zondag 29 augustus 2010

heart of darkness

'ns proberen:

"Zwart!
zwart ZWART  ZwArt  zwART !
ets-(etera)"


hoofdstuk 7
hoofdstik nul
hoofdstuk 10, voorltste pags. § 8

donderdag 26 augustus 2010

Michal Macku

pepper 'n salt II

foto: NY - 1991


in: onafgewerkte tekst - of af te werken tekst?
hoofdstuk 7
hoofdstuk 8, § 8
hoofdstuk 9, p. 25-26, § 1 - 10
hoofdstuk 10,, ltste pags. § 7, § 8, pag. 23-25

dinsdag 24 augustus 2010

pepper 'n salt

 Je wandelt naast me als ik door de straten ga, de zeldzame keren, en je pas is die van mij, zoals ik me aan de jouwe aanpaste. Een kind zegt tegen zijn moeder: kijk hoe  ze gaan, de moeder antwoordt dat het fijn is zo, want dan kan je snel overal heen. Heen ja, dat was waar ik ging. En in mijn voetstap de aanwas die als een gelijkvallende maar toch net iets verschoven schaduw..., een spiegel, een geheime ontdubbeling - neen, soms (...) -.
Ik kom je tegen. In de reflectie van - wie was het weer? Vaker nog zonder weerkaatsing. Ik werd bezet gebied, een negatief.
De achteloosheid waarmee je mijn elleboogplooi inpalmt
een zweem van kou bij het
verlaten - wat ik draag
en wat ik niet draag drukt
een moet
als waar het koord van een zwalpende
om de ankerpaal slaat
Dit leven
- ik ploeg mijn benen
nauwelijks naar voren -
is niets waard
méér
Je loopt naast me maar ziet me niet. Het is een vreemde gewaarwording. Kijken. Je weet dat ik kijk. Je ogen ving ik tussen duim en wijsvinger en zette ze als juwelen op mijn borsten, mijn buik. Je vingers leidden hun eigen leven van scheiden, priemen, vatten, grijpen. Een homp in je handen, als het brood dat je biek. Rijzen, vormen, bakken, eten, ka'kken - ik schik het woord want men zal zich vergissen.
Maar worden - net als brood, soep, groenten en... vlees - mensen niet verwerkt? Zodat ze toeleveren? Het is geen daad van ondankbaarheid een rest te (uit te) scheiden, vreemde golems. Plots voel ik hoe vol ik zit met al wie ik overbodig bewaarde. Te veel, te lang, te rot. Maar jij - leegte - jou wil ik niet kwijt.
daar springt de dood
en slaat
de hamers
onrecht
streeks
........onzichtbaar blijft
(het instrument)
De beelden in mijn hoofd zijn helder, ook al zie ik ze niet. Andere echter lijken me dievelings ontfutseld, ze duiken op waar ze nooit meer verdwijnen. Schijnbaar onschuldig, want hebben we allemaal niet een uitlaatklep nodig. Cloacaca lala. Ik kan niet eens terugnemen wat iemand anders van me schijt. (Ach, daar verschijnt weer... waarom hebben ze woorden ook zo inwisselbaar gemaakt, zoals vormen van lijden, scheiden... het geeft zo'n soort komisch effect.).

Lang geleden, ach wat heet, tuurde ik naar een zwartwitte vlek boven het water - olifanten speelden er en giraffen waagden acrobatie om te drinken - the Pied Kingfisher. In mijn waken en slapen komt hij terug. De sterrenhemel draagt hem, boeken die ik lees. Je schreef 'het' wat nonchalant, maar zoals hij in je rek staat, nu ook bij mij, maakt hij onderdeel uit van je beeld. Het is een zij. Het is een ander halfrond, net zoals het een andere ik en een andere jij is of kan zijn.

de  s
...... p
..........r
............o
.........n
...........g
het reële
aanwezig

Plots lig je daar. Ik droeg je en zag verbaasd dat je er al was. De Doppelgänger van dienst sliep als een Ka-ter in mijn hoofd, als een aaibaar wezen onder tafel. Een onvermijdelijke ontmoeting van Twee. Zachte huiden, vooralsnog. Het huis was leeg, ik werd ongerust. Het huis, het huis... Was zij...? Zou ik haar vinden? Dood in bed? Ze legde haar boek weg toen ze me de trap op hoorde komen en klom onhandig mee naar beneden. Daar trof ik het vechtende paar, de aanvankelijke broederschap dreigde in moord uit te monden. De Kater liet zich gedwee nemen terwijl zijn dubbel met een gapende wonde op het tapijt achterbleef. Het bloed gutste. Geen liefde maar zorg en de onverschilligheid van luidkeels pratende mensen - plots leek de keuken volgelopen met verwanten - deed me mijn zus bij de keel grijpen terwijl ik mijn broer telkens vragen wou of hij tenminste iets anders wou zeggen, iets wou doen, dan het beest te laten creperen.

Plots lig je daar, zit je daar, sta je daar, als ik het scherm doe leven. Even ontdubbeld als je echte ik. Ik wil je aanraken, roep je bij je naam. Je Naam, telkens weer. Ik besef dat even ontdubbeld niet opgaat als het jou betreft. Niet meer.
Maar in de torsie van het lijf
het wapperend goed en haar
en elke plooi -
ben jij

Dit is het creatief gebaar
Heftig is het woord dat zich deplaceert terwijl in mijn hoofd huisraad tekeer gaat. Tegen jou. Omdat je zwijgend incasseert, absorbeert, verteert. Heftig vooral om de meteoriet die je soms katapulteert, compact gecompresseerd, impact met krater, met schokgolven, met waterkeer... inhoud, vooral dat.

[Het tapijt werd opgeruimd
stof valt harder op een tegel
hoorbaarder is het schuiven van bloed
onderhuids

peper en zout
leven]



in: onafgewerkte tekst - of af te werken tekst?
hoofdstuk 7
hoofdstuk 8, § 8
hoofdstuk 9, p. 25-26, § 1 - 10
hoofdstuk 10,, ltste pags. § 7, § 8, pag. 13 en vorige en volgende

zaterdag 21 augustus 2010

298



beschreven en ongeschreven passages


alien?


[ →  ↕ ↔]
die uit de hoeven schoot, van achter me, en rakelings langs me een gigantische ren door een wei deed. Machtig. Stier.  [↔ →]  Alle kennis wordt van buitenuit geforceerd  [→←]  Maar het is wèl zintuiglijk hè. [←  ↕ ↔ →]
...


hoofdstuk 7
hoofdstuk 10, §7, pag.26, § 8, pag. 2

vrijdag 20 augustus 2010

Primus in orbe deos fecit timor


His ibi me rebus quaedam divina voluptas
Percipit, atque horror; quod sic Natura, tua vi
Tam manifesta patens, ex omni parte retecta est.

(Lucretius, De rerum naturae III, Hymne aan Epicurus) 


I coloured the dead landscapes of time
With its refulgent flowers
In fist I hide the Lost Jewels of Night
Let the face of your fear
Crush the mirror of imagination!
You'll see the pictures
You would never like to remember...

Can you remember?
The silver shine on the faces
Laid in motionless
Fiery rapture that embraced
Our deepest desires...

We were holding our hands
Wading among night's abyss
Closing the beauty of all universe
In one glance

It's like somebody gave you the last moment
Like a lonely bird looking for a place to die

The wild scream of a mangling heart
Takes away the rest of obsessive illusions...
Our dreams of love
Around the star found in magic ecstasy

Everyday I display, before you
The schizoid pictures of my passion
Walking through the avenue of suffering
I kiss the flowers of a fallen rapture

But somewhere among the gardens of our love
Damned fear is lurking...

Is this true nobody can take it away?!
There is so many other stars, after all...

(Asgaard)



hoofdstuk 7
hoofdstuk 8,
hoofdstuk 9,
hoofdstuk 10,, § 8, pag. 13 en volgende

dinsdag 17 augustus 2010

message



hoofdstuk 10, § 8, pag. 6

maandag 16 augustus 2010

enquiry into the origins...


Dat tijd een horizon zou zijn. Zie hem liggen dan, uitgerokken en dun, hoe hij ontwaakt en zucht en dan zijn lippen likt. Zelfs wat niet in tijd is raakt er niet voorbij. Zie: tijd is geen gehandicapte eeuwigheid, eeuwigheid is een aanpassing van mijn - dijn - zijn temporele zelf-ervaring.

Een stuk of wat woorden vallen. Af en toe. Als gensters, als vlokken, als hagel, als stenen, als scherven. Of - gekend - droge pok. De ont-vanger komt in beweging.


hoofdstuk 7,

hoofdstuk 10, §5, pag.9, § 8, pag. 13

vrijdag 13 augustus 2010

290

"In die streek stonden de rivieren een groot deel van het jaar droog en hun beddingen fungeerden als een parallel wegennet, analoog aan hoe de parallelle markt een belangrijker plaats innam in de economie dan de officiële".


hoofdstuk 7,
hoofdstuk 10, § 8, pag. 13

woensdag 11 augustus 2010

paradijzen enzo

(...) deze gekruide ochtend, waar het kadaver van de kastanjeboom wachteloos slaapt in gene tuin en de geur van vers brood zich vergrijpt aan de lucht tussen daar en het slaapkamerraam, de kier binnendringt en de harde bodem onder mijn knieën weekt. Zo zijn de dagen. Ongeduld wordt afgeschraapt per vierkante centimeter, wachten opgevuld als het voegen van een muur. Af en toe reik ik je vèr strekkend wat koffie. Verbrand mijn lippen en mijn vingers als ik nog even langer zwijg.


hoofdstuk 7,
hoofdstuk 10, § 8, pag. 6

En
god-dog?
en
l'amour en plus?
en zoveel meer?

zaterdag 7 augustus 2010

venus van kilo



hoofdstuk 10, § 7, ong. midden

il n'est donné au commun des mortels

Vous croyez qu'on a affaire à quelqu'un qui communique avec vous parce qu'il parle le même langage, et puis quand vous poussez plus loin vous vous apercevez, surtout si vous êtes psychanalyste, que ce qu'il dit est aussi compréhensible, tellement compréhensible, comme le vous l'ai montré la dernière fois, que vous avez à certains moments comme l'illusion ou comme un mirage. Il ne s'agit de rien d'autre que de quelqu'un qui aurait pénétré d'une façon plus saisissante, plus profonde qu'il n'est donné au commun des mortels, dans le mécanisme même du système de l'inconscient.

Lacan, Les psychoses.



donderdag 5 augustus 2010

il n'y a pas de rapport sexuel (als mogelijke titel)

het is weinigen gegeven

Het is een egel

Het is geen egel meer.
Verder nu, tegen klippen en bergen!


af te werken tekst


hoofdstuk 0,

hoofdstuk 7, § 10 e.v.
hoofdstuk 10, § 7, p. 26-31, § 8, p. 1-5

dinsdag 3 augustus 2010

pobre de mi? - II



hoofdstuk 0,
hoofdstuk 7, § 10 e.v.
hoofdstuk 10, § 7, div. pags


pobre de mi?

In Doekbespreking:

Weet je hoe ik voor de massa stond? Hoe hun vloed zich sneed aan de lijn uit mijn voeten? Je gooide me voor de vormeloosheid van hun gezicht, het klitten van kledij in geöliede kleur. Die kerel met zijn bier-aan-mond, de zwepen in de menigte, een notabele met zijn stijve
boord die een halve meter lager zijn leugen niet in bedwang kan houden.
En zij -
zij aanvankelijk in ongewillige heerlijkheid, het ware gelaat weerspiegeld te midden van.
Verikona noem ik jou. Ik neem je plek, dacht ik, en kleedde me. Niemand hief het rood. Het kl(a)uwen van stemopheffend geluid, hun ogen als een rivier vol monden van happende vis in ademnood, het stuwen tegen de rand om dan te verdwijnen (...)
Behalve.
Hij en zij en zij en die en nog een enkeling. Niemand dus.
In het volle daglicht ontstak ik de kaars, de massa is blind maar heeft schrik van vuur.
Zo splijt ik


hoofdstuk 0
,
hoofdstuk 7, § 10 e.v.
hoofdstuk 10, § 7, div. pags

nous?


tenderrillenrankenhoihoi
paranoi
hoi haparanoia hoi
polloi para nous
noi et moi et toi
tenderrillenpararanken
adioi paranoioi
hoi hoi
que voi



hoofdstuk 10, § 7 & §8, div. pags