exstase

hoofdstuk 6 , § 5, p. 18
hoofdstuk 7
hoofdstuk 10, § 6, p. 25
En god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?

240

want (gedoe is slechts een anagram van het goede)

hoofdstuk 7
hoofdstuk 8, § 7, p 24
hoofdstuk 10, § 6, p. 24
En god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?

dansen

... "(ik) kijk naar de punt van je schoen."

hoofdstuk 6, § 6, p 18
hoofdstuk 7
hoofdstuk 10, § 6, p. 22
En god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?

lied

Rapporte-moi, toi que mon être aime,
où tu pais, où tu t’étends à midi;
car pourquoi serais-je comme affublée,
auprès des troupeaux de tes amis ?

Ne me voyez pas, moi, la noirâtre

hoofdstuk 6, § 6, p 18
hoofdstuk 7
hoofdstuk 10, § 5, p. 24, § 6, p. 20
En god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?

donner corps

het hoofd daalt van de schouderberg
de piano danst
onder handen

hoofdstuk 6, § 5, p 5
hoofdstuk 7, § 11, p. 19
hoofdstuk 10, § 6, p. 16
En god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?

monster

dolende schaduw
bij nacht
over mijn veldkleed
sper je kaken en
rust me op je scherp

hoofdstuk 8, § 8,
hoofdstuk
hoofdstuk 10, § 6, p. 15-16
En god-dog?
en l'amour en plus?
en zoveel meer?

... kleurt nachtzwart

Worte waren ursprünglich Zauber, und das Wort hat noch heute viel von seiner alten Zauberkraft bewahrt. Durch Worte kann ein Mensch den anderen selig machen oder zur Verzweiflung treiben, durch Worte überträgt der Lehrer sein Wissen auf die Schüler, durch Worte reißt der Redner die Versammlung der Zuhörer mit sich fort und bestimmt ihre Urteile und Entscheidungen. Worte rufen Affekte hervor und sind das allgemeine Mittel zur Beeinflussung der Menschen untereinander.

Uit: S. Freud - Vorlesungen zur Einführung in die Psychoanalyse

oefening

Querido Hermano,

De bermen stonden weer in brand en zijn nu haast uitgebloed, je vingers vast / onder / tussen / heel / weg. Het mooiste seizoen is nagenoeg voorbij, maar wacht nog even, erica danst dra op je buik, op nièuw.
Bijna missen we je, als je straks wéér niet verjaart.
Oefening baart.

(over
bij & na)

Ontsnapping.
Dat we onsterfelijk waren. Gelukkig is dood
de weg daaruit.

nr 26

"van oor-delen heb ik trouwens mijn buik vol"

vinger

"ik leg mijn handen in mijn schoot"

n'aître

Complainte du verbe Être

Je serai je ne serai plus je serai ce caillou
toi tu seras moi je serai je ne serai plus
quand tu ne seras plus tu seras
ce caillou

Quand tu seras ce caillou c’est déjà
comme si tu étais n’étais plus
j’aurai perdu tu as perdu j’ai perdu
d’avance. Je suis déjà déjà
cette pierre trouée qui n’entend pas
qui ne voit pas ne bouge plus.

Bientôt hier demain tout de suite
déjà je suis j’étais je serai
cet objet trouvé inerte oublié
sous les décombres ou dans le feu ou l’herbe froide
ou dans la flaque d’eau, pierre poreuse
qui simule un murmure ou siffle et qui se tait.

Par l’eau par l’ombre et par le soleil submergé
objet sans yeux sans lèvres noir sur blanc
(l’œil mi-clos pour faire rire
ou une seule dent pour faire peur)
j’étais je serai je suis déjà
la pierre solitaire oubliée là
le mot le seul sans fin toujours le même ressassé.

Jean Tardieu, Comme ceci comme cela, Gallimard, 1979, p. 45-46.

et quoi?

des mots s'écrasent contre les murs
comme dans un théâtre d'ombres
les arbres font des taches sombres
escalade du fureur
par un tempérament passionné
comme une île inhabitée
avec un ciel zébré d'éclairs
le bordel des émotions

et quoi?

object of desire