maandag 30 juli 2012

Die Blendung?

Marcel Duchamp - Coin de chasteté, 1954 (cast 1963)



hoofdstuk 7, § 10
andere stukken

dinsdag 17 juli 2012

donderdag 12 juli 2012

all the shades and shits included

hoc facillime perspici potest: Constituamus aliquem magnis, multis, perpetuis fruentem et animo et corpore voluptatibus nullo dolore nec impediente nec inpendente, quem tandem hoc statu praestabiliorem aut magis expetendum possimus dicere? inesse enim necesse est in eo, qui ita sit affectus, et firmitatem animi nec mortem nec dolorem timentis, quod mors sensu careat, dolor in longinquitate levis,

Mijn kleed brandt. Ik lach. Er is geen gevoel. Het kleed moet uit. Te traag toch, al te traag. De nächste nacht is het het huis. Weeral: gelach: "Geweld, stort uit my voete". De rozen zijn gek, ze warren en torsen - wat? - dwangbuizen, riool met ijzerslot. Geuren mengen zich. Deze cocon - de stottering van iets onmogelijks dat mogelijk moet worden - wil. Lichaam, ik/ haat/ je/ duizend halleluja's. Zal ik me tonen vandaag, tooien met je - ja - tja? Het doet zachter pijn want julizwart schalt door: Gîtengoe (-engoe, -goe, -oeoeoe) zingt op kapotte sandalen - indische makelij - gerecupereerd in het sterven van een droom. De slaande deur perst een schorpioen. Giftig stuwt en spuwt de staart. Dat het een verwandeling was en naakt. Stuten. Waarvandaan? 50 tinten. De spiegel is te kort de wc vuil. Drie paar, van leer met dunne vlechtjes, geregen maar doortrapt, drie nodig voor de wijn, het vat dat porto wordt. Panem et drievuldig wordt geroepen die nog Constantinopel zoekt. "Mijn vader slaat dat kind" (beweert ze tenminste - ongehoord). Gîtengoe en niet vrolijke vrienden. Er is stilte in de vorm van een hoekig mesblad. Venomenaal.
Maleisië.
Dan toch?




hoofdstuk 7, § 11 - A. Krog

hoofdstuk 10 - 11

hoofdstuk 12, §2, §7, p.9 e.v.
Is this the real life? Is this just phantasy?

vrijdag 6 juli 2012

buizen, michelen en parnassen

nec ulla pars vacuitate doloris sine iucundo motu voluptatis. sin autem summa voluptas est, ut Epicuro placet, nihil dolere, primum tibi recte, Chrysippe, concessum est nihil desiderare manum, cum ita esset affecta, secundum non recte, si voluptas esset bonum, fuisse desideraturam. idcirco enim non desideraret, quia, quod dolore caret, id in voluptate est. [40] Extremum autem esse bonorum voluptatem
 ex


Tussen zaad en zucht
verschilt het
dochter van een god
een minnares van Zeus.
De stier steekt de  Βόσπορος over,
een droom
van sporendragende ruiters,
zijn zij man, zijn zij vrouw, hij, is hij
zij?

Tussen zucht en zaad is het
tempeest en in haar hand rust.
Integriteit.

De toestand is opschorting, we eten
om te voeden niet,
we bewegen zonder doel en drinken dorstloos
en oneindig. État d'exception - het feest:
zuipen, schransen, dansen en veel lach.

De doffer maakt de duif het hof en gras
blinkt fris van nacht en dauw.
Hier klinkt de trom, hier schalt de fluit. Het is feest
tussen de pruimen, pistache barst en gember kruidt de spijs.
Aan de ladder een karkas,
we smeren bloed
met brood vermengd en draaien worst. Appel
moes.

Het vlees was zacht - 1

Plof in de keel en dood
Het verstuikte woord



hoofdstuk 9, § 10, p. 26
hoofdstuk 12, § 7, p. 1-2
menu: nr. 81

donderdag 5 juli 2012

Mej.

nunc est, desiderat?' -- Nihil sane. -- 'At, si voluptas esset bonum, desideraret.' -- Ita credo. -- 'Non est igitur voluptas bonum.' Hoc ne statuam quidem dicturam pater aiebat, si loqui posset. conclusum est enim contra Cyrenaicos satis acute, nihil ad Epicurum. nam si ea sola voluptas esset, quae quasi titillaret sensus, ut ita dicam, et ad eos cum suavitate afflueret et illaberetur, nec manus esse contenta posset


(gisteren nog
sneed ze brood en smeerde
zalf op haar zusters been)

vandaag terwijl ze in haar zetel zat - bij het ochtendbrood -
en wellicht nog dacht - iets als: "ik moet meteen..." -
kwam hij onverwacht - een ongenode gast - de Dood,
achter hem de deur op slot, en zij: gastvrij als geen

(ongenood kwam hij
ook ongelegen?)



hoofdstuk 12, §5, p. 19

less than nothing?