
Nochtans
het stormvlokt daarbinnen
ik verzamel de koppen en bal ze in mijn hand
en met de vingertoppen streel ik mijn gevoel
prefrontaal koester ik
de gloeiende amandelkern als een kind
(waarom mag je niet?)
de worm tot nietigheid
(er is een hoger streven!)
ik schud de stenen en werp de quartz fumé
met twintig dode ogen
en één
het fantoom vanbinnen
anders nochtans
beredeneerd herschrijf ik
fantaseer ik
het lijkt een vreemde die de pen hanteert
ik kijk gefascineerd…
en vaak onbegrijpend
gefrustreerd