But we are, as it were, marked for life, and that mark is insuperable, irrecoverable. It becomes the condition by which life is risked, by which the questions of whether one can move, and with whom, and in what way are framed and incited by the irreversibility of loss itself.
Judith Butler
Loss, the politics of mourning, Afterword.
v e r s a k e r d d e h e i l i g e m o n d s a k k e r h e t s p u u g h e t s p e e k h e t g e s p r e e k h e t s a i n t e v e r d o m d e g e p r e e k s a k k e r d e n o n d e d j u m i l j a a r g e s a c e r d g e s u i k e r d h e t z o e t e d e w e l v i n g v a n h e t d i e r d a t o p s t a a t i n h e t l i j f d e e r e c t i e l e b e e s t e n s a n c t i s a n c t u s e n p e k e n v e r e n v a n m i j n w e r e l d d e g r a a l d e b a a r d d e g e k a s t i j d e t a a l h e t v e r h a a l b u i t e n h e t k l e i n e d e d o o r s t o o t h e t v o o r h o o f d g e b r o k e n h e t p u i l e n h e t v u i l e h e t o n v e r w a c h t e h e t z a c h t e h e t r e i n e h e t v i l e i n e h e t h e l e d o o r h e t r e ë l e h e t z i j n b u i t e n m i j e n i n i k h e t z i j j i j h i j
het nu met zijn lange nek duwt hard
het heeft borsten en een baard maar
sterft restloos van de dagen
slag na geslacht
is er niet
so sade
met mijn gezicht verloor ik mijn lichaam
met mijn lichaam mijn gezicht
de rode stad is leeggelopen
omgespoelde handen gedoopt
en ingelanden als een versteend woud
wervel voor wervel
na
het tragend hart dat uitklopt
............................... - dokdok dokdok dok d o k d -
en valt
vergeten dat je ophoudt aan mijn vel
we verwonden elkaar
omdat we leven, dat is de nullijn van geweld
zij is de vloer onder de mat, het fundament van alles
je scherp gebeente gekruist
als degens
op het geraamte van
meer schrijf ik je niet
dan wel
ik raap de nagels op die je elke dag verliest en spaar ze voor
later als jij als ik ouder en berooid krabben willen
en kreeft en mossels en garnalen
grijze
aan zee
met een pint bier
dichter ben ik niet
ik schreef een gedicht over zand
en stenen en iets dat overbleef
diamant, denk ik, en jij en mij
toen heb ik alles maar weer geschrapt
want het trok op niets en rijmde op ei
dichter kom ik niet vandaag
Alleen nog dit*
Ja alleen nog even dit,
heel kort dan:
hoe ik die avond bij je kwam
in die andere stad
dichtbij waar je leefde
hoe ik er alles voor over had
om bij je te komen die avond
die mildbeschenen avond
zachte zon
en het blauwe licht van de vooravond in de straten
hoe we daar stonden en 'Iets'
- waar ik geen woord voor vinden kan -
was en integriteit de doorslag gaf.
Sindsdien in tiktakkende onrust verliet je me
maar, dat wou ik nog even zeggen:
weggaan deed je niet.
- U heeft uw punt gemaakt.
(* alleen nog dit: naar 'Alleen nog dit', Remco Campert - Een oud geluid)
hoofdstuk 7-8
hoofdstuk 9, § 10, p. 26
hoofdstuk 10
hoofdstuk 11, § 1, p 14-26