Posts tonen met het label angst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label angst. Alle posts tonen

zaterdag 29 maart 2008

zou...


Je zou…
Hell zou je me laten zien
En dat ik niet zou weten
hoe heet de hel wel is.
Koffie zou je me laten drinken
door mijn dichtgeknepen keel
en al de sporen op mijn huid
zouden bewijzen
dat remmen niet bestaan…
dat grenzen slechts denkbeeldig zijn
Boterzacht zou je me maken
genadeloos
af zou je me breken
opbouwen mettertijd
en ik zou je vertrouwen
moeten
en hoewel er niets gebeurde
van dit alles en ik nog steeds
in angst de dagen doe verglijden
is vertrouwen dat wat blijft.

dinsdag 25 maart 2008

foto - bevroren vuur


“Schrijf dan!” wil ik roepen… maar er is geen stem. “Toon je gezicht, verdomme!”

Ik moet mijn ogen sluiten wil ik nog zien. Alleen als ik naar binnen keer is er een wereld. Ik loop langs purper gevlekte paden, boorden van blauw en rood en groen. Tast met vingers hoe diep ze reiken. Onzichtbaar ondervlaks weten ze waar zijn handtekening stond. In honderdvoud.
Water.
Water… kan ze niet wassen, noch de tijd.
Hij sloeg me open, eindelijk vloeide de rivier de beddingen voorbij.

De maan groeit en neemt weer af. Ik kruip uit sneeuwbeladen wolken en ook het wit veegt niet uit wat hij achterliet. Vriest het verlangen nog sterker in mijn huid.

Ik zoek je ogen, je gezicht. "Praat met me!" roep ik luid. Ik dwaal af naar buiten. Onder het ijs op de vijver laat ik mijn lijf, mijn ogen daarentegen hebben een zetting van schors en mos.
Ik kijk, zie je bezig. Zelf onzichtbaar geïmmobiliseerd kan ik niets. Het vuur bevroren doch niet kwijt. Ingemetseld in wachten en angst en désir in een sarcofaag van tijd en mettertijd. Vier muren en een scherm met beelden . De wand komt dichterbij en zonder verweer deins ik terug, tevergeefs, daar is geen ruimte. Weer. IJslaag, een glazen kast, een kist van uren tot maanden… alles onzichtbaar effectief. Waartoe?

Ik wacht tot je de assen van je sigaar aftopt op de smeltende scheiding, de huid doet tekenen en warmt. Ontdooit in pijn. Ik verroer geen vin en laat je betijen. Het borrelt in mijn hoofd, waanzin nabij. Hier is niets dan vuur.
En vertrouwen.

zondag 23 maart 2008

foto - exquisite corpse (huh?)


Als een uitdraai – woorden… overal. Slaap is de printer waar zowel aan de voorkant als vanachter de bladen uit blijven vallen: Leeg, zwart, met gaten, tekort, gekreukt, verfrommeld, kapot, gerafeld, gekerfd en gekrast, zelden gekleurd en if… dan met... ach… .

Slaap: niet in de nacht - niet in de dag, maar hinderlijk obstinaat als hij overneemt waar ik het af laat weten.

Ik lees de tekst, te traag – moeilijk, geen concentratie – en haak aan previous informatie. Te veel om goed te zijn, schreef hij. En hoe ik hem tracht te overtuigen dat dit wezen quasi empty is wat weten betreft. Te veel is dus onmogelijk.
Met mijlslaarzen stapt hij over het web waarin ik genageld ben, het boek onder zijn arm. De Kampioen van het Reële vangt me met beelden: een vraag hangt als waaiend wasgoed altijd klam te druppen: ‘of iemand thuis is?’ met tegelijk gedragen in de tropische zoom vol ongestreken ongedierte… angstzwangere
woorden. Ik trek ze aan als kleren, ze jeuken in mijn lies, onder mijn borsten, mijn oksels waar de putsi eitjes groeien, zich in bobbels nestelen. Het vreet van binnenin… afzichtelijk, tot de builen barsten. Er rest nog een karkas.

Tekort, gemis, geknaag,… ik spat uit elkaar. Proces van dag na dag…angst, ik weet niet waarom. Ze zit te kijken als een beest met zwarte muil, ze gaat niet weg. Ze kwam samen met zoveel andere dingen die voordien niet binnen mochten. Nu komt alles zonder vragen, dat komt en dringt zich op… (zucht).

Het lege lijf, huis, la (…) n’existe pas, de trap die kraakt en wind die giert onder het gespante van zongebleekte ribben. Niemand daar… behalve jij. De eeuwige vraag… ‘Ben je er?’, terwijl ik weet: ‘Je bent er altijd’. En ik weet niet meer wat denken.

Onnavolgbaar stel je me gerust bij overdrive en toch laat jij waanvogels los in mijn hoofd, waar ze me de gekte in razen. Hoe moet ik je zinnen lezen? Met een spoor dat ruimte geeft? de echo van holle kamers? me opjaagt tot hallucinante waarden?
Ben je er?
Ik lijk hier lichtelijk (?) gek. Alles raast om me heen... Ben je daar? Ben je wakker? Wat is er na de angst? Wat komt er na wat komt dat je niet weet? Waar ben je dan? Het is hier donker en koud. Ik wil je zien, iets horen, merken dat je er bent. Er rennen ratten in mijn hoofd en buik. Dit is als wormen die door mijn aders schuiven,

Zo zoeken zo elke dag opnieuw terwijl ik één ding wil: je zien en weer gedag wuiven. Verdomme toch. (P-C voor pasen). Ik wil je niet in angst of unheimliche dingen, tenzij… het moet.

Want jou, die niet Behemot is, vertrouw ik, met de eieren van de kaaiman. Ik wil je zien in diepten van oceanen en voorbij het goed en kwaad. Natuurgetrouwer dan dit kan niet meer… er is dit onvoltooid verleden… waar dag na dag een zachte vernieling me het zwart in duwt. Hier lig ik aan je voeten met een gebed om geweld: Kom alsjeblieft?


pasen interesseert me dus allerminst... link (ja klik), als ik het dan toch op één of andere manier móet zeggen. (en merci voor de aangever!)