dinsdag 19 augustus 2008

DAT WAT ONTGLIPT

Een kikker met veren, een slak met een bot, een dier dat rijst en daalt na de daad, beenloos en gegeerd. Glijdend in het kijkend oog, de oorsprong van het leven. Zeg dus niet, gij die de maat met stokken slaat van mijn galei, dat ik zonder ruggengraat over uw scène glij.

Mijn hersens stoven en zie het sudderen door de breuk waar ik met beide handen het gekronkel reguleer. Ik rook de pijp met rode kamperfoeliebast en snuif de ceder uit de steen, een prop salie bitter in de wang.

Le lit t’a nié. Omdat het voor niets staat. De dinsdagavond(pfff)act van kwart voor tien. De duivel spreekt Italiaans en heeft een baard. Ik weet het nu want hij vroeg, uiteindelijk en zonder stem: che vuoi? En ik keek rond: Moi? Praat je tegen mij als slow chat je niet meer interesseert?

Op handen en knieën kruip ik, stort ten slotte neer om niet meer te verroeren. Als een slavin die wacht op de zweep, een kuil in de aarde voor de zwangere buik, roerloos, geluidloos, de toegenaaide lippen. Zwijgen dus. Geen woorden, geen woorden, geen woorden. Stil, de adem stokt in drie punten.

Ik stof mijn borsten af en ontknoop de poriën.



.

maandag 18 augustus 2008

NON LIQUET II





.

VRAAG

lippen
rozenblad van porselein
hand breekt licht in duizend
afgruwelijk gruis het lijkt
heerlijkheid
van olie op het soepele leer
gebroken vlecht op het tapijt
en altijd weer
die lach
terwijl je even linkser wordt
doch te vermoeid
het recht(s) in handen neemt
de mannelijke kant.

ik lik de woorden die niet vallen
breek je bekken open
als French Coffee
van Mijnheer
zijn hoogste oog
gegooid
afanisis
of gewoon verveeld?




.