zondag 7 augustus 2011

XIV - encore idéalement...

sed id neque feci adhuc nec mihi tamen, ne faciam, interdictum puto. locos quidem quosdam, si videbitur, transferam, et maxime ab iis, quos modo nominavi, cum inciderit, ut id apte fieri possit, ut ab Homero Ennius, Afranius a Menandro solet. Nec vero, ut noster Lucilius, recusabo, quo minus omnes mea legant. utinam esset ille Persius, Scipio vero et Rutilius multo etiam magis

Schrikreacties modificeren door een uitgebreidere kennis van kippenvlees bleek een mogelijk pad waar hazen niet terug van hadden. Professionele standaarden voor de beroepspraktijk van haanhouderij zullen algemene misvattingen daaromtrent kunnen vermijden evenals een angstwekkende spelbepalende openingszet. De shah is mat. Een uitgebreid rundgenologisch onderzoek van chaoslijnen is aan de orde teneinde het voeren van effectieve biopolitiek. Vlees en niets dan vlees zal Sade garen, heroïsch vormgegeven door het herrijzen van onverwoestbare lichamen, in hun totale vervangbaarheid. Haken en ogen geserveerd op een bed van messen temidden van de kookgeur van buren. Raadplegen we de slachtersgids voor welopgevoed vlees en zijn beste onderdelen om door correct gebruik van catalytische methodes tot een aanvaardbaar resultaat te komen voor een genormaliseerde integrale tafel. (afdeling droge kost, in de grote schappen der nonsensicaliteraria want de schrijver is een dief).
Achter de grijze stadsgordel klokt het geluid van een trein als een anale parelketting tevoorschijn. Ik lees rouwbetuigingen vol ongeloof vol ongeloof. De Marxist kondigt aan zwevend aanwezig te zijn, in geest. Niets is nog wat het lijkt. In het publieke belang dient de dood gekaderd, hij schrijdt op de loper en met sleutelbenen. En jij staat met ontbloot bovenlichaam - kwijl - te kijk. Het water spat waar het gesneden wordt. De jaren dertig, lang voorbij, een andere eeuw, ook door de zon belicht. De staat waarin we waren identiek. Ver zijn drie let-ters met een ongewone maat. Een mariachi-band marcheert voor tranen uit. Mechanische vlinders en experimentele benaderingen ten spijt... mis ik je. Eenzame jager met een spoor van wild, zelf sauf-age, vaart een dodenscheepje van schaamluis af in kielzog van creatief gebaar. De zandwallen persen de dijk af, ontzijpelen doet niets meer



hoofdstuk 7-10
hoofdstuk 11, § 7, p. 5-7
in everything's not allright

donderdag 4 augustus 2011

XIII - hide or leave?

quid? Epicurei num desistunt de isdem, de quibus et ab Epicuro scriptum est et ab antiquis, ad arbitrium suum scribere? quodsi Graeci leguntur a Graecis isdem de rebus alia ratione compositis, quid est, cur nostri a nostris non legantur? Quamquam, si plane sic verterem Platonem aut Aristotelem, ut verterunt nostri poetae fabulas, male, credo, mererer de meis civibus, si ad eorum cognitionem divina illa ingenia transferrem.

Goed wordt naar de zee gedragen en een verdwaalde neus wil het spraakconcept beruiken. Meten is des boekhouders, de lintworm tuimelt een keer. Of drie. De boot gaat te water op hoge poten. Godverstopte afloop. Geen Tao - zo overschat daarenboven - die aan de hittegolf helpt. Vandaag openbaart de chemie van een ballade, miscroscopisch bekeken niets nieuws. Morgen misschien, tegen een donkerder achtergrond. Eenzaamheidsvoedsel verstrekt zich over golven evenals het uiten ervan, zowaar nog leniger. Rond de pit vertellen zich vreemde en verschrikkelijke sagen en de pijp gaat rond in mannen- en vrouwenhand. Letterhoofden tellen hier niet. Hout is buigzaam, eens verwarmd. Mensen ook. Voorbij de blauwe horizont waar vleermuizen insecten schieten ligt (kies: het paradijs, de leegte, verlangen, licht, hij, de nacht, nog meer). Mijn rugkater snuift diep de lucht van verloskoffie, het is ochtend, we staan op het balkon en het regent mals. Binnen pleegt een dolle pop, hap uit de mitralisklep, moedermoord. Een hart te ver gedrukt met elfendertig poten en de handleiding breekt, hybride protocollen zweven. Ongeschoold in geavanceerde topics als niet leven en niet dood ontgoochelt het benoemen. De strakke vellen drummen het woord van narcis naar echo terug. Dat er geen intersubjectiviteit is en alleen het geweld dat we de wereld aandoen door de onvolkomenheid van het middel waarin we hem/ haar proberen te wurmen. De lamp van picabia. De glazen die woorden zijn en waarin geen wereld precies past. Zoeken naar een vloeibaarder taal, het kastijden, smelten van goud tot een poetica. Een woord dat ik dacht niet te gebruiken. Codering en cryptologie, catacombisch wandelen in het duisterste deel van wouden - wouden wij...










hoofdstuk 7-10
hoofdstuk 11, § 7, p. 28, §8, p. 2-3
in: poëtische illusie 

http://youtu.be/BY4bL_bO8sA

woensdag 3 augustus 2011

een kromme letter




hoofdstuk 7-10
hoofdstuk 11, § 7, p. 20

dinsdag 2 augustus 2011

hidden leaf

nam si dicent ab illis has res esse tractatas, ne ipsos quidem Graecos est cur tam multos legant, quam legendi sunt. quid enim est a Chrysippo praetermissum in Stoicis? legimus tamen Diogenem, Antipatrum, Mnesarchum, Panaetium, multos alios in primisque familiarem nostrum Posidonium. quid? Theophrastus mediocriterne delectat, cum tractat locos ab Aristotele ante tractatos?

De scheiding tussen de wereld en de taal is niet te remediëren. Elk benoemen is al een gewelddaad op zich. De repercussie ervan op relaties tussen 'subjecten', tussen mensen... (er IS geen intersubjectiviteit) is miskenning. Het besef van dat eeuwige tekortschieten is een/de ondichtbare wonde.




hoofdstuk 7-10
hoofdstuk 11, § 7, p. 28
in: poëtische illusie

maandag 1 augustus 2011

lifnei iver

nam si dicent ab illis has res esse tractatas, ne ipsos quidem Graecos est cur tam multos legant, quam legendi sunt. quid enim est a Chrysippo praetermissum in Stoicis? legimus tamen Diogenem, Antipatrum, Mnesarchum, Panaetium, multos alios in primisque familiarem nostrum Posidonium. quid? Theophrastus mediocriterne delectat, cum tractat locos ab Aristotele ante tractatos?

hoe je plooit
en ik mijn ogen als ijzer op je randen
het smelten
nooit was de geur van tranen
was

hoe blind
ik ben
was
fractuur

en zien lukt beter

toen walste plots de tafel onder mijn handen
weg


hoofdstuk 7-11
in derde oog en skandalon