Posts tonen met het label film. Alle posts tonen
Posts tonen met het label film. Alle posts tonen

vrijdag 10 oktober 2008

nachtwandeling


Het begon met een knop. En een woord. En met (het) haar. Jij mocht het jouwe houwen, het mijne moest weg en zo geschiedde radi-kaal. De tijd van tuinieren aangebroken, onkruid wieden elke dag, het planten van patatten. Verdomme. En de landman zwoegde. Stak zijn lezershanden in de grond en zaaide. Ik draai mijn ogen binnenwaarts en lees de voren gulzig naar achter en terug. Je planten doen het goed, aan elke stok wel duizend woorden. Niemand die het ziet. Of toch? Het duizendtal is soms slechts één en staat cursief in letters als contractie. Een samengebalde prop kalendertekstpapier. Bald. Daar hadden we het al over. De kaalslag en tegelijk het potentieel. Als dat je zegt: het moet er zijn en het is. Of was. Droogdraad. Achteloos de knijpers geplaatst. Hm. Dat doet wat pijn. Droogstoppel. Dat zei ik ook. Maar je liet het langs je gaan. Ik mocht je alles noemen. En nog steeds. Ik kam je teksten als een kop vol krullen op zoek naar die ene luis. Dat we apen zijn. Natuurlijk en de ramshoren blazen – bliezen. Zoals al de joden gisteren, maar zonder schuldbekenning, want daar beginnen we niet aan. Ik kijk en kijk: een platte wereld in een bol. Platter dan plat op een houten plank met zwevende letters erboven. Volgend jaar (als in: onbestemd in tijd) zal ik begrijpen. Nu kijk ik vooral. Het is mooi. Ik zie hoe scherp je het reliëf uitzet waar ik anders niet bij kan. Torentjes op het strand om me aan vast te klampen. Je sculptuur is prachtig. Jij hoeft niet op me te gaan staan om zelf groter te zijn. Groot ben je voor mij en toch kan ik in je ogen kijken, net daar waar je die steen legde, de bijzondere, waardoor ik me met ogen toe laat leiden. Het maakt niet uit. Het maakt wel uit. Ik ben er niet uit. Ik weet het niet. Kleuren. Blauw. Een donkere lucht en perspectief. Heel laag mijn uitkijkpunt. Je gunt me even, verder niet. Ik vorm en streel de tijd als levend wezen. Tijd was altijd dood voor mij. Solide als een berg. Onverplaatsbaar ook. Anders nu. Eens even kijken: wat verder heb je me gebracht? Vérder dus, dat alleszins, verder dan ik eerder was. Soms sta ik stil en weet ik wel: alles rond beweegt me. Ik sta in je oog. Want storm ben je. En Machenschaft, Gelassenheit, Sein und Zeit, l’Autre enzovoort en Léo, flamenco met La Paquera de Jerez, madrigalen en Jenny. De(g)éne! Omdat die éne telt of niet. Je bent wie je bent en wie ik je zal laten zijn. Dat is zo vreemd. Nu weet ik het niet meer. Als ik alles bij elkaar gooi… gaat het dan over jou? Of over mij?
Hm, de spiegel kraakt een beetje. In de plooien van de tijd komt alles samen. Ook gedachten. Ook mensen. In de plooien van de tijd is behoud tegelijk verdwijnen. Het is blijven. In een andere vorm.



zondag 10 augustus 2008

μή φῦναι



To blog, or not to blog: that is the question:
[…]
To die, to sleep;
To sleep: perchance to dream: ay, there's the rub;
For in that sleep of death what dreams may come
When we have shuffled off this mortal coil,
Must give us pause:
[…]
who would fardels bear,
To grunt and sweat under a weary life,
But that the dread of something after death,
The undiscover'd country from whose bourn
No traveller returns, puzzles the will
And makes us rather bear those ills we have
Than fly to others that we know not of?

(Shakespeare)

(... ne pas céder sur son désir)