zondag 24 december 2017
woensdag 1 november 2017
10
amfibool
Het is ochtend en ik houd me vast aan een kop koffie. De nacht was te kort. Alles lijkt bizar: waarom ik hièr zit, hoe ik hier kom en hoe ik me afvraag: heb ik een kater!
Mijn ogen dwalen in de registers van mijn geheugen.
Ik hang vast aan ogen van schitterend amfibool, gevlamde eb en mahonie, vingers die in een baard plukken, handen en armen die onverwacht explosief gesticuleren en woorden, uitdrukkingen, tussengooisels als ‘pfff’ en ‘oech’ en lach en gedachten kleurrijk boven de tafel schilderen, om daarna even plots stil te vallen in een schoot van magere benen die zelfs om elkaar geslagen nog toelaten dat beide voeten de grond raken. Ik wil mijn handen op die knieën leggen.Ik houd me vast aan een kop koffie. Zwart legt hij een isolatielaag tegen mijn binnenkant terwijl ik mij uiterlijk als vanouds niet laat kennen. Tenminste, dat denk ik. Ik stort een bodem in mijn maag, een shot cafeïne, om me niet te verliezen in gedachten van 'utterly confused'.
Er zijn die haast vogelachtige handen, als kieviten op een veld, met onnavolgbare vlucht - dat duiken, zwenken, stijgen, rusten….Ik palpeerde ze beiden (zou mijn ogen willen sluiten) en voelde ze als braille. De nagels, het bot, de huid, het vlees van de muizen. Ik navigeerde als vanouds tussen metacarpalen, vond snuifdoos en webbing. Zocht de ijkpunten, maakte een mentaal plan en hing alles vast in mijn eigen vingerprent.
Ik had gezegd: “Ik wil ze zien en voelen”. Dat mocht en deed ik dus.
Dat was ik, prentenverzamelaar. Van onzichtbare platen. Het handencabinet…
Met kijken en voelen van handen als puur genot.
Mijn ogen zijn daar gebleven, op dat gezicht. En als met een laserpen snijd ik lijn na plooi, de baard, de lange nek daaronder, kwetsbaar als Nzou’s plek.
Elke dag sedertdien.
1 nov. 2007 - 1 nov. 2017
zondag 24 september 2017
vrijdag 23 juni 2017
donderdag 15 juni 2017
woensdag 19 april 2017
klauw
Op de drempel van de maan het trillen van de twee die twijfelt, ooit nog een geweest en zeker, vast, een embryo dat lacht. Mijn glimlach doet pijn. Het effect op de drempel van de maan het trillen van de twee die twijfelt, de lippen die wijken, ooit nog een geweest, zeker en vast, een embryo, geen lach, nauwelijks iets. De maan. De maan ze was er maan in maan uit, met rood in haar mars tot ze alleen nog maan was, voller en voller, tot de drempel
tot het barsten van de lente of was het herfst, want beiden barsten van bloei, van vrucht, barstende botten, knoppen, bolsters, buiken, kuiten, koppen vol migraine
lente herfst zomer winter barsten sterven sterven erven
zomerzinderen
zie ik niet zitten deze nacht nu de fluiten nog zwijgen, nu de bomen hijgen onder de wind en grillen van april, de bloesems sneuvelen valse sneeuw en weeral koppen vol migraine
een verlangen uit het verleden krabbelt met een klauw terug naar weggeweest van staande en stand by
verlangen dat verlangen blijft
het is als bessen plukken, de mooiste, de sappigste op de gevaarlijkste plek, de struik staat er zolang je weet en je reikt en je reikt en af en toe zegt een stem vandaag ben je uitverkoren en je weet niet of het uitverkoren of verloren betekent maar dat vind je onderweg dan wel weer uit want op de drempel van de maand het trillen van de twee die twijfelen, maar de een die standvastig zegt: je roept? ja, ik kom!
luisterbessen
verlangen dat blijft
zaterdag 18 februari 2017
zondag 22 januari 2017
Abonneren op:
Posts (Atom)