maandag 27 oktober 2008


Afstand tussen keien zou meetbaar kunnen zijn, anders dan mensen ver-wijderen ze (zich) niet.
De ontvruchtende kilheid van een stenen be-sluit blaast door de nomadentent, ruist in beenderen waar druppels merg nog samentrekken. Gefossiliseerd en am(p)ber omvat(tend) de tijden: de vloeiende, de zachte, de koude, de golvende, de dwingende, de smekende, de hopende, de wachtende... de verzengende, de onvermengde.
Integriteit. Tot bloedens toe.
Illusies dienen in revers gedemaskeerd.
Vingers ontvlezen gekookte knoken.
Een holle mond zuigt het merg.
En lacht.
Ik blijf.
Dolen buiten het ordelijke leven.
Ogen kijken en weten niet of de huid nog wachten zal, het leer verbleekt in zon en kou.
Er is geen weefsel dat meer bindt dan weefsel dat niet bindt, het niet-gebonden zijn.
Het lichaam ligt, het schouwen blijft - de Andere arena - met dichtgeschroeide ogen - droog nu - en keizerlijk zwijgen in de doorngenaaide mond. Chirurgisch verwijderd - blijkt het wilde vlees te stimuleren.
Vingers schrijven, overal. Ik lees de tekens op mijn huid.

Kwartsprecisie is geen doel, een boemerang daarentegen. De splinterbom geeft alles prijs, compactheid ontvouwd in... het geheugen? Dromen. De buik van de egel.
Hier (daar, verderop, ver, ongezien geweten) is het lange lange blikken in besmuikte ogen.

De vensters blijven open. Blote voeten op het vuur. Ngalyod, glijd binnen!
In elke plek van dit huis… welkom op de dansvloer van sodade.

Geen opmerkingen: