zaterdag 20 juni 2009

geen steen


Las piedras no ofenden ; nada
codician. Tan sólo piden

amor a todos, y piden

amor aun a la Nada.


César Vallejo



donderdag 18 juni 2009

Allemaal kampioen

Niets om aan vast te houden
En toch.... halen we het wel
gotweetwaar, maar we halen het
Eens, ooit, enzovoort
(it sucks big time!!!)
Surrogaat, leegte en commodities
Oh ja, we halen het wel
In weerwil van alles
Daar is de grens. Daar is het einde
We halen het wel
Iedereen haalt de finish - ooit
Allemaal kampioen.

woensdag 17 juni 2009

dorpstafereel


Niets, er is niets. Niet de draad die me schrikt, het staal in mijn rug, de band rond mijn keel. En ik slik. Niets. Er is niets te slikken. De karigheid noch het vuur dat smeult, niet het stof waarin je nu in het zweet van je aanschijn... oh, wacht... we zitten in een verkeerde tekst. Was je niet in het aards paradijs en ik de verstoteling?
Niets, er is niets. Er is en er was....

Ik was mijn vuile kinderen aan de pomp. Ze overleefden weer de dag, mijn gedachten die ontkwamen, omkwamen. Mijn stilgeborenen die zij niet halen wou, mijn beelden die in de couveuse van drie punten wachten, onzegbaar en al versleten.

Mijn zusters springen niet maar lopen onder de roeden en tonen trots daarna de tekens op hun rug, bloedend diep. Ik vraag je: leg je hand in de mijne en erken ze als je onderschrift.

We slachtten een geit. Haar warme snuit blies wat stof in de hitte, het zand van glas.
Hier zijn geen rozen, meneer. Hier was jij en jij was gast, mijn-heer. Elke kier, elke spleet gepoetst ter jouwer ere. Het gras gemaaid, weet je nog. Je was zo streng. Je zei: mooi, ik zie het graag. Opgetogen.

Het is gras is weg en nog steeds. Er is niets. Hier is niets. Het landschap is glad opdat je niet zou struikelen. Behalve over die ene steen, Sekuru, nu je hand gevoelloos is en je voet zo zwaar versleept...

dinsdag 16 juni 2009

ein Hund! (vervolg)


A dog can not lie. Neither can it be sincere.
A dog may be expecting its master to come
.
Why can't he be expecting him to come next wednesday?

Is it because it doesn't have language?

To imagine a language is to imagine a form of life
.
The limits of my language are the limits of my world.

A dog may now expect its master, if it hears and recognizes its master’s footsteps, but it cannot now expect its master to return home next Sunday. It may now think that it is going to be taken for a walk, if it hears its leash being taken off the peg, but it cannot now think that it is going to be taken for a walk next month. It may remember where it left a bone in as much as it can go and dig it up, but not when it left it wherever it left it. For such capacities presuppose possession of a language. (Wittgenstein)

Sekuru, zó zonder taal ben ik.
Hond.
Slechts kijkend naar het gat, het Ding, het gat, het Ding....

Shaddaï, leg je hand op mijn kop. Ik warm je dode voeten.


The gene directly responsible for the onset of Huntington’s chorea has been isolated, and anyone can now be told not only whether they will get Huntington’s, but when. At issue is a transcription mistake: the stuttering repetition of the nucleotide sequence CAG in the middle of a particular gene. The age at which the disease will appear depends implacably on the number of repetitions of CAG: if there are 40, you will get the first symptoms at 59; if 41, at 54; if 50, at 27. Healthy living, keeping fit, the best medicine, none of them can help. We can submit to a test and, if it is positive, find out exactly when we will go mad and die. It’s hard to imagine a clearer confrontation with the meaninglessness of a life-determining contingency. No wonder the majority of people (including the scientist who identified the gene) choose not to know, an ignorance that is not simply negative, since it allows us to fantasise
. (Žižek).

'Komt nog', 'mettertijd', je toverwoorden.
Waar elders je nauwkeurigheid, blijft hier alles open. Altijd alles open.
(en ik vraag: "Wanneer?")

zondag 14 juni 2009

elle veut toucher le ciel (titel onder constructie)


Sekuru, nu de zon in je handen schijnt trek je het staal van stenen kaarten? Schraapt een gebaar je leeg en rest je nu een lemen jas? Het masker dat je draagt: verlaten parelmoer - en schelpen op de muur van je... leven? Oker-koker-joker-choker? Geen sleutel op de deur. We dragen allen een juweel, ook de Meester.

En hier... lavendel vloeit in het landschap van mijn binnenzee en koele hagelparels. De illusie van gesloten ogen, de waarheid van het niets zien. Raast een wolk van stof voorbij, raast het grijze amorfe pulserend als een vorm van leven? Het Reële breekt door barsten van je buik, lichtdoorlatend zijn je ribben. Ik wil je inbreker zijn. Dichter bij.

Sekuru, de rozen bloeien - ik wil dat je het weet - vooral die onmogelijk blijken. Klaprozen dansen hun benen bloot onder de hoeven van een briesende wind, slag voor blad ontkleedt hij hen. Hij moet je kennen... Jullie gelijken.

Hier is niets méér dan de echo van een lederen applaus. Jouw signatuur, Schilder, bloedparels op een naakte huid en het gat dat je achterliet. Men zegt dat een vergeetput dàt akoestisch effect creëert, ik zeg je: het is de kromming van de tijd in het traankanaal.

Dat een vrouw beter het bed zou kennen dan de man die haar vervoegt... masculiene arrogantie! Een vrouw kent leegte die zíjn contouren draagt. Malevich bijvoorbeeld, dat weet je.

Ngalyod glijdt binnen als de zon weer kaatst, mijn blote voet slaapt achter het oor van Nzou. Ben jij de granieten massa van haar lijf, de rots die plots beweegt, het gras doet wijken en een wolk van stof materialiseert?
Er is geen eer in de jacht van de vrouw, ze glimlacht even en streelt de kossem van het liefste dier waarna ze haar schelpen schikt. Haar bekken is de lege pot boven het vuur, pistaches onbewaakt voor de cobra met de gele bril.

Je vingers dralen. Lang, treurend lang en fnuikend voor de creativiteit. Schaduw wordt van hand tot hand gereikt. Deze huid wordt te dun voor mij. Te scherp de ogen.
Je zien doe ik niet, het kookpunt is leegte.