Posts tonen met het label eigenlijk allemaal niet relevant maar slechts een middel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eigenlijk allemaal niet relevant maar slechts een middel. Alle posts tonen

maandag 31 december 2007

radi-caal

“Wat is daar de bedoeling van?”

Ik kom de sportzaal binnen om het laatste kwartier training te volgen en zie ze kijken… zich afvragen…”Wie is dát?” tot ik dichterbij kom. De stemmen vallen stil.

“Oh, wat schattig!” kirt de onderbuurvrouw, die op kerstavond met haar man buiten aan de elektriciteitskast staat. Hun bezoek zit boven in het donker. Ze proberen licht in de zaak te krijgen, tevergeefs… ik vraag of ze kaarsen nodig hebben. Tja, ik ken het probleem, nietwaar…
En later in de week als ik haar toevallig weer tegenkom – gelukkig gebeurt dat soort ontmoetingen niet al te vaak – begint ze opnieuw: dat ze het graag ziet. Jippie, van de bejaarde buurvrouw moet ik het helemaal hebben.

”Ik vind het niet mooi”, zegt een der Gratiën op café, na de training.
Ha… er wordt iets gezegd, want na meer dan een uur bleven ze nog steeds zwijgen, mijn rondborstige vriendinnen, mijn medeborstigen als het ware…
“Je hoeft het niet mooi te vinden”, repliceer ik, waarop een andere aanbrengt: “Je hebt wel een mooi hoofd”.
“Natuurlijk heb ik een mooi hoofd, er is nog wel meer moois aan me”.

Een heel verhaal volgt hoe zij ooit zeer kortharig was en haar schedel ongelijk van vorm, assymetrisch enzovoort… en dat het daarom om nooit meer te doen was… En dat mensen haar voor man aanzagen…
Tja. Dát ken ik al haast mijn hele volwassen leven. Ik heb er altijd om moeten lachen, vooral ook om de consternatie als ik dan mij omdraai en mijn borsten vooruitsteek… of gewoon iets zeg… Het beleefde meneer, ze weten niet hoe zich dan te redden. Kinderen hebben zich nog nooit vergist, bij mijn weten.

Mijn vader kijkt me niet aan, gooit even een boze blik – neen, afkeer en afkeuring – geen warme omhelzing deze keer. Zelfs geen zalige kerst, die ík nooit uitspreek maar die ze me tegen wil en dank elk jaar denken te moeten geven.
Nr. 2 was aan de telefoon breeddenkend als steeds, maar negeert eveneens. Negeren door niet te negeren, door gewoon te doen alsof er niets is. Chibania werd door haar voorbereid en maakt totaal opgelaten de hele middag misplaatste grappen.
“Vind je het erg?” vraagt ze dan.
“Och, ik tracht je te ignoreren”… zeg ik.

En de dierenfluisteraar zegt zogenaamd kordaat: “Nu moet je je haar maar weer laten groeien. Als je een statement wou maken, heb je het gedaan, maar nu is het goed geweest”
Hoor ik daar een bazig 'hond kruip terug in je hok', om het met de terminologie van Harriet Lerner te noemen? Of de boer die dat ene paard terug in het gareel wil? Tuigen en halsteren? Och toch, waarom niet, in andere omstandigheden...
De zoon van Querido Hermano… “Ha, dat is wel erg kort!” is alles wat hij zegt. En toch zijn wij het meest gelijk. Hij draagt zijn haar al jaren veel te lang naar iedereen zijn goesting, doet wat men vooral niet wil dat hij doet… Ja, die jongen komt er wel.

Ik kijk naar foto’s die ik van mezelf maakte – zwartwit - een haast kale grijze kop tegen donkere achtergrond, ogen dicht, gekanteld. Ik ben hem, mijn broer op zijn doodsbed. Tja. Ik ben allerminst gechoqueerd. Natuurlijk ben ik hem. Hoewel … slechts in uiterlijke gelijkenis. Verder is er weinig dat we deelden qua gedachten of manier van leven, niets dus hè. Toch hield ik van hem.

En als dan al de bekenden zijn gepasseerd, de mensen die je onvoorwaardelijk lief zouden hebben, zogenaamde vrienden die zeggen je te mogen, of …och… te respecteren… denk ik aan vorige week, het vuur, het ademen, totaal vreemden, ook met een rare blik bij mijn entrée, van “Wat hebben ze hier nu binnengesmeten?”, maar vrijwel dadelijk open en voorbij het uiterlijk… terwijl ik zat te genieten van dat lekkere gevoel dat het nieuwe niet-kapsel me geeft…
Tja, een mens ontleent zijn identiteit toch aan iets anders, dacht ik… En ruimdenkendheid - zo werd weer bewezen - is enkel besteed aan het verre. Het nimby-gedrocht floreert nog steeds.

Terug naar de vraag dus en - nu er aan voorbij - dan te stellen:

“Wat is daar de bedoeling van?Waarom heb je dat gedaan?”
”Beste mensen, je denkt toch niet dat ik de moeite zou nemen om jullie dat uit te leggen.

Laat ik het hier op houden: "Het was het juiste moment!”


By the way - de tondeuze heeft weer toegeslagen. Dat zie je van hier dat ik ook nog eens zou toegeven aan al het onbenul dat me terug met haar wil zien. Pfff!