, als was ik in de stemming van nu bij die onbegrijpelijke tekst.

Het is /was zoals wanneer iemand tegen een hond praat en om de herkenbare klanken en de intonatie gaat de hond mee.

Weet je hoe vreemd het is me hond te voelen zonder nu, nu dus, te beginnen bijten en grommen.
Zo praat je tegen een dier, zo praat je, toon je dat je de meester bent.
Man, wat ben je goed.

Ik mis jou. Ik weet dat ik je mis.

Zo, nu ga ik verder hond spelen en snuffelen in zinnen waarvan ik de klank herken. Ik begrijp de woorden niet. Nog niet. Misschien word ik wel minder hond naarmate ik vorder.

............. Ander... waar ben je?

Deze dubbelheid - geloof in het bestaan van de Ander, maar geen zekerheid omtrent diens mogelijk bedrog, diens intenties - maakt een spreken mogelijk dat de plaats van subject en Ander vastlegt. Daardoor kan de boodschap in omgekeerde vorm terugkeren en kunnen de eigen talige producten ook als eigen producten erkend worden.

Zo werkt het.
Werkt het ook hier zo, waar ik je blijf aanspreken zonder iets te weten? Met alleen de hoop?
Kan ik nog van geloof spreken? Geloof dat Badiou omzet in: overtuiging?
Alleen als ik ze bij mezelf leg, de overtuiging. Niet bij jou.
Er zijn zaken waarvan ik overtuigd blijf.
Ik wou dat ik je kon aanraken. Goed, dit is dus geloven zonder aanraken.

Of ik je pijn zou kunnen doen? Ja. Van lichaam tot lichaam.
Of ik je zou kunnen kwetsen? Ik geloof het niet. Opzettelijk niet.

Oef! Maar ik denk zelfs niet dat jij mij met opzet 'kwetst', wel dat het een gevolg is van wat je doet of niet doet. Niet het doel.

............. ontastbaar geloven

Het raken
waar je raken kon en
waar het rood als draden
op de huid
zichzelf
tot kleding spon en
jij insloeg op de schering
tot het koningskleed
je uit handen gleed en
warmte nog de diepe kleur
de wangen gloeien deed
de lippen bloedden en
ik de gaafste pijn verbeet

wanneer
merk je me weer?


hoofdstuk 9, § 4, pag. 22

dinsdag 1 juli 2008

tertium datur

Herhaling is als een slang die naar de toekomst kronkelt. De beweging van wat niet is maar komen kan, de belofte in elke contractie van vandaag, de peristaltiek naar morgen - zo schrijf ik omdat het morgen misschien beginnen gaat.

Ik voel me het speenvarken midden op tafel waar ik over tongen ga, monden in en uit, alleen werd ik te vroeg gespeend, de sonde drooggelegd en smaak ik bitter voor hen die me proeven willen noch lusten.
Jij wist beter, maar de lucht die je ademt heeft je misschien aangetast?
Ik roer

Het voornemen te klijven aan de ogen-lijke grijns van elke appel die je uit de aarde delft en schielijk met het mes de grimas ontneemt, de ogen uitsteekt terwijl je hem ontmanteld... uit die ogen !k kijk....
Zelfs op de lippen van de pier zal ik lachen.

Hier beleid ik mijn geloof in stilte, gezien het zwijgen van de Ander.

Ik pers de doornen op mijn rug diep in de grond en zwijg verkleumd, killig in ontberen.
De schier eind-loze zoutvlakte, weerkaatsing van kristal in de schijn van bloed, verblindt in je zilte straling naadloos van aarde naar lucht

Het goud op snee aan de bladen van je vingers, niet het muffe van de schuld die je pleit....
Zware stoffen, zilver doorstikt - damast, brokaat - doorweven met obsceniteit: des meesters eigen werk, de schoonheid van verdraaid, de pracht van schuin bekeken.
Tertium datur, met de zekerheid van het principe dat het tegengestelde beweert, derhalve staaft dat het zo is, want noch het één noch het ander, straks morgen nu nu nu nu… noch het ander noch het één, daar is de breuk die schept, de discontinuïteit. Daar staat het te gebeuren. Of niet.

Stof dat in de kamer danst - al de pluis verzameld - ál het Niets geweven en genaaid tot het kleed dat ik draag, het rag dat niet bedekt.

Tijd is als een notenbalk, tijd is om te dansen en te keren, tijd is tijdloos als muziek.

Bestaat er een genadestoot voor het verlangen?