vergat
donderdag 30 juni 2011
vergiet
Non eram nescius, Brute, cum, quae summis ingeniis exquisitaque doctrina philosophi Graeco sermone tractavissent, ea Latinis litteris mandaremus, fore ut hic noster labor in varias reprehensiones incurreret. nam quibusdam, et iis quidem non admodum indoctis, totum hoc displicet philosophari. quidam autem non tam id reprehendunt, si remissius agatur, sed tantum studium tamque multam operam
hoofdstuk 7 - 11
zaterdag 25 juni 2011
het
Non eram nescius, Brute, cum, quae summis ingeniis exquisitaque doctrina philosophi Graeco sermone tractavissent, ea Latinis litteris mandaremus, fore ut hic noster labor in varias reprehensiones incurreret. nam quibusdam, et iis quidem non admodum indoctis, totum hoc displicet philosophari. quidam autem non tam id reprehendunt, si remissius agatur, sed tantum studium tamque multam operam ponendam in eo non arbitrantur.
tot de sterren
tot de maan
tot de schorren
tot de schorren
het neergaan van een hand in dorte
het is gedaan
Labels:
I.M.²
vrijdag 24 juni 2011
woensdag 15 juni 2011
i(,) object II
"Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum."
I thought. her eyes have just glanced something too beautiful and terrible for forget.
Hell, perhaps.
She is about to speak.
Or else she has just spoken.
Or else she is waiting, interminably, for an answer that will not satisfy her.*
Hell, perhaps.
She is about to speak.
Or else she has just spoken.
Or else she is waiting, interminably, for an answer that will not satisfy her.*
wij zij vrouw la
lala wielhouder en mengelroer van kleur geruwd lam
wat zacht moet zijn om mooi wat glad (het bevel) en geleidelijk
wordt getooid - hun (zijn) langen touwt en spreekt geknepen als hij
haar (het bevel)
haarloze streep
voor streep
hij meent akkerbouw
(een) vrouw
dat - zo leeg de vrouw - ze dienen kan:
als bekken
monding
asbak van handen
dier
als gat
als huis
als gat
als huis
als gat
as
receptakel
oneindig zal ze branden
(de) vrouw
(vel)
hoofdstuk 7, § 11,
hoofdstuk 8 - 10
hoofdstuk 11, § 6, p9 e.v.
* Nicholas Rombes - Julia Kristeva's face
Labels:
13.13,
k - s,
la ... n'existe pas,
QOLASJKIF,
rook,
the sublime and the beautiful
vrijdag 10 juni 2011
where art thou
"Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum."
dag van zijn leven
de derde is geen broer van mij
twee broers ze snijden
de een
de woekerende passiebloem
de ander
de kreeft op zijn rug
vandaag is de dag
dat sterven begint
de eerste
dag van zijn leven
de derde is geen broer van mij
noch ben ik zus
of zo
of zo
hoofdstuk 5, § 11, p.14
hoofdstuk 7, § 11, p.11
hoofdstuk 11, § 6, 9. 10
hoofdstuk 11, § 6, 9. 10
Labels:
13.13,
querido hermano,
rook
woensdag 8 juni 2011
sodade - sodade
"Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum."
Je verandert niet. Je denkt dat je verandert, maar wezenlijk verander je niet. Je staat op, wast je, kleedt je aan en start de dag. Dat was gisteren zo, dat zal morgen zo zijn en hoogst waarschijnlijk volgende week ook, maar zeker weten doe je dat dus niet. Je leest wat teksten, wandelt, kookt, schrijft, doet je pijn, ontmoet mensen, mensen doen je pijn, je praat, schrijft en steeds weer.
Je bent verwonderd. Er is veel dat je denkt en niet kwijt wil noch kan.
De vraag: “Wat voelde je toen?” is op haar plaats.
We stapelen het hout, zeker een kubieke meter, vakkundig. Het moet goed en hard branden. De lucht moet ruimte hebben, het vuur moet gevoed. Als er nog slechts kool en vurige assen overblijven van het hardhout, van de zachte stammen, van de sprokke vingertakken, harken we ze tot een gloeiend pad. Een voor een staan we ervoor en de blote voeten, koel van het gras lijken dit niet aan te kunnen.
Toch, moeiteloos, één keer, twee, nee drie. Niets is veranderd.
Je wast je voeten en gaat naar bed.
Alleen.
Je knielt voor het geweer. Straks moet je weer koken.
Je stapelt herinneringen op, kweekt geheugen., vergelijkt.
Waarom krab je altijd aan een wonde? Waarom zuigt je tong op die pijnlijke tand, je weet dat het een pijnscheut bezorgt? Wat is het doel van pijn? Waarom ga je telkens terug als je het risico kent?
Ik denk aan de situatie van ‘het moeilijke gesprek’, je luistert en herkent feilloos de techniek van de spreker. Vroeger ergerde het me, nu niet meer.
Mensen gebruiken technieken als kapstok. Ik doet het zelf ook, ook al probeer ik het te camoufleren.
We stellen elkaar gerust en delen vervolgens de klappen uit. Ach. Sla me nog een keer.
Sla me desnoods dood. Wat maakt het uit?
Ik 'weeg' de stenen vrij zorgvuldig en peil ze. Ik weet niet wat ze zeggen, maar als ik ze aankijk, blijf aankijken terwijl ik probeer te begrijpen, lachen ze af en toe, als met een kleine verontschuldiging.
Dan kijken ze even weg.
Verzet leidt tot vernedering. Heel even kwam de boosheid terug, even maar de neiging om terug te slaan.
Anderzijds, hier sta ik met mijn armen gespreid.
Veranderd.
Ja.
hoofdstuk 7, §11, p. 12
hoofdstuk 11, §6
Si bo 'screve' me
'M ta 'screve be
Si bo 'squece me
'M ta 'squece be
Até dia
Qui bo voltà
'M ta 'screve be
Si bo 'squece me
'M ta 'squece be
Até dia
Qui bo voltà
Sodade sodade
Sodade
Sodade
Je verandert niet. Je denkt dat je verandert, maar wezenlijk verander je niet. Je staat op, wast je, kleedt je aan en start de dag. Dat was gisteren zo, dat zal morgen zo zijn en hoogst waarschijnlijk volgende week ook, maar zeker weten doe je dat dus niet. Je leest wat teksten, wandelt, kookt, schrijft, doet je pijn, ontmoet mensen, mensen doen je pijn, je praat, schrijft en steeds weer.
Je bent verwonderd. Er is veel dat je denkt en niet kwijt wil noch kan.
De vraag: “Wat voelde je toen?” is op haar plaats.
We stapelen het hout, zeker een kubieke meter, vakkundig. Het moet goed en hard branden. De lucht moet ruimte hebben, het vuur moet gevoed. Als er nog slechts kool en vurige assen overblijven van het hardhout, van de zachte stammen, van de sprokke vingertakken, harken we ze tot een gloeiend pad. Een voor een staan we ervoor en de blote voeten, koel van het gras lijken dit niet aan te kunnen.
Toch, moeiteloos, één keer, twee, nee drie. Niets is veranderd.
Je wast je voeten en gaat naar bed.
Alleen.
Je knielt voor het geweer. Straks moet je weer koken.
Je stapelt herinneringen op, kweekt geheugen., vergelijkt.
Waarom krab je altijd aan een wonde? Waarom zuigt je tong op die pijnlijke tand, je weet dat het een pijnscheut bezorgt? Wat is het doel van pijn? Waarom ga je telkens terug als je het risico kent?
Ik denk aan de situatie van ‘het moeilijke gesprek’, je luistert en herkent feilloos de techniek van de spreker. Vroeger ergerde het me, nu niet meer.
Mensen gebruiken technieken als kapstok. Ik doet het zelf ook, ook al probeer ik het te camoufleren.
We stellen elkaar gerust en delen vervolgens de klappen uit. Ach. Sla me nog een keer.
Sla me desnoods dood. Wat maakt het uit?
Ik 'weeg' de stenen vrij zorgvuldig en peil ze. Ik weet niet wat ze zeggen, maar als ik ze aankijk, blijf aankijken terwijl ik probeer te begrijpen, lachen ze af en toe, als met een kleine verontschuldiging.
Dan kijken ze even weg.
Verzet leidt tot vernedering. Heel even kwam de boosheid terug, even maar de neiging om terug te slaan.
Anderzijds, hier sta ik met mijn armen gespreid.
Veranderd.
Ja.
hoofdstuk 7, §11, p. 12
hoofdstuk 11, §6
Labels:
ellipsis,
het sublieme,
k - s,
ostenditur,
QOLASJKIF,
rook,
utterly confused
Abonneren op:
Posts (Atom)