
mijn gedachten aan je hebben de lengte van de geur van koffie, met dat wenkende, dat penetrante dat zich onder deuren door wurmt van uit de keuken naar de opkamer, de zolderkamer op de tigste verdieping. en zelfs de manier waarop ik dan kijk is als de snee van diamant - doordringend terug.
waar ik gaten sla in ruimte en tijd en grenzen ophef op kracht van verbeelding... rechtstreeks in ogen kijk.
ik loop naakt over straat te roepen: "ik haat je ik haat je hoe ik je haat!" en Zij slaat haar klauwen in mn vel.
je ogen blijven kijken. niets anders doe je.
alsof je dood bent / extraplanetair behuisd
je kijkt van ver naar beelden die ik stuur.
droomkIJk blijf kIJken...
ik ben naakt sleep koorden en kettingen door de straten.
slierten bloed in mijn kielzog.
geschonden en toch gaaf.
hét is er, sla nagels krammen zwarte kleur en rood
het gekleurde vlees bij de slager ... ik kijk door een venster ren op een trap en terug.
heb daar niets verloren.
Heb ik überhaupt iets verloren?
ik zoek - wat ik zoek heb ik niet verloren, het zal er altijd zijn daar en daar en daar.
ik zie je mahonieglans, een sliert een hand met een vreemde nagel dat randje daar, een bal die jojoot - ik wil mijn hand daar leggen.
klein object a
sPiegels en kralen ipv Genot
waar blijft?
appelbijten daar moet ik aan denken.
mondopening te klein.
wat nog? rug en nek zo stijf pijn, pijn andere pijn.
de steeg is donkerwarm met vreemde geuren en bij de bakker vraag ik abrikozenflappen
ze zegt dat ze er nog heeft op zolder.
ik kijk naar het fruit onder haar rokken als ze klimt maar terugkomen doet ze niet;
ik wrik het luik open het gaat vanzelf weer dicht.
ik ruik appels aan mijn vingers.
ik zie je ver heel ver, als ik niet kijk en je ruikt naar koffie.
ik
als ik drinken wil zakt de koffievijver wil ik eten wijk jij, altijd wijken.
je vervaagt en ik weet niet waarom.
is er iets mis met mij?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten