dinsdag 31 maart 2009

(z)ij(zig)


... Of wat ze doet om de sleutel op de deur te verdienen, haar dak? Alsof er iets is van belang.
Ze telt een week in sloten koffie, twee bloemkolen, vier broccoli's, een kilo wortelen, drie blikken en drie brikken tomaat, een brood en wat sneden kaas. En die ene avond was er brie uit de Aldi en wijn en vegetarische balletjes. Maar dat is ook al lang geleden.
Ze leeft van boek bij 15° C, jas, handschoenen, plaid, deken. Het kersenpitkussen is onvindbaar net als hij en de cold-hotpack recent gesneuveld. Zijn Zwijgen is (een) killer.
Zo wou ze dat ze de Mammoet vond. Ze zou hem slachten en slapen in zijn buik, zijn ingewanden lezen en zeggen: er is geen tijd als je er bent.
Er is geen afwezigheid als ze zijn naam niet hoeft te noemen.
Alleen wat niet is wordt geroepen.
Ze roept zichzelf somtijds.

zondag 29 maart 2009

Je suis...


Je suis la première et la dernière
Je suis la vénérée et la méprisée
Je suis la prostituée et la sainte
Je suis l'épouse et la vierge
Je suis la mère et la fille
Je suis les bras de la mère
Je suis infertile et j'ai plusieurs enfants
Je suis mariée et je suis la célibataire
Je suis la femme qui donne la vie et celle qui est stérile
Je suis la consolation pour la douleur de l'accouchement
Je suis l'épouse et l'époux
Et c'est mon homme qui m'a crée
Je suis la mère de mon père
Je suis la soeur de mon époux
Et celui-ci est mon fils rejeté
Respectez-moi à jamais
Car je suis la honteuse et l'exquise

Hymne à Isis
La Haute Déesse de l'Ancienne Égypte
3ème ou 4ème siècle avant JC découvert à Nag Hammadi

vrijdag 27 maart 2009

slag (in -veld-)


...
Na het tempeest rapen we
verspreid wat van ons overblijft
en ruggelings
is slechts het schuren van elkaar
de plek waar alles open blijft.
...

donderdag 26 maart 2009

woensdag 25 maart 2009

am Weg


Weil es am Weg liegt... am Weg Weg Weg...
Je Huis klop ik niet aan - de ketting op het slot - maar jou bestorm ik als een orkaan, als hagel wil ik vallen, als een sneeuwtapijt, als als als

Foto door het raam, een lange reeks gedachtenbezoeken door schoon en vuil en onderhuidse straten met wijde ogen dicht tot aan de voet van een berg, waar ik je schaamteloos bekijk, mezelf bekijken laat
- boom, pad, een bloem, schors en naalden
klaus-gedachten voor en na
venstercondens, glazen water...
Spiegels in een tuin schilderen bloemen met groen en geur van bot tot rot.
Je dooft je sigaar als vanouds in mij, merkt me,
dat je me eindelijk merkt straks nu dan toen weleer en mettertijd, tot je me loslaat,
schroeiend sluit wat openbleef, want vanzelf verdwijn ik niet )

Weil es am Weg liegt passeer ik je raam, nader, onder je voeten, je handen, je ogen, je wang, je tanden, je tong, je schouders, je buik, je geslacht
weil es am Weg liegt zingt mijn hele lijf, klatert gelach in alle hoeken en tranen
weil es am Weg liegt sijpel ik de grond in - in het water waarmee je je wast, je voeten, je handen, je ogen, je wang, je tanden, je tong, je schouders, je buik, je geslacht
weil Es am Weg liegt soll (...) Es sein

daar en daar en daar, door rook door koffie door trokken
de rauwheid van een dag ochtendlijk gesmoord
goesting zonder strand en elke golf materialiseert
vanbinnen tot barsten
ik leen een vogel om je te schrijven en val, met de haast van een lichtschilder dichter
kom ik niet wegens de ban - als stof onder de mat dat wordt bewaard tot de volgende act dien ik de zool van je geheugen
- ingesloten uitsluiting -
platweg maar nooit weg, weil Es am Weg liegt



andere raamfoto's: februari en maart 2008
.