zaterdag 12 juli 2008

inside (in een adem)


Ik heb mijn hoofd geschoren, omdat ik er regelmatig stukken van je in tegenkom. Ze puilen soms en duwen als de voet van een kind tegen de binnenbuikwand. Ik heb migraine, zeg ik dan maar gemakshalve, want hoe kan ik uitleggen wat je daar doet? Dat de plek daar te klein is voor de werken die je verricht. En dat je completeert en ledigt tegelijk. Dat je vrouwen bouwt en vakken vult als werken aan een huis en zonder eisen plaats opeist als echo van de dwang die je gebruikte, omdat ik kon want ik moest. Hoe ik voel dat je onverstoord mijn schedel trepaneert nog steeds, met je zal en je wil en tegelijk een tegengif spui-t: m’être, maître, onbelast moet ik zijn. Je trekt en duwt tegelijk. Hard. Je handen in mijn onderbuik, je vingers in elke holte van mijn lijf, laat je me likken, zegt: “dat ben jij”. Hoe kan ik me dan terug sluiten, hoe word ik weer heel, nadat je me hebt uitgereden, me liet geloven, nog geloven laat en dat zegt het zelf alweer, geloven via de grote A, jij als sujet supposé savoir. Dát ei heb je achtergelaten, daar: in mijn hoofd, in mijn buik, in elke cel van mijn lijf. En nu lijkt… dat het Ánders is, een overtuigingstruc in het meester-discours? En met heel mijn verstand weet ik: stap voor stap had je gelijk en nog steeds. Alleen… ik raak je zaad niet kwijt, met geen duizend dweilen, zeepspoeling noch bijtend zuur blijken effectief. Je hebt een plek, veroverd en bezet. Spreek je nu in zwijgen slechts, smoor je me de bek… Ik word nog altijd voortgedreven. De openheid die je preekt, het lek… het grijs van de regen. Genot is je sleutelwoord. En pijn. Daar zit een mogelijkheid.

woensdag 9 juli 2008

terpentijn en zo II

[…]
Soms dringt het door. Als in Lichtung...

[…]

… en het geraakt worden door gedachten, als: in de vaart van een gedachte staan en erdoor getroffen worden, meegesleurd misschien. Als: in de regen staan, plots, en geraakt worden door druppels die daarna een geheel vormen?

De geurige verf raakt me zonder ze te zien, zonder het beeld te kennen dat geschapen wordt. De textuur, de vlekken die dichtbij soms niets lijken, het weten… gemengd met asse, schaamhaar, peuken, spuug, sperma, zweet en weet ik veel, met woorden, gedachten, schepping, obsceniteit, perversie, verlangen, zekerheid, mystiek, onverwachtheid, dwang, pijn, genot... ach zo – de kristallisatie van je gedachten, van jou, in het schilderij.
Je schildert niet. Je schildert.

Met mijn ogen dicht zie ik het best.

[…]
Bezinksel heeft gelijkaardige eigenschappen komende van het juiste hoofd:.een boek, een tekst… recipiënten.

[…]
Het is chaos hier. Alles drijft door de kamer, ongrijpbaar. Onbegrijpbaar. De inhoud omgekeerd. Je zwijgen is de lepel die maar roeren blijft, het touw dat me bindt, de hand die zich heft zonder nog te raken, te splijten, te doen ontstaan. De spiegel praat zelfs niet meer. En elke dag is langer donker. Gewogen en te licht bevonden. Als een heks. Ontreddering voor ontgoocheling, want die begrijp ik wel, ze is niet erg. Of toch? Als ik in drijfzand zink en spartel omdat ik hoopte dat je ruim genoeg zou zijn, het werkelijk dacht. Gek genoeg voor wat ik wil. Of nog gekker zelfs.
(En ik vind dat je schreef: "en dat zou je rustig moeten maken, dàt is niets willen, maar nee: paniek dus, een extra beweging bovenop.")

[…]
Dus:...

[…]
Toch, net in het zwijgen, het stilstaan, het niets, arriveert hier veel. Ik ben soms kwaad om je gelijk en dat je in
(schijnbaar) totale afwezigheid tot gelijkaardigs in staat bent als met je creatieve gebaar. De onorthodoxheid waarmee je me raakte. Als een gedachte, een woord, de regen, de slag van een zweep. Hoe kan verlangen verdwijnen?
Nooit!

oJdo~ avnw kavtw miva kai wuthv
(60)

bezinning

Kwart voor elf, avond.

Buiten wordt een kat verkracht. Ze weert zich en gaat zitten. Als de kater, die het trouwens net als een hond doet – of toch bijna – klaar is, spint Zij.
Hij heeft afgezien!
Natuurlijk.

Tijd voor een korte bezinning: zal ik beginnen drinken of sla ik de hand aan mezelf?

dinsdag 8 juli 2008

chiée - the saga continues

la session prévue était tombée à l'eau à cause de la drache.

j’ai perdu mes papiers...
tout’oublié… rien…
rien, je ne sais

je m’attends à voir des gens hystérique secouer les bras
gratte-ciel après gratte-ciel
du noir de noir au blanc roux et toute la gamme
de peau à peau.
tout peu, tout peut.
la langue… Je sens.. je ne comprends pas.
je sens la langue, les caresses
des mots, des mots, des mots

c'est vraiment majestueux de voir
un petit musée qui explique toutes les horreurs
dans tes yeux
le vide du Réel

il fait déjà noir
il ne faut pas s'arrêter au feu rouge

zondag 6 juli 2008

fysiek

Dan begeef je je nog eens buiten. Je gruwt van het teveel aan mensen, de al te blinkende winkelramen, te veel rotzooi en tegoedgelovigheid. Je realiseert je bovendien – als werd het je in een visioen geopenbaard, wegens totaal niet bezig met dat soort evenementen - : ‘Het is solden-tijd!’ Moment voor een meer dan hartsgrondige: Oh jee! (er wel voor zorgend Z/zíjn naam niet voluit te aanroepen.)

Na maanden van onthouding, koude ontbering in de winter, besparingen allerhande, vooral het ondertussen vakkundige splijten van een cent en het opbouwen van een budget om voor een keer iets anders dan proviand mee in te slaan, mag er nog eens boek gekocht worden.

Had je nog niet voldoende? Stond je appartement nog niet vol? Laat je je ook niet gewoon verleiden door een banale lust? Pfff, het kan me in deze kwestie eigenlijk gestolen worden. De elektronische bibliotheek is al een mooie verzameling, maar niet alles, en zeker net die dingen die je soms fysiek wil raadplegen, is downloadbaar.

Ik denk aan… (maak handgebaar om galopperende gedachten terug in het gareel te dwingen, bedenk me dan en laat ze vrank dwalen over miljoenen pixels, een gezicht. Ook dat is niet fysiek downloadbaar en zelfs virtueel is het en waar of voor wie het staat… Oostindisch ver. Slik.)

Het straatbeeld aldaar blijkt hoge concentraties aan rastakapsels te herbergen, evenals hordes zwangere vrouwen. En vooral veel ménsen. Huh!
En het is heel vreemd daar, terug na… een kwarteeuw of zo. Ook de boekhandel. Bij afrekening realiseer ik me dat getal en ontmoedig het kassameisje – of ik in hun klantenbestand sta? - te zoeken.
Computers waren er toen niet.
Zonder moeite krijg ik een korting van 10% gepresenteerd. Klantenbinding in achteruit. Anderzijds, ik heb al een nieuwe bestelling geplaatst. Leve de economie.

Ondertussen heb ik weer een aantal andere werken gratis gedownload. Kwestie van eetgeld over te houden. Ik kijk nog even naar het jekanwelnaarmekijkenmaarvoorderestookniets-gezicht op het scherm.
Shut down
, vraagt het vakje over zijn mond lang na middernacht.
Zwijgzamer kan het niet. Tja? Ja dan!

(Hardnekkig, stijfkoppig, dwars en vertrouwend: een ruptuur in het moment: “Ik weet dat je er bent”.)