maandag 29 augustus 2011

XXIII - 22 cl

quid est enim in vita tantopere quaerendum quam cum omnia in philosophia, tum id, quod his libris quaeritur, qui sit finis, quid extremum, quid ultimum, quo sint omnia bene vivendi recteque faciendi consilia referenda, quid sequatur natura ut summum ex rebus expetendis, quid fugiat ut extremum malorum? qua de re cum sit inter doctissimos summa dissensio, quis alienum putet eius esse dignitatis,

We hebben een kop nodig om het bloed op te vangen. Bloed stroomt altijd naar waar het nodig is. Een man gaat door mijn kasten en kiest. Neen, die niet, die is vanbinnen heel beschreven. En met argwaan volg ik zijn handen die door mijn dubbelleven gaan, de schriften op het rek als borden op elkaar. Dat het een hoofd volbloed is en beschreven ribben en dat we sneller moeten zijn, want hij bloedt dood. We haken de buis achter de kofferdeur en gebieden de derde te hijsen, helaas, te laat. De spatten op mijn wangen, mijn gezicht, zijn het bewijs. En ik scheidt beide levens, waar ik in beschreven huisraad speel met kleinkinderen die toch niet kunnen lezen welke ander op hen past. Het zijn vreemde tijden. De kamer te gezellig, de mensen te lief, het huis te leeg. Weggegeven raad in een schort gesprokkeld stookt het haardvuur even op. Zal er morgen bloed zijn als ik wakker word en zal het nog stromen in mijn beschreven kop?


hoofdstuk 7
hoofdstuk 8; §9, p. 25
hoofdstuk 11, §8
Cut & cash

Geen opmerkingen: