maandag 26 september 2011

XXXIII - oud ijzer; zakje met knikkers gratis

-- ait enim declinare atomum sine causa; quo nihil turpius physico, quam fieri quicquam sine causa dicere, -- et illum motum naturalem omnium ponderum, ut ipse constituit, e regione inferiorem locum petentium sine causa eripuit atomis nec tamen id, cuius causa haec finxerat, assecutus est. [20] Nam si omnes atomi declinabunt, nullae umquam cohaerescent, sive aliae declinabunt, aliae suo nutu recte ferentur, primum erit hoc


Met het gordijn op een kier, rook. De ochtend geurt naar ochtend en is gaar, koud, klaar van korte nachten met of zonder maan. Buiten ruik ik je het best, buiten mijn handen, buiten het oog, buiten waar je achter de zon, achter het scherm, achter de einders kijkt. Zie je iets? Schermen sluiten uit, ook aangesloten geven ze niet veel prijs. Geluid, zand, het weren van de scherpe schaduw op een blad. Aristoteles over de tijd, de uitdaging van het relativeren, concepten van wat waarheid zou zijn, liefde zonder adjectief... De mengbeker onder mijn maag spreekt luider dan de stam waarop links en rechts de hersens groeien, twee bomen met dezelfde wortel, Bereshit in elk mensenhoofd. Cowdung, merdre. Ernstig nu waar Ubu tolt. Hier is dit en daar is dat en beide zijn gescheiden en door hun scheiding binden zij. Zocht ik waar kukeon, charisma, instrument, expansievaten, hoofdbarsten en shitterende geuten aanwezigheid - plots, bij voorkeur aan de vleestoog in de supermarkt en in je keuken, waar respectievelijk proza worst is en gebakken biefstuk volgens de juiste methode pure poëzie, en vergif te vergeven - carry me, scary you, scary me, je non oui nonouinonuitonoui, schrijnende rotte zon, zwarte zon, melaatse zon, bultige wormstekige zon, perfecte zon naarmate de afstand vergroot. Zo'n volmaaktheid, zo'n onbekijkbare, verblindende, schroeiende, stralende, brandende, vernietigende zon. Kijken. Kijken. Regarder le soleil. Dichter, dichter, dichten. Zingen, branden, schreien, vallen, kapot, kapot, kapot. Het zijn mythes, schijnt. Verhalen. In de twee bomen bij de wortel die één is, woont een konijn met een spiegel die weerkaatst, recht in de zonnevlecht. Eén is een, één is twee, twee is Eén. Tellen hoefde nooit langer te duren. Een ruptuur, het scheiden van een zee, een stok op een rots die zuiver water eist, het leren van de meester die de solarisknoop uitzonderlijk weet te gebruiken. Fucking... Mindfucking goed.
DèAnder



hoofdstuk 7 - 10
hoofdstuk 8, § 3, p. 14, p. 29; § 5, p. 2, p. 12 (e), §8, p. 19 (bis)

hoofdstuk 11,§ 9, p. 16, p. 22,23.

Geen opmerkingen: