liberavisse et omnia tradidisse, quae pertinerent ad bene beateque vivendum. sed existimo te, sicut nostrum Triarium, minus ab eo delectari, quod ista Platonis, Aristoteli, Theophrasti orationis ornamenta neglexerit. nam illud quidem adduci vix possum, ut ea, quae senserit ille, tibi non vera videantur.[15] Vide, quantum, inquam, fallare, Torquate. oratio me istius philosophi non offendit; nam et complectitur verbis, quod vult, et dicit plane, quod intellegam;
Daarentegen stoot de bizon door het prairiegras en laat zich niets gelegen aan enige hoop op zijn baan. Ook nijlpaarden zijn zo rechtlijnig. Hun makke muil is slechts een asbak, kan ik getuigen, en hun huid verdraagt werkelijk geen overdaad. Ze zweten rood en lachen ons uit omdat we zoveel vermengen. Twijfelachtig. Ze flapperen hun minioren terwijl hun achterkant bedenkelijke bonen maalt. Een gepatenteerd sproeisysteem waar veel boeren zich vervolgens mee trachtten uit te rusten. Boeren ja. En boerejongens. Hoe zou ik nu àlles kunnen doen met een enkelvariabele calculus terwijl de huid op mijn benen dag en nacht brandt? En het zwarte kind op mijn ogen, met haar dansende staartjes en aaivragend vel onder de herinnering van mijn handpalm. Ze wreef haar handen over mijn borst maar zocht niet wat ze vinden wou. Doden vallen reeds door theorie alleen, door vuur gemerktekend en een lachende god van niet zo geringen. Een spelonk aan mijn rechterzij en achterin het glimmen van een licht, een worm, een fakkel, die mijn oog draagt met de vraag en naar de echo luistert: (...) ben je? Er zijn vergeten oorlogen, ongezien ondanks hun einde, niet gehoord ondanks hun begin, draaiend op een lambda-spil. Ondertussen - elke dag - wordt de soep gegaard. Ik zet 'een kom' voor je klaar. Altijd.
hoofdstuk 7
hoofdstuk 9, §10, p. 25-26
hoofdstuk 11, § 9, p. 12
Geen opmerkingen:
Een reactie posten