zondag 3 mei 2009

l'amour en plus? II


Weet je, nazorg, ik kende het woord niet als dusdanig. Wel een hand die als een embryo in die andere lag. Gebarsten hersens en vingers, vuil en grijs van natte stof die ijlvleugelend ontgoocheling maaien, zoals -welja -voorspeld.

Later dan, na het schedelschaatsen - daar! - de afgedragen vod die eeuwig dreigt te vallen maar langs de lastigste vezel van het geheugen, het creatieve gebaar dat onorthodox het lichaam streelde, onverhuld beheerst - ja wat? verlangen? het vermeende weten? zien van het tekort? Genot? achter ogen van mahonie en obsidiaan -
niet één moment lost.
(nog niet)
.

En ik, als naakte babyaap aan je hemd, je rug, je heupen, terwijl je uit het blote hoofd me een verhaaltje leest, een kind dat werd geslagen, het kind dat werd geboren.

Waarna je doodleuk over castratie begint.

l'amour en plus?


Je ne comprends pas qu'on dise la chair de ma chair mon enfant, le prolongement de moi-même mon enfant, ce n'est pas la chair de ma chair mon enfant, c'est la chair issue de ma chair cet enfant, mais pas seulement, c'est la chair issue de la chair d'un autre, enfant d'un autre, mais pas seulement; ce n'est pas la chair de ma chair, c'est un autre cet enfant, il est assez incroyable que je supporte en moi cet enfant, il est assez incroyable que mon corps ait supporté cet autre corps si longtemps, il est assez incroyable que mon corps ait aimé porter cet enfant, que mon corps ait porté cet enfant, que mon corps mon esprit aient aimé cet enfant, que ce soit un étranger déjà aimé cet enfant...

La présentation de l'éditeur : L'accouchée - F. Pazzottu ( postface: Alain Badiou)